22 december 2022 – Peilingen Nederlands en wiskunde

Uiteraard waren dit in deze periode voor de hand liggende vragen om uitleg, maar tegen het moment waarop dit in de Onderwijscommissie ter sprake kwam, was er natuurlijk al heel veel (om niet te zeggen álles) over gezegd. Vragensteller Jan Laeremans vestigde bij deze gelegenheid ook even een nieuw record, dacht ik: hij had nu zelfs drie volledige A4’tjes als vraag om uitleg ingediend… tja, maar dat terzijde.

Als achtergrondinformatie verwijs ik vooraf graag naar het volgende:

  • op VRTnws stonden netjes de resultaten van de bedoelde peilingen, incl. heel wat reacties;
  • de factsheets en brochures vind je op de website van het (huidige) Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingen (STEP):
  • Nederlands
  • wiskunde;
  • ook nuttig zijn de opname van het webinar wiskunde en die van het webinar Nederlands;
  • in Klasse gingen prof. dr. Wim Van Dooren en Tom Venstermans dieper in op de peilingenresultaten;
  • een reactie van minister Weyts (want die had natuurlijk niet op een parlementaire vraag gewacht voor zo’n reactie);
  • er waren nog heel wat andere reacties, maar een van de verstandigste die ik gelezen had, was die van Tim Surma (voor abonnees).

Maar dan dus de parlementaire bespreking. Drie vragenstellers: Koen Daniëls, Jan Laeremans en Loes Vandromme. Door omstandigheden had ik de bespreking niet meer live meegemaakt (het was de laatste vraag van de vergadering), maar ik meende dat er toen nog vier (!) onderwijscommissarissen (plus voorzitter Grosemans, maakte vijf) aanwezig waren… Een belangrijk thema nochtans, waarmee we ook opnieuw helemaal in het onderwijskwaliteitsverhaal zaten. De vragen waren talrijk. Er werd naar verklaringen gevraagd over de grote verschillen tussen de zgn. A- en B-stroom voor de zgn. basisgeletterdheid, terwijl die verklaringen vaak al zelf in de inleidingen bij de vragen stonden en algemeen trouwens nogal vertrouwd voorkwamen. Interessanter waren de vragen naar de link tussen de voorliggende resultaten en de ontwikkeling van nieuwe eindtermen voor de eerste graad (en ook tweede/derde graad) en voor het basisonderwijs, en de ontwikkeling van de zgn. Vlaamse toetsen, die in de toekomst de peilingen in principe zouden vervangen (maar cf. infra). Er stond in dezen inderdaad nogal wat te gebeuren. Quid met de impact van de coronacrisis? Met de visie op de B-stroom en de doorstroom nadien van wie de eindtermen basisgeletterdheid niet behaalt, die eigenlijk gedefinieerd waren als te behalen door 100 procent van de leerlingen? De link met de thuistaal en de aandacht voor het Nederlands (in schooltaalvariantversie): maar dat was al zo vaak gezegd dat ik me afvroeg wat nog de zin ervan was om zulke vraag te stellen… Voorts nog de link met de expertise en ervaring van de leraar. En ten slotte zeker ook nog interessant waren de vragen n.a.v. de beleidsbeslissing over het huidige STEP: de beheersovereenkomst in kwestie was recent verlengd tot najaar 2023. Vragensteller Vandromme was de enige die daaraan gedacht had…

Minister Weyts zag de intussen gekende lichtpuntjes in de peilingenresultaten, maar er moest voortgewerkt worden op zijn ingeslagen weg. Opnieuw kwam ook weer de kwestie van “hoge verwachtingen stellen” aan bod. Ja, dacht ik weer: maar dan wel op voorwaarde dat dat niet voor elk leerlingenprofiel dezelfde hoge verwachtingen zijn. Daarover wordt net namelijk door heel wat onderwijsmensen nogal wat onduidelijkheid gecreëerd. Met alle appreciatie trouwens voor de latere (en niet voor het eerst gedane) uitspraak van vragensteller Daniëls over de communistische pedagoog Vygotski (nwvr: in het parlementaire verslag stond verkeerdelijk “Vivotsky”, maar dat is een detail) en de zgn. zone van de naaste ontwikkeling. Deelname aan het zgn. gemeenschappelijke curriculum betekent namelijk niet (en heeft het ook nooit betekend) dat elke leerling die doelen op eenzelfde, hoge niveau bereikt.

Vervolgens vertelde de minister opnieuw het actuele (en toekomstige) verhaal van de eindtermen: deze resultaten zouden daarin meegenomen worden, zoals men dat in diverse milieus pleegt te noemen. Passeerden ook weer de revue (niet onlogisch trouwens): de KOALA-screening in het kleuteronderwijs, het Leerpunt, het Leesoffensief. Voor de problematiek van de B-stroom dacht de minister eraan om, zoals al bij eerdere gelegenheden, de klassenraad meer vertrouwen te geven i.p.v. voor de doorstroom daar te werken met absolute leeftijdscesuren, zoals nu nog in de regelgeving stond. Die optie kreeg nadien bij de vragenstellers heel wat bijval.

Interessant in de replieken vond ik vooral de reflectie van vragensteller Daniëls over “onderwijsonderzoek”, maar zelf zou ik dan toch ook diezelfde redenering toepassen op wat je zelf didactisch voorstaat… om maar te zeggen dat ik zelf denk dat “didactisch onderzoek” nóg complexer is dan Daniëls het deed voorkomen, maar daarover heb ik ook al vaker geschreven in deze blog. Genoeg daarover dus.

Ook interessant vond ik de aandacht voor corona bij vragensteller Laeremans en interveniënt Kathleen Krekels, zeker wat die laatste opmerkte over extra zorg binnen of buiten de school en redelijke aanpassingen op leerlingenniveau alsook de aanwezigheid van binnenklasdifferentiatie op schoolniveau.

Minister Weyts wees erop dat volgens hem het genoemde corona-effect inderdaad bestond, maar dat de toekomstige, structurele Vlaamse toetsen dat effect zouden kunnen isoleren. Hij had de opdracht gegeven aan een onderzoeksteam van de KU Leuven om te bekijken hoe de leeromgeving in de B-stroom van de eerste graad secundair onderwijs eruit zou moeten zien om effectief te zijn en welke voorwaarden noodzakelijk zouden zijn om dat te kunnen realiseren. Dat zou een langdurig onderzoek worden. Inderdaad! Voor de iets kortere termijn liep er al een evaluatie van de eindtermen basisgeletterdheid. Daarvan zouden de resultaten in principe najaar 2023 opgeleverd worden. Volgens de minister behoorde de onderwijskwaliteit wel niet tot de taak van de Commissie van Wijzen. Daar was de focus: onderwijsorganisatie, personeelsorganisatie, personeelsbeleid, hr en dergelijke.

Uit de slotwoorden van alle drie de vragenstellers (nwvr: vragensteller Vandromme had zulks ook al benadrukt in haar eerste repliek) onthield ik als belangrijkste element hun grote appreciatie van de leraren in de B-stroom. Terecht!

Als uitsmijter verwijs ik nog graag naar de allusie die Koen Daniëls bij wijze van grap maakte op de zgn. eindejaarswensen van zijn fractievoorzitter Wilfried Vandaele in de plenaire vergadering van de dag voordien. En ere wie ere toekomt: meestal vind ik die niet zo grappig, maar dát was hij toen op dat nachtelijke uur echt wél.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio