Vragenstellers Koen Daniëls en Hannelore Goeman gingen in op de toename van het aantal problematische afwezigheden (met de meest recente cijfers; zeker in dbso, bso en OKAN), waarover ook in de pers geschreven was. Voor meer achtergrondinformatie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwijs ik graag naar een rapport van 2020.
Eerder ging het ook al rechtstreeks en onrechtstreeks over dit thema, zowel bijvoorbeeld in de onderwijscommissievergadering van 2 juni 2022 als in de plenaire vergadering van 7 december 2022. Omdat de bedoelde terminologie (oude en nieuwe) nogal eens door elkaar gebruikt wordt, -- ik heb me er zelf ook al schuldig aan gemaakt --, is het nuttig om dit specifieke overzicht te raadplegen alsook de meer algemene toestand inzake het zgn. Groeipakket (na de overheveling van de vroegere, federale kinderbijslag naar de Gemeenschappen).
Door die voorgeschiedenis kregen we dan ook heel wat herhaling in deze commissievergadering (N.B. Denk bijvoorbeeld ook aan de ouderlijke verantwoordelijkheid voor het naar school gaan van kinderen). De concrete vragen handelden over een verklaring van de stijging van het aantal problematische afwezigheden, over het te verwachten nieuwe actieplan tegen schooluitval, over de provinciale netwerken ‘Samen tegen schooluitval’, over het al eerdere N-VA-idee om de schooltoeslag rechtstreeks aan de scholen te geven in plaats van aan de ouders. Eerlijk gezegd, was ik wat dat laatste betrof vanuit eerdere uitspraken in de waan dat zoiets als een generieke maatregel bedoeld was (dus voor iedereen met een schooltoeslag). Maar blijkbaar had ik dat verkeerd begrepen, want zo’n uitbetaling aan de school zou nu alleen gelden bij leerlingen die te veel ongewettigd afwezig waren.
Minister Weyts weidde eerst uit over de impact van de coronapandemie in dit verhaal, wat ook de CLB’s in hun reguliere betrokkenheid bij het voorliggende thema ongetwijfeld parten gespeeld had. Wat de actualisering van het actieplan tegen schooluitval aanging, was er wel al veel langer een Vlor-advies en een SERV-advies. Momenteel werd de laatste hand gelegd aan een nieuw actieplan tegen schooluitval. De lokale samenwerking zou daarin een belangrijk aandachtspunt zijn. Inzake het vermelde N-VA-idee over de betaling van de schooltoeslag aan de scholen i.p.v. aan de ouders leek de minister mij nu zich te beperken tot de piste die al bestond sinds toenmalig onderwijsminister Frank Vandenbroucke, waarnaar en naar wie vragensteller Goeman expliciet verwezen had. Vreemd inderdaad. Misschien wilde minister Weyts die bestaande piste nog verstrengen. Dat kon, maar het was allemaal niet zo duidelijk. Interveniënt Kristof Slagmulder was over zo’n verstrenging dan ten minste wél duidelijk, alsook over een steeds terugkerend aandachtspunt van zijn partij, met name de immigratiedimensie in het verhaal. Ook interveniënt Loes Vandromme was duidelijk, maar dan wel over de juridische onhoudbaarheid van dat idee om de schooltoeslag aan de scholen te laten toekomen. Vandromme was, net zoals vragensteller Goeman, erg benieuwd naar het nieuwe actieplan tegen schooluitval, waarbij ook Welzijn hoorde betrokken te zijn.
Wat dat laatste betrof, betoogde minister Weyts dat er toch al heel wat gedaan was en dat er nu nog over de zaak afgestemd werd tussen het Departement Onderwijs en Vorming en Werk enerzijds, en Welzijn en VDAB anderzijds. De minister deed dan nog een tweede keer uitspraken over die mogelijke verstrenging inzake overheidstoelagen ten aanzien van ouders die volgens hem tekortschoten. Maar veel wijzer, in concrete zin, maakte mij althans die tweede keer ook niet.
Dat deed het slotwoord van vragensteller Daniëls dan weer wél: een school zou van problematisch afwezige leerlingen hun schooltoeslag krijgen slechts ten belope van een (openstaande) schoolfactuur van zulke leerlingen, gesteld natuurlijk dat ze die nog niet betaald zouden hebben, wat toch niet noodzakelijk het geval zou zijn, dacht ik dan bij mezelf… Daniëls werd trouwens ook concreter dan de minister over het precieze bestaande sanctioneringsmechanisme van Frank Vandenbroucke, waarmee hij eigenlijk (tenminste deels) aansloot bij wat Kristof Slagmulder daarover gezegd had.
Vragensteller Goeman ten slotte herhaalde nogmaals haar aandachtspunten en benadrukte dat er vooral gezamenlijk en aanklampend gewerkt moest worden om leerlingen zoveel mogelijk op school te houden, want we zouden iedereen nodig hebben. Terecht, vond ik.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen