En dan was er ten slotte ook nog Jos D’Haese. Over stijgende prijzen (voor abonnees) van energie, voeding, huisvesting, … maar dan voor studenten, die volgens de vragensteller vergeten werden… opnieuw. Wat ging minister Weyts daaraan doen?
Die bekeek, niet onlogisch, de zaak vanuit zijn positie (en dus bevoegdheid) van minister van Onderwijs en focuste enerzijds op alles wat al bestond voor minder gegoede studenten (lager inschrijvingsgeld, studietoelagen, studentenvoorzieningen). Anderzijds op recente tegemoetkomingen voor de hogeronderwijsinstellingen (25 + 50 = 75 miljoen euro). Tot geen kleine ergernis van de vragensteller trouwens. Links en rechts werden nog enkele bijkomende ideeën gesuggereerd (bv. een netwerk creëren van Stuvo’s en OCMW’s, opnieuw extra middelen voor Stuvo’s, de inkomensgrenzen voor studietoelagen verlagen).
Vragensteller D’Haese zei dat de minister het probleem totaal onderschatte en besloot: “Minister, tegen al die mensen zegt u: business as usual. Trek uw plan. Ga naar de sociale dienst van de universiteit, en als dat niet volstaat, naar het OCMW. Als dat uw boodschap is aan de mensen die in de toekomst Vlaanderen moeten maken, dan denk ik dat ze nog eens twee keer zullen nadenken voor ze u opnieuw als minister van Onderwijs willen.”
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de stijgende kosten voor studenten van Jos D'Haese” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen