Om de commissievergadering te besluiten nog een vraag om uitleg van Loes Vandromme over een intussen ook bekend thema: hoe kon naast de federale fiscale regeling het buitenschoolse gebruik van schoolinfrastructuur, ook via de lokale besturen, gefaciliteerd worden?
Minister Weyts hechtte inderdaad veel belang aan zo’n multifunctioneel gebruik van schoolinfrastructuur. Hij sprak van zijn brief, samen met minister Bart Somers, aan de federaal bevoegde minister Vincent Van Peteghem over het behoud van het lagere BTW-tarief bij openstelling van schoolinfrastructuur. Hij verwachtte nog de formele bevestiging daarvan, maar later in de bespreking bleek dat minister Van Peteghem inderdaad in die zin geantwoord had in de Kamer Van Volksvertegenwoordigers. Op Vlaams niveau bestond al de vrijstelling van de onroerende voorheffing, waarover het in deze commissie ook al eerder ging. De minister herhaalde diverse elementen uit het Masterplan Scholenbouw 2.0, incl. de geplande verplichting van de openstelling buiten de schooluren, weliswaar op voorwaarde dat de voordelige BTW-regeling overeind bleef. Hij verwees naar stimulerende acties, zowel in het Strategisch Plan 2030 van het Gemeenschapsonderwijs, bij AGION als in het kader van Sport Vlaanderen.
In haar repliek bevestigde vragensteller Vandromme een en ander en verwees, zoals in haar intro, nog terug naar de inspiratiegids van De Ambrassade, maar kaartte ook de nood aan afstemming aan, wat de diverse bestaande projectoproepen betrof. Interveniënt Elisabeth Meuleman had ook een vraag om uitleg over deze thematiek (maar dan wel in nog veel ruimere zin) ingediend, maar kwam nu al maar met een waslijst aan vragen in plaats van de week nadien, zo meende ik te begrijpen.
Die waslijst verleidde de minister tot enig cru taalgebruik. Ik had het in mijn notities wat eerbiediger opgeschreven, maar begreep zijn punt wel. Hij voegde dan nog wat praktische kanttekeningen toe, die kwamen kijken bij zo’n concrete openstelling van schoolinfrastructuur en de scholen nog wat remmen in de praktijk. De uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden was daarvoor erg belangrijk. Vragensteller Vandromme zag het al meteen zitten om zulke goede praktijkvoorbeelden te gaan bezoeken met de Commissie. Nog vrije data daarvoor vinden leek een groter probleem, zo meende ik voorzitter Grosemans te begrijpen.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het buitenschoolse gebruik van speelplaatsen en andere schoolinfrastructuur van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen