21 oktober 2021 – Impact op studieloopbaan van OKAN-leerlingen

De voorlaatste vraag om uitleg van deze commissievergadering had vragensteller Elisabeth Meuleman gehaald uit het nieuwe onderzoek van Emery, Spruyt, Van Avermaet (VUB) naar de impact van de wijze waarop het secundair onderwijs georganiseerd is op de studieloopbaan van OKAN-leerlingen. Hun oriëntering binnen het onderwijs zou vooral afhangen van de snelheid waarmee ze Nederlands leerden en die oriëntering zou ook al heel snel gebeuren, waardoor een grote groep vooral terecht zou komen in het bso. Deze mechanismen werden eerder al blootgelegd in een grootschalige evaluatie van OKAN-onderwijs. Wat ging minister Weyts daaraan doen?

Hij wees erop dat het om een eerder kleinschalig onderzoek ging. Het was wel enigszins verwarrend: hij sprak eerst van twee, nadien van vier scholen, maar goed. Met cijfers in de hand erkende hij dat de doorstroom van OKAN-leerlingen naar het ‘reguliere’ secundair onderwijs wel voor verbetering vatbaar was. Maar net daarom vond hij zo snel mogelijk zo goed mogelijk Nederlands leren zo cruciaal. De zgn. vervolgschoolcoaches en de ‘gewone’ leerlingenbegeleiding namen ook een belangrijke rol in dit verband op. Het citaat van vragensteller Meuleman uit het vermelde onderzoek over bedenkelijke toetsen die gebruikt zouden worden voor OKAN-leerlingen, bracht de minister naadloos bij zijn hernieuwde pleidooi voor zijn… Vlaamse toetsen Nederlands. Op 16 december 2021 zou daarover trouwens een hoorzitting met enkele experten in de Onderwijscommissie gepland worden.

In wat volgde, waren we nog getuigen van een allesbehalve nieuw akkefietje tussen vragensteller Meuleman, die ook kritisch was voor de Vlaamse taaltoetsen (nwvr: er worden ook wel wiskundetoetsen in het vooruitzicht gesteld), en interveniënt Koen Daniëls over die zgn. hiërarchie tussen onderwijsvormen. Die laatste verweet haar, niet ten onrechte vond ik, ook enige kortzichtigheid. Hij sprak lovend over het OKAN-onderwijs, zoals interveniënt Loes Vandromme vóór hem al gedaan had. Zij het dat zij wel, tegen de achtergrond van het lerarentekort, aandrong op meer flexibiliteit bij het inzetten van diverse extra uren.

Minister Weyts herhaalde zijn punt over Nederlands en bracht ook even de extra relancemiddelen voor de CLB’s in herinnering. Hij zou ervoor zorgen dat de resultaten van de Vlaamse toetsen contextueel geïnterpreteerd zouden worden. Vragensteller Meuleman deed ten slotte nog een nieuwe poging om haar punt te maken, maar aan een hevig gesticulerende Koen Daniëls net achter haar te zien leek die me niet echt overtuigd. Het zij zo. Op naar de al meteen laatste vraag van de vergadering die je elders op deze pagina’s kunt lezen en die zowel inhoudelijk als politiek veel onschuldiger was.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio