Eigenlijk kon ik dit korte stukje al haast helemaal schrijven vóór aanvang van de plenaire vergadering. Hoe kwam dat? Simpel. Zoals wel vaker, was het hele debat al de dag voordien en op deze ochtend in de media gevoerd. In álle media: geschreven (voor abonnees) én audiovisuele, met ook verwijzing naar enkele onderwijsexperten.
Graag leg ik nog wel in het bijzonder de vinger op wat mij politiek het meest relevant leek bij deze kwestie, namelijk: het tekstuele verschil tussen de Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2024-2029 van minister Demir en de zgn. Beleids- en begrotingstoelichting Onderwijs en Vorming (BBT; p.68-69). Was het toeval of niet dat het bewuste, inhoudelijke discussiepunt tussen de minister en haar coalitiepartners totaal niet in haar beleidsnota stond, maar wel, zij het in ambigue termen, in de toelichting bij haar begroting voor 2025? Voor dat punt was toch een decreetswijziging nodig, dus toch niet futiel! Waarom het dan weglaten in de beleidsnota? Maar lees voort, beste lezer, want er volgde toch nog een verrassing…
Misschien waren zulke toestanden deels ook wel wat je krijgt met die verschillende opgelegde tekstformats voor dit soort documenten: eentje voor beleidsnota’s (met ook al veel nodeloos dubbel werk) en een ander voor die BBT’s. Die laatste zijn eigenlijk nogmaals hetzelfde, maar dan met de concrete begrotingscijfers erbij, zodat iedereen kan zien hoeveel euro’s men plant in te zetten voor de bewuste beleidsdoelen. Efficiënt, zoiets? Waar toch altijd mee geschermd wordt? Ik weet het niet hoor…
Nog iets uit de plenaire vergadering zelf dan? Eerlijk gezegd, ja, ik (en vermoedelijk was ik niet de enige) werd nog verrast… Niet zozeer door het begin van het antwoord van de minister, toen zij naar eigen zeggen citeerde uit haar beleidsnota, maar eigenlijk de bewuste passage uit de Beleids- en begrotingstoelichting voorlas. Niet verrast dus: de verwarring met die verschillende tekstformats heb ik hierboven al uitgelegd, maar men zou toch wel mogen verwachten dat de twee genoemde teksten wel met elkaar zouden sporen, zeker wat cruciale beleidsdoelen betrof.
Mijn verrassing sloeg op iets anders. Bij herhaling (wel drie keer vermeld) nam minister Demir nu haar toevlucht tot inderdaad een voor de hand liggend, ánder instrument ten behoeve van ouders, wat de resultaten van een school op de Vlaamse toetsen betrof, met name: de publiek toegankelijke doorlichtingsverslagen van de Onderwijsinspectie die in de toekomst net ook een kwalitatieve beschrijving zou bevatten van hoe de school in kwestie presteerde op de Vlaamse toetsen. En daarvoor was uiteraard … géén decreetswijziging nodig…
Tot slot was er nog een tweede voorwerp van mijn verrassing, zij het in wat mindere mate dan het punt in de vorige alinea. Het gemak waarmee minister Demir over het complexe begrip “leerwinst” sprak, conform haar beleidsnota trouwens, deed mij alleen vermoeden dat ze nog geen kennis had kunnen nemen van de interessante zaken die net daarover vorige legislatuur al gezegd waren en die toen duidelijk al tot veel meer voorzichtigheid in de uitspraken over leerwinst geleid hadden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de bekendmaking van de resultaten van de Vlaamse toetsen aan ouders van Koen Daniëls, over de Vlaamse toetsen van Loes Vandromme, over de discussie rond het vrijgeven van de resultaten van de Vlaamse toetsen van Roosmarijn Beckers, over de Vlaamse toetsen van Stephanie D'Hose en over een ranking van scholen op basis van de centrale toetsen van Hannelore Goeman” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen