Tot slot van de commissievergadering mochten nogmaals Karolien Grosemans en Loes Vandromme aantreden: nu over (ook opnieuw) gepensioneerde leraren die weer lesgaven. Ook daarover ging het in het (recente) verleden al heel vaak in de context van het lerarentekort. Bij wijze van voorbeeld: een artikel uit 2022 in Trends, een recente casus van een leraar uit Lommel in De Standaard (voor abonnees; vragensteller Grosemans verwees er later in de vergadering ook naar) en de onderwijscommissievergadering van 16 februari 2023 met een weliswaar andersoortige vraag om uitleg die finaal toch ook weer leidde naar de hier voorliggende (federale) problematiek. Hoe zat dat intussen met de contacten met de federale minister van Pensioenen Lalieux rond de voortzetting van de cumulatie-uitzondering, met beleidsinitiatieven om gepensioneerde leraren weer aan de slag te krijgen, maar ook met sowieso werkbaar werk aan het eind van de loopbaan (lees: zodat men niet te vlug uitstroomt naar het pensioen), de borging van de rijke ervaring van die mensen na hun pensioen en de professionaliseringsmogelijkheden van oudere leraren? Een heel ruim plaatje dus van hr-beleid en wat de overheid daarin kon betekenen.
Minister Weyts benadrukte nog op 7 februari 2023 minister Lalieux aangeschreven te hebben om de tijdelijke afwijking op de cumulatieregeling ‘pensioenen’ en op de cumulatieregeling ‘terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen’ te verlengen (nwvr: voorlopig gold die verlenging slechts tot 31 maart 2023, dus dat kwam dichterbij). Idem voor de minister van Financiën Van Peteghem om fiscale gunstmaatregelen toe te kennen aan de gepensioneerden die een opdracht in het onderwijs opnamen, de zogenaamde flexi-jobs bijvoorbeeld. Dat stokpaardje van minister Weyts kenden we intussen al erg goed, want hij herhaalde ook het hele verhaal van wel flexi-jobs in de zorg zelfs als een budgettaire meerinkomst. Ook diverse personeelsmaatregelen van minister Weyts zelf waren gekende materie, maar het was aan scholen om ze te gebruiken. En het verhaal wordt eentonig: ook de ICT-professionaliseringsmogelijkheden in het kader van de Digisprong kenden we. Professionalisering was nog te weinig een interne zaak binnen de scholen zelf (cf. interne lerende netwerken) en in de ministers punt daarover klonken voor mijzelf bekende echo’s uit een ver verleden… De minister sloot af met nog enkele bijkomende cijfers als aanvulling bij wat de vragenstellers al zelf vermeld hadden in hun inleidingen.
Vragensteller Grosemans appelleerde Hannelore Goeman (verontschuldigd) en collega-vragensteller Loes Vandromme (dus wél aanwezig) met het oog op federale actie wegens de deelname van hun respectieve partijen aan de federale regering. Die laatste begon met een terechte waarschuwing i.v.m. een mogelijk dubbel gunstregime voor ‘pregepensioneerden’ die weer gingen lesgeven ten opzichte van wie ‘gewoon’ bleef doorwerken tot het ‘normale’ pensioen en argumenteerde dat zoveel mogelijk gestreefd moest worden naar dat laatste (ook om onderwijskwaliteitsredenen). Ze uitte vervolgens enige twijfels over de praktische toepasbaarheid van de zgn. 20 procent-maatregel van de minister. En ze was blijkbaar goed geïnformeerd over de behandeling van de federale zgn. vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen op het loon, waarbij naar verluidt geen federale oppositiepartij een amendement ingediend had als oplossing waarop vragensteller Grosemans hier aangedrongen had… Flexi-jobs in het onderwijs ten slotte, ook daarvoor liep vragensteller Vandromme niet warm. Ik kon haar daarin volgen.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over leerkrachten die na hun pensioen opnieuw instromen van Karolien Grosemans en over gepensioneerde leerkrachten die weer voor de klas gaan staan van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen