19 november 2025 – Actieplan “Goed Gedragen”

Zowel op 12 als op 13 november ging het er al over, maar ja, als men op 13 november niet aanwezig is in de Onderwijscommissie, dan kent men de ‘afspraak’ niet om hieraan een aparte bespreking (gedachtewisseling) te wijden en dan stelt men nu al maar een actuele vraag (cf. ook plenaire vergadering van 5 november). Ging er meer gevraagd c.q. geantwoord worden dan al in de publiek beschikbare informatie stond? De actuele vraag luidde hoe de minister er met haar actieplan concreet voor zou zorgen dat in de toekomst minder leerlingen zouden worden uitgesloten.

Het eerste antwoord van minister Demir lag voor de hand en bevatte niets nieuws, want dat stond in de bewuste nota/actieplan (belang van preventie door aanleren van wenselijk gedrag). Maar vragensteller Kasmi insisteerde op de negatieve invalshoek van de uitsluitingen: als het dus niet lukte met dat aanleren. Hij vroeg naar garanties, maar gelet op de aard van het beestje in onderwijs, lijkt zo’n vraag mij niet vrij van enige naïviteit.

Interveniënt Loes Vandromme herinnerde fijntjes aan die bovenvermelde afspraak, maar had vooral een opmerking/vraag die rechtstreeks over het parlementaire werk ging, namelijk: decreten maken. Een en ander uit het actieplan moest een rechtsgrond krijgen en met name in het ontwerp van Inspectiedecreet later in deze plenaire vergadering was voor de opdracht van de Onderwijsinspectie nog geen rekening gehouden met dit actieplan. Interveniënt Hiba Faraji pleitte vervolgens voor meer aandacht voor praktijkonderwijs, gelet op de grote schooluitval in haar stad Antwerpen. Interveniënt Jan Laeremans tot slot wees op een volgens hem specifieke eigenaardigheid in het actieplan: leerlingen die al herhaaldelijk uitgesloten waren, kregen in het plan volgens hem een absoluut inschrijvingsrecht.

In haar tweede antwoord kon de minister het niet laten te beginnen met een ironische opmerking over de efficiëntie van het stellen van deze vraag op dit moment, waarvoor ik zelf heel veel begrip had (voor de ministers ironie dus). De minister liet voorts duidelijk verstaan dat niet “Brussel” de concrete gedragsregels in een school zou bepalen noch wat er zou gebeuren wanneer een leerling zich daar niet aan hield: dat zou die school zelf doen. Gelukkig.

Even een kleine terzijde over dat “in de rij gaan staan”, dat de minister als voorbeeld gaf. Ik zou echt eens willen weten hoe het precies komt dat dat ooit afgeschaft werd (in sommige scholen?): wie precies dacht daarmee precies wat te realiseren? Mijn eigen lagereschool- en middelbareschooltijd speelden zich af van 1 september 1967 tot 30 juni 1979 (daarmee weet je meteen hoe oud ik ben) en die héle tijd gingen wij in de rij staan op de speelplaats en gingen (in stilte… meestal) in de rij naar ons klaslokaal… Mag ik het opmerkelijk vinden dat anno 2025 blijkbaar een Engelse gedragsexpert nodig is, Tom Bennett, om op zoiets te komen als remedie voor gedragsproblemen op school?

Terug naar het antwoord van de minister: die gevraagde rechtsgrond, dat ging in orde komen, en het praktijkonderwijs (in zijn diverse vormen), ja, ook dat kreeg de nodige aandacht, en ja, er was nu eenmaal een recht op onderwijs. Maar vragensteller Kasmi besloot met zijn vrees te herhalen dat door dit plan net meer leerlingen zouden worden uitgesloten. On verra.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?