In de plenaire vergadering van 1 juli 2020 had minister Weyts gerapporteerd van een grote bevraging door de Vlaamse Scholierenkoepel (een praktijkevaluatie, zeg maar), waaruit gebleken was dat een bepaalde groep jongeren afstandsonderwijs wel zag zitten. Met het oog op een wetenschappelijke evaluatie werd een werkgroep van pedagogen en wetenschappers opgericht. Wanneer zou die evaluatie gemaakt worden? Was sociaal en emotioneel welzijn van leerlingen een van de evaluatiepunten? Zou in de toekomst de mogelijkheid van afstandsonderwijs permanent voor scholen behouden worden? Zo vroeg Jo Brouns.
Minister Weyts antwoordde dat al heel wat geweten was over afstandsonderwijs, ook los van corona, maar ook over de effecten van afstandsonderwijs tijdens de coronacrisis dankzij studies van de Europese Commissie en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Nu moest er gekeken worden naar onderzoek over de Vlaamse situatie. En toen kwam opnieuw het verhaal van de OBPWO-agenda ter sprake: met name thema 7 daarin, zoals gegund door de Vlaamse regering aan een samenwerkingsverband tussen de UGent, de VUB en Thomas More Hogeschool op 12 februari 2021. Dat heette 'gecombineerd leren of blended learning in het secundair onderwijs'. De minister somde enkele onderzoeksvragen op. Het onderzoek zou moeten leiden tot een wetenschappelijk rapport en een praktijkgerichte didactische leidraad voor leraren en scholen, ook in een niet-crisissituatie zoals in de huidige coronacontext.
In zijn repliek vroeg vragensteller Brouns naar een duidelijk kwaliteitsvol, eventueel decretaal, referentiekader met betrekking tot de evaluatie? Wat met het sociale overleg daarover? Interveniënt Karolien Grosemans had van de ochtendlijke hoorzitting over de armoedeproblematiek met onder andere professor Wim Van Lancker onthouden dat heel wat kinderen en jongeren thuis niet beschikten over mogelijkheden om goed aan afstandsonderwijs deel te nemen. Heel terecht wees ze er ook op dat het digitale aanbod, ondanks gelijk ook de grote voordelen ervan, een aanvulling op contactonderwijs was, geen vervanging ervan. Op 9 maart had het Kinderrechtencommissariaat een knelpuntennota afstandsonderwijs gepubliceerd, met daarin een referentiekader voor kwalitatief afstandsonderwijs. In welke mate omvatte actie 3.4 in de visienota Digisprong dat referentiekader voor kwalitatief afstandsonderwijs?
Minister Weyts nuanceerde enigszins het positieve beeld over afstandsonderwijs bij een aantal jongeren in de VSK-bevraging. Voor heel wat anderen waren afstandsonderwijs en de vereiste zelfdiscipline daarvoor (nwvr: de minister keek ook even in zijn 14-jarige hart en dat sierde hem, vond ik) niet vanzelfsprekend. Dat gold trouwens ook voor de kwaliteit van het digitale aanbod. Hij herhaalde het pas gestarte onderzoek in het kader van OBPWO. Indien gepast, zou de nota van het Kindercommissariaat ook bij de zaak betrokken kunnen worden, maar die had de minister nog niet gelezen. Hij wees ook, gelukkig …, op de pedagogische vrijheid in het hele verhaal. Hij was er zich van bewust dat de finale studieresultaten later ook het best voorwerp waren van sociaal overleg. Inderdaad.
Vragensteller Brouns had tot slot nog heel wat woorden nodig om de bespreking af te ronden. Hij zette nog eens enkele belangrijke accenten op een rij. Het belang van contactonderwijs. Via onderzoek en overleg met de onderwijsactoren moest het beste van het digitale afstandsonderwijs ook goede diensten bewijzen aan het leerproces in de toekomst. Hij herhaalde dat daarvoor een juridisch kader nodig was. En hij verwees naar het kennis- en adviescentrum uit de visienota Digisprong als permanente evaluator, maar die kwestie leek mij nu net zeker ook op de tafel van het gevraagde sociale overleg te moeten komen. De vraag naar hoever de rol van de overheid daar moet reiken, was en bleef een cruciale vraag, dacht ik.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de evaluatie van het afstandsonderwijs
van Jo Brouns” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen