Ook bij zijn derde en laatste vraag (net zoals bij de eerste en de tweede) had Koen Daniëls zich blijkbaar voorgenomen om meteen in de eerste commissievergadering van het nieuwe werkjaar een belangrijk thema uit het vorige werkjaar te selecteren en daarover opnieuw een vraag om uitleg te stellen. Zo ook over de lerarenopleiding. De lezer herinnere zich de commissievergadering van 14 januari 2021. De vraag om uitleg vertoonde overigens ook een grote verwantschap met die tweede vraag over de (verplichte) ijkingstoetsen, maar voor bepaalde lerarenopleidingen heet zulks “instaptoets/proef”, met ook wel een enigszins andere invulling dan die van de verplichte ijkingstoetsen voor bepaalde STEM-studierichtingen. Daarnaast vroeg Daniëls bijkomend ook nog naar die zgn. “versterking van de lerarenopleiding” (cf. die andere vraag om uitleg die ochtend over het lerarentekort, waarbij ik in mijn commentaar enige scepsis uitgesproken heb). Dat ga ik hier dus niet herhalen.
Een gemengde werkgroep van VLHORA, VLIR, VVS en overheid was bezig om de vermelde verplichte remediëring grondig te overdenken. Hoever het daarmee stond was minder duidelijk, maar minister Weyts gaf toch een expliciete indicatie van de timing van het proces: op basis van de bevindingen van de werkgroep zou de administratie een voorontwerp van decreet opmaken, zodat in het academiejaar 2023-2024 gestart zou kunnen worden met die nieuwe regeling. De resultaten op de instapproef werden alleen gedeeld met de hogeschool waar men zich nadien inschreef, niet met het secundair onderwijs. Vervolgens kregen we weer het verhaal over diverse projecten waartoe intussen opgeroepen was en die gestart waren. Er waren ook informele gespreksrondes met de lerarenopleidingen over wensen en bezorgdheden gehouden, waarover in oktober gerapporteerd zou worden aan de lerarenopleidingen. Focusgesprekken met schoolleiders zouden nog volgen. Er was ook nog de commissie-Brinckman (over onderwijskwaliteit). De NVAO volgde volop de educatieve graduaats- en educatieve masteropleidingen op. En er was de ‘gewone’ instellingsreview in het hoger onderwijs. De metafoor over “trek in de schouw” kon ook niet ontbreken in het betoog van de minister.
Van hoe vragensteller Daniëls die (vreselijke, telkens weer gerapporteerde) “praktijkschok” van beginnende leraren illustreerde vanuit zijn eigen ervaring viel mijn mond wel open. Als het dat maar was. Eigenlijk erkende hij dat zelf ook, want de remedie voor zijn zgn. praktijkschok bleek hij zelf heel makkelijk te vinden… gewoon door zijn gezond verstand te gebruiken. Zo simpel kon het dus zijn. Interveniënt Loes Vandromme had dat ook door. Zij bevestigde voorts heel wat zaken die gezegd waren, voegde nog iets toe over veerkracht en keek uit naar de rapportage in oktober. En Johan Danen, die vond er niet beter op om over de lerarenopleidingen en de kwaliteit ervan…hoorzittingen te gaan organiseren… Herinnerde hij zich eigenlijk wel de zeven (!) hoorzittingen over het lerarentekort en de onderwijskwaliteit en het lot van die hoorzittingen?
De slotreflectie van de minister vond ik maar pover: dat afgestudeerden van lerarenopleidingen niet in het onderwijs gaan werken (nwvr: ik gebruik bewust nooit de klassieke formulering “voor de klas staan”…), zou dat misschien ook niet kunnen betekenen dat zo’n opleiding eigenlijk best wel heel breed is en dus op allerlei plaatsen op de arbeidsmarkt een echte troef is? Zulke mensen hoef je dus niet a priori weg te houden uit de lerarenopleidingen met je verplichte ijkingstoets met verplichte remediëring… Waarop vragensteller Daniëls ook nog eens zijn verhaaltje vertelde over “het aapje dat naar u moet kijken op de luier”. Elke papa kan al járen luiers aandoen bij baby’s, ook ik, en ik ben intussen opa, en ik kan het nog steeds. Kleine boodschap, grote boodschap, mij om het even. Daarvoor hoef je niet naar de universiteit te gaan… Aan mijn bovenvermelde reflectie over afgestudeerden van lerarenopleidingen die niet in het onderwijs gaan werken, had blijkbaar ook vragensteller Daniëls (nog) niet gedacht. Hij opperde liever de inderdaad ook mogelijke overweging van de lerarenopleiding zelf die (in een aantal gevallen) verantwoordelijk zou kunnen zijn voor zulke beslissingen van afgestudeerden. Ik vraag me intussen wel af hoezeer hij lerarenopleidingen van hogescholen vanbinnenuit kent. Conclusie: een groter overheidsingrijpen leek op stapel te staan. De lerarenopleidingen waren gewaarschuwd, hoewel… vanuit mijn ervaring ben ik er nogal gerust in.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de kwaliteit van de lerarenopleiding van Koen Daniëls” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen