We hadden nog maar net in de plenaire vergadering van de dag voordien een actuadebat gehad over de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep, of er was hier alweer een variatie op dat thema, met een heel specifieke invalshoek, vooral voor Brussel, naar aanleiding van recent wetenschappelijk onderzoek van de KU Leuven en de U Antwerpen, waarover geschreven was in De Morgen van 8 januari 2025. Interessant onderzoek, inderdaad. Ik herinner ook graag aan iets ouder wetenschappelijk onderzoek over het leraarschap in een grootstedelijke context. Maar de vragen dus van Brusselaar Hannelore Goeman: over de kwestie van de Brusselse leraren die vooral niet in Brussel wonen, een realiteit die een extra impact heeft op het lerarentekort. In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van medio 2024 hadden ook wij van Katholiek Onderwijs Vlaanderen er aandacht voor in ons Brusselse verkiezingsmemorandum en de dito debatavond toen. Niet onverwacht ging het in Goemans vragen opnieuw over mogelijke, specifieke maatregelen voor Brussel en n.a.v. klassluitingen in Ganshoren, waarin minister Demir mee naar oplossingen gezocht en die ook gevonden had, ook over een mogelijk draaiboek (met de sociale partners) voor scholen die met een dreiging van klassluitingen te maken zouden krijgen.
De minister kende het vermelde onderzoek en sprak ook van een tweede deelrapport, dat recent bezorgd was. De dag nadien zou op de Vlaamse regering ook een voorontwerp van decreet voorliggen met enkele (beperkte) maatregelen voor het onderwijspersoneel, waarvan de minister al melding gemaakt had in het actuadebat van een dag eerder. Het ruimere lopende werk in dit verband, met name intensief overleg met de sociale partners over het statuut van de leraar en de schoolleider, waarop de bedoelde maatregelen eigenlijk al een voorafname waren, zou nu tegen de zomer van 2025 resultaten opleveren, waarmee de minister naar de Vlaamse regering zou trekken. Ik meende dat er aanvankelijk sprake was van “tegen de paasvakantie”, maar dat terzijde.
Van een specifieke Brusselpremie voor Brusselse leraren was de minister niet meteen een voorstander. Ze wilde wel bepaalde bestaande opties voor de scholen meer in de kijker (laten) zetten, zoals bv. 4 werkdagen op school i.p.v. 5. In Ganshoren waren er vervangers gevonden in samenspraak met Onderwijscentrum Brussel (OCB). En er liepen ook enkele proeftuinen (cf. vorige legislatuur).
Vragensteller Goeman zag voor Brussel nog heel wat andere mogelijkheden, ook voor diverse tijdelijke noodmaatregelen. Interveniënt Griet Vanryckegem blies niet voor het eerst de loftrompet over wat haar betrokken partijgenoten in deze en in de vorige Vlaamse regering al voor goeds gepresteerd hadden. Interveniënt Kasmi wees op de Brusselpremie bij de ordediensten en interveniënt Vandromme vroeg opnieuw naar de tussentijdse evaluatie van de vermelde proeftuinen door de Onderwijsinspectie.
Tot slot beloofde de minister Goemans voorstellen verder te bekijken, ook met haar collega-minister-partijgenote Cieltje Van Achter, en slaakte vragensteller Goeman nog even haar cri du coeur, waarvoor inderdaad alle begrip, want de situatie was schrijnend.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het lerarentekort in gebieden waar weinig leerkrachten wonen van Hannelore Goeman” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen