12 juni 2025 – Zevende jaren A-finaliteit versus TKO in vwo

Als laatste vraag om uitleg van deze commissievergadering nog iets totaal anders: een typisch eigenaardigheidje waarbij er tijdelijk een zekere ‘spanning’ zou zijn tussen diploma’s van het secundair onderwijs en die van het (secundair) volwassenenonderwijs als gevolg van de timing in het traject van de modernisering secundair onderwijs. Dat vergt een woord uitleg, dat perfect hier te vinden is, met name wat de mogelijke overgangen naar hoger onderwijs betreft/betrof na 6 jaar beroepssecundair onderwijs in het gemoderniseerde so (vanaf schooljaar 2024-2025) versus het niet-gemoderniseerde so (tot en met schooljaar 2023-2024).

Vragensteller Jan Laeremans maakte prima gebruik van al die informatie, maar zoals trouwens ook de vermelde online informatie zelf, ‘vergat’ hij daarbij nog wel één specifieke optie, met name de mogelijkheid om via een toelatingsproef toegelaten te worden tot een graduaatsopleiding. Maar het probleem dat Laeremans wilde aankaarten had eigenlijk daar niet mee te maken, maar wel met iets anders:

  • in 2025-2026 levert een diplomagerichte opleiding in het volwassenenonderwijs in combinatie met een zgn. Aanvullende Algemene Vorming (AAV) (lees: als zevende jaar voor wie in juni 2025 zijn diploma secundair onderwijs (OK3) behaalt) nog het ‘oude’ diploma secundair onderwijs (lees: van vóór de modernisering so) op, dat rechtstreekse toegang verleent tot het hele hoger onderwijs;
  • in 2025-2026 biedt het voltijds secundair onderwijs die mogelijkheid niet meer, tenzij de betrokken leerling met succes het nieuwe zevende leerjaar gericht op hoger onderwijs afwerkt, want de nieuwe zevende leerjaren gericht op de arbeidsmarkt (i.t.t. vóór de modernisering so) zijn daarvoor dan niet meer voldoende.

Het klopte wat vragensteller Laeremans zei, maar…:

  • ik betwijfel of er nu echt zo veel so-afgestudeerden in de bedoelde situatie zijn, die ineens de vwo-piste gaan nemen; die is en blijft trouwens ook een volledig schooljaar (dus niet tijdbesparend), die eventueel wel als wat makkelijker gepercipieerd zou kunnen worden, al is dat laatste lang niet zeker;
  • dus spreken van “oneerlijke concurrentie”, “belangrijk structureel voordeel” en “discrepantie” leek mij op zijn minst een overdreven formulering;
  • overigens, — en dat is finaal toch het belangrijkste, dacht ik —, wie van de bedoelde so-afgestudeerden naar een bacheloropleiding wil, is toch maar best voorbereid, en dat is nu net het doel van dat nieuwe zevende leerjaar gericht op hoger onderwijs;
  • en tot slot ook nog, zoals minister Demir terecht antwoordde: het genoemde verschil tussen het voltijds secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs zou slechts tijdelijk bestaan; vanaf 2026-2027 zou de situatie in het volwassenenonderwijs dezelfde worden als in het voltijds secundair onderwijs. Dus…; maar de minister zei ook de invoering van de zevende leerjaren zeer goed te zullen monitoren, zodat, indien nodig, later nog kon worden bijgestuurd.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?