Oorspronkelijk waren er drie vragenstellers, maar Hannelore Goeman haakte blijkbaar af. Thema van de vragen: het eindrapport van het project ‘Doorgaande Lijn’, dat ook al meermaals (en ook recenter) voorwerp van gesprek in de Onderwijscommissie geweest was bij vragen over het kleuteronderwijs. Eind juni 2025 zouden de proefprojecten ophouden te bestaan. Wat kon er uit het eindrapport geleerd worden, met het oog op het (eventueel) structureel implementeren van een (eventueel) positieve ‘oogst’ van de proefprojecten? Uiteindelijk zou zulke beweging (lees: van tijdelijk proefproject (nwvr: eigenlijk een pleonasme) naar structureel beleid) altijd het doel moeten zijn van “projectmanagement”, maar de praktijk durft al weleens anders te zijn.
Minister Demir begon met een heel realistische vaststelling uit het eindrapport, dat we wellicht ook al wel wisten zonder dat eindrapport: Welzijn en Onderwijs zijn in allerlei opzichten verschillende werelden, die je niet meer zomaar met één vingerknip op elkaar afstemt, laat staan waarvan je de respectieve regelgevingen met elkaar versmelt. Kinderopvang en kleuteronderwijs worden wel gedreven door hetzelfde doel, zo leerden de proefprojecten: het verschil kunnen maken voor elke peuter en kleuter, zoals dat ietwat wollig klonk in de bespreking. Al een stuk concreter: het welbevinden van de kleuters en de peuters en de betrokkenheid van de ouders bij de ontwikkeling van hun kind. De minister zou nu de zaken van naderbij bekijken in nauw overleg met haar collega-minister Caroline Gennez.
Vragensteller Buyst meende bij die laatste iets meer voortvarendheid te bespeuren dan in het antwoord van de Onderwijsminister en drong dus aan op een concrete aanpak. Vragensteller Vandromme zag in een nauwer contact tussen kinderopvang en kleuteronderwijs ook veel heil voor met name het behoud van kleinere basisscholen op het platteland. Interveniënt Karolien Grosemans hoopte dan weer o.a. dat de zgn. doorgaande lijn de nadruk op kennis (cf. nieuwe minimumdoelen, ook voor het kleuteronderwijs) niet onder druk zou zetten.
Dat laatste beaamde de minister uiteraard en de twaalf proefprojecten moesten daarover zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen. Hoofdzaak voor minister Demir in haar eigen beleid was en bleef de zaak van de onderwijskwaliteit en dus in eerste instantie van de nieuwe minimumdoelen basisonderwijs… te midden van ook vele andere onderwijsuitdagingen. Onderwijskwaliteit, plan Nederlands, lerarentekort en loopbaan van de leraren: het was inderdaad al een indrukwekkend lijstje.
Beide vragenstellers waren het erover eens dat de opgedane kennis nu niet verloren mocht gaan (nwvr: vragensteller Vandromme sprak nog wat explicieter over het verlengen van de proefprojecten) en vooral dat de proefprojecten net ook de onderwijskwaliteit dienden.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het eindrapport van het project 'Doorgaande Lijn' van Kim Buyst en over het eindrapport van het project 'Doorgaande Lijn' van Loes Vandromme” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen
