Door een changement de décor aan het eind van de Onderwijsspiegel-toelichting in deze commissievergadering dacht ik aanvankelijk mijn commentaar erop uit te stellen tot na de antwoorden op vragen van de onderwijscommissarissen. Maar die changement betekende een uitstel naar… 30 januari 2025, en dat vond ik bij nader toezien toch wat lang. Vandaar dit compromis: in dit stukje geef ik nu toch al, zij het kort, wat hier voorlag, en de vragen/antwoordenronde van 30 januari 2025 becommentarieer ik dan pas. Daardoor wordt dit stukje wel eerder gewoon een korte mededeling/melding dan wel een commentaar. Overigens, — maar ik kan me uiteraard serieus daarin vergissen —, verwacht ik eind januari, eerlijk gezegd, niet zo echt veel nieuws ten opzichte van wat op te merken viel bij de besprekingen van onderwijsspiegels in voorbije jaren. Twee kritieken van de Onderwijsinspectie kwamen toen namelijk steeds terug: het ondermaatse zgn. onderwijskundige beleid én het dito evaluatiebeleid van scholen. Dat stelde mij toen trouwens in de gelegenheid om ook kritisch te zijn ten aanzien van die kritiek… En bovendien stellen onderwijscommissarissen traditioneel veel meer vragen over de onderwijsactualiteit van dat moment dan over het verleden waarover gerapporteerd wordt in een onderwijsspiegel.
Eén niet oninteressant verschil zie ik eventueel wel met die voorbije jaren: in de Onderwijsspiegel 2024 staat ook een open brief van de Onderwijsinspectie, gericht aan het beleid (de politiek) maar ook aan het onderwijsveld, ter gelegenheid van de parlementsverkiezingen in 2024, en dus met een blik toen op deze, nog prille legislatuur. In het regeerakkoord en de beleidsnota van minister Zuhal Demir staan inderdaad bepaalde nieuwigheden i.v.m. de Onderwijsinspectie voor de volgende jaren (de toekomst dus). Daarover zou het op 30 januari 2025 weleens méér kunnen gaan dan over de klassieke kern van een onderwijsspiegel, zijnde een aantal bevindingen over de ondernomen doorlichtingen en themaonderzoeken per definitie van een schooljaar voordien (het verleden dus). Door de concrete timing van deze vergadering had ze tenslotte ook iets van vijgen na Pasen, of van mosterd na de maaltijd, zoals de standaardtaalsprekers uit het noordelijk deel van ons taalgebied plegen te zeggen. Dat laatste bezorgt mij een naadloze overgang naar de eigenlijke mededeling over de relevante elementen van de vergadering hier.
Inderdaad, al op 27 maart 2024 werd de Onderwijsspiegel 2024 officieel gepresenteerd, wat trouwens een traditionele timing is. Maar door het einde van de voorgaande legislatuur kon een bespreking ervan in de oude Onderwijscommissie niet tijdig meer. Door de verschuiving in de tijd werd de presentatie in de nieuwe Onderwijscommissie meteen ook “de eerste keer” van de nieuwe inspecteur-generaal Katrien Bonneux. De lezer herinnert zich dat het verhaal met de vorige inspecteur-generaal Lieven Viaene minder fijn afgelopen was en eerlijk gezegd, zulks wens je niemand toe, maar dat terzijde.
Katrien Bonneux en twee cöordinerende inspecteurs Katja Petry en Elias Hemelsoet presenteerden hier dus de Onderwijsspiegel 2024 over het schooljaar 2022-2023 aan de hand van een overzichtelijke powerpointpresentatie. Dat nam ongeveer 1 uur en 9 minuten in beslag, waarna dan vooral op initiatief van Koen Daniëls het scenario voor het vervolg aangepast werd.
Voor de volledigheid meld ik tot slot nog even dat aan de presentatie van de Onderwijsspiegel 2024 een korte behandeling van een ontwerpdecreet voorafgegaan was, dat daarmee het eerste decreet voor de nieuwe Onderwijsminister werd (tenminste, wanneer het binnenkort ook plenair beslecht wordt en door de Vlaamse regering bekrachtigd en afgekondigd wordt in een daaropvolgende bijeenkomst van de Vlaamse regering). Dat dossier ging over de mogelijkheid van zgn. hybride onderwijs in het deeltijds kunstonderwijs.
Je kunt de video [vanaf 53:48] van de toelichting door de Onderwijsinspectie bekijken op de website van het Vlaams Parlement.
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.