Zelf had ik over dit thema de laatste tijd een aantal boeiende stukken met diverse invalshoeken in mijn krant en belendend weekblad gelezen: gaande van Ilja Leonard Pfeijffer, Mia Doornaert en Christophe Vekeman over Marc Reynebeau en Inge Schelstraete tot zelfs Hugo Matthyssen en nog zovele anderen. Maar deze vraag om uitleg van Kristof Slagmulder leek mij eigenlijk geen vraag voor minister Weyts. Een vraag om uitleg hoort over diens beleid te gaan en niet zomaar over om het even wat in de samenleving gebeurt, hoe belangrijk en interessant ook (lees: wat dan vaak in de krant staat). De zgn. woke-cultuur dus en wel in het Vlaamse hoger onderwijs. Vragensteller Slagmulder beschreef omstandig hoe hij een en ander zag en nam daarbij het woord woke-extremisme in de mond. En ook cancel culture, inderdaad. Hij stoffeerde zijn zaak met enkele buitenlandse voorbeelden die recent in de media kwamen en dat alles tegen de achtergrond van de vrijheid van meningsuiting. Volgens vragensteller Slagmulder was die laatste in gevaar. Hij had een hele reeks vragen voor de minister, die globaal hierop neerkwamen: wat vond hij van die woke-cultuur en wat zou hij ondernemen ter bescherming van de vrijheid van meningsuiting in de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen?
Niet onverwacht was minister Weyts kort van stof. Zijn definitie sloot wel aan bij wat vragensteller Slagmulder voordien en wel uitvoeriger geponeerd had, maar hij zei ook dat de grote kracht van het onderwijs in Vlaanderen net vrijheid van denken was, die weliswaar voortdurende waakzaamheid behoefde. Pogingen tot censuur beantwoorden met pogingen tot censuur, een soort gedachtepolitie dus, was echter niet het juiste antwoord, het debat voeren wél. En dat gold ook voor de relatie van de overheid zelf ten aanzien van de hogeronderwijsinstellingen. Mij leek de ministers houding alvast heel redelijk. Bij toch eventuele onregelmatigheden ter zake konden altijd de regeringscommissarissen de nodige initiatieven nemen. Maar de minister had ook alle vertrouwen in de universiteitsrectoren en wetenschappers zelf.
Even niet onverwacht was vragensteller Slagmulder minder gerust in een en ander en verdedigde hij zijn eigen gedachtegoed. Hij schetste welke tegenstelling er volgens hem speelde in onze universiteiten. Met de voorbeelden van de zgn. ‘Black Lives Matter’-beweging en dito dekolonisatie van het curriculum was wel duidelijk waar vragensteller Slagmulder naartoe wilde. Mij lijkt de hele kwestie sowieso erg complex en ik hoed me dan ook voor al te simplistische uitspraken. Dat de redelijkheid, in zijn diverse betekenissen, in dezen zegeviert, vind ik alvast wel cruciaal. Interveniënt Koen Daniëls vond het een speciale vraag, riep alle studenten en iedereen op tot “durven denken” (met verwijzing naar de UGent) en besloot dat het al bij al nogal meeviel met dat “zeer activistisch of politiek gekleurd zijn” van professoren. Minister Weyts had daar weinig aan toe te voegen en vragensteller Slagmulder helemaal niets. Het was inderdaad tijd dat het gedaan was, zoals commissievoorzitter Grosemans concludeerde.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de bedreiging van de vrijheid van meningsuiting door het woke-extremisme in de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen van Kristof Slagmulder” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen