Loes Vandromme noemde een indrukwekkende reeks bronnen om de plaats van de zgn. Leerwinkels in het veld van de leerloopbaanbegeleiding en het levenslang leren te bevestigen. Het ging daarbij om een rapport van het lerend netwerk Leerwinkels, het Vlor-advies over de conceptnota ‘Lerende samenleving’ en het Vlor-advies ‘Leercultuur in de volwasseneneducatie’, het ESF-project (Europees Structureel Fonds) Learning Inside Out, het zgn. GOAL-rapport, het Serv-advies over levenslang leren en het relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ (N.B. Wat dat laatste betreft, de lezer herinnert zich zeker ook de onderwijscommissievergadering van 4 februari 2021, waarover eveneens zeker het laatste woord nog niet gezegd is.). Vandrommes lijst vragen was niet minder indrukwekkend: allemaal i.v.m. de rol van de genoemde Leerwinkels bij de uitdagingen inzake levenslang leren en in het kader van het relanceplan en de verhouding van de Leerwinkels t.o.v. de VDAB en het Partnerschap Levenslang Leren.
Uiteraard erkende minister Weyts in deze context het belang van leerloopbaanbegeleiding en daarbij van objectieve informatie over de mogelijkheden en randvoorwaarden om als volwassene te leren. Wanneer het klassieke, lage cijfer aangehaald wordt van de zgn. leercultuur in Vlaanderen, zoals de minister ook nu deed, vergeef het mij, maar dan moet ik altijd enigszins sceptisch glimlachen met deze vragen in mijn achterhoofd: wanneer zouden deze ‘kritische’ politici zelf ook alweer een actie van levenslang leren ondernomen hebben? Maar vooral ook: zou er ook in Vlaanderen niet veel meer geprofessionaliseerd worden dan uit dat formele cijfer zou blijken? En ten slotte: wanneer het echt te doen is om formele, meer langdurige leertrajecten, zou het dan zo verrassend zijn dat mensen in sowieso al drukke professionele tijden en rekening houdend met een wat gezonde work-life balance, niet meteen staan te springen om zich systematisch periodiek op zulke lange leerwegen te begeven? Maar terug naar het antwoord van de minister. Dat bevatte niet onverwacht nogal wat herhaling, want op 4 en 11 februari was het al gegaan over de in dit verband relevante visienota ‘Edusprong’, wat het onderdeel volwassenenonderwijs stricto sensu betrof. De minister was die visienota nu aan het vertalen in concrete maatregelen en er was sowieso al een commissievergadering over die nota gepland eind april. Maar nu moest hij nog eerst zijn aandacht richten op de compensatieregeling voor de centra voor volwassenenonderwijs, die ook al eerder aan bod gekomen was. Op de eventuele rol van de Leerwinkels op langere termijn kon hij nog niet vooruitlopen, maar hij wist alvast te melden dat in het Partnerschap Levenslang Leren (met diverse werkgroepen) de komende maanden ook de focus gelegd zou worden op onder meer leerloopbaanbegeleiding. Al dat werk zou resulteren in een actieplan dat voor het zomerreces aan de Vlaamse regering zou worden voorgelegd, aldus minister Weyts.
Vragensteller Vandromme beaamde heel wat van wat de minister gezegd had en vroeg nog opnieuw aandacht voor een fysiek loket als toegang naar het leeraanbod, vooral ten behoeve van kwetsbare groepen. Interveniënt Annabel Tavernier voegde daaraan eigenlijk niets toe, behalve dan de vraag om met de minister voor Werk, minister Crevits, concreter te bekijken welke initiatieven er zouden kunnen worden genomen om laag- en middengeschoolden naar een knelpuntberoep te leiden.
Als voor de hand liggende reactie stelde de minister dat die loketkwestie inderdaad samen met zijn collega Crevits zou worden bekeken in het kader van bijvoorbeeld het Partnerschap Levenslang Leren op het kruispunt tussen Onderwijs en Werk. Vragensteller Vandromme rondde de bespreking af door te wijzen op het belang van nabijheid van de dienstverlening in dit verband en op de rol van de Leerwinkels bij het terugdringen van de ongekwalificeerde uitstroom.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de Leerwinkels van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen