10 juni 2021 – STEM in basisonderwijs

Een al ouder en schrijnend probleem: technische profielen vinden op de arbeidsmarkt en daarmee verbonden het dalende aantal leerlingen in technische opleidingen. Op de dag dat ik deze regels typte, had ik ’s ochtends overigens een erg interessant interview met Paul Yperman in mijn krant (voor abonnees) gelezen. Het nieuwe STEM-actieplan (2020-2030) zou, ook via het basisonderwijs, voor enig soelaas moeten kunnen zorgen. Welke acties had minister Weyts al ondernomen en hoever stond hij met de uitwerking van het nieuwe STEM-actieplan? En nog een andere vraag, vooral ook boeiend: was de minister bereid om te werken met een methodiek die tijdsinschatting mogelijk maakte, zodat de doelstelling van meer aandacht (en dus ruimte) voor het leergebied Wetenschappen en Techniek gegarandeerd kon worden met respect voor de vrijheid van onderwijs (nwvr: mijn cursivering)?

Minister Weyts had het inderdaad over de vrijheid van inrichting (cf. gespecialiseerde onderwijzers voor de genoemde en andere leergebieden, zeg maar, of nét niet), maar ontweek daarmee het element van de tijdsdimensie waarnaar vragensteller Vandromme vroeg. Dankzij een jaarlijkse overeenkomst met Hogeschool VIVES bestond er een heel actief Vlaanderenbreed Lerend Netwerk voor het Basisonderwijs: www.stembasis.be, met ongeveer 200 scholen, waarbij de deelnemende leraren zelf meester waren over hun eigen tijdsbesteding. Maar ook die vaststelling leek mij voorbij te gaan aan de tijdsinvestering die (toekomstige) eindtermen (en de leerplannen) veronderstelden. Ook andere lerarenopleidingen professionele bachelor en de pedagogische begeleidingsdiensten waren daarbij betrokken en er was afstemming met het Lerend Netwerk i-STEM, voor de eerste graad van het secundair onderwijs. De minister had in de Onderwijscommissie al vaker gesproken over velerlei projectoproepen en ook voor dit concrete STEM-thema gold zo’n oproep, met name: “Pilootprojecten ter versterking van de lerarenopleidingen, in nauwe relatie met actoren die instaan voor het verdere professionele continuüm”. De zgn. STEM-Agenda 2020-2030 zou de dag nadien geagendeerd worden op de Vlaamse regering, maar later bleek door de politieke PFOS-spanningen dat alles van 11 juni verschoven werd naar 18 juni.

Vragensteller Vandromme betrok vervolgens de techniekacademies bij de bespreking. Ze zag veel heil in de samenwerking/wisselwerking tussen die techniekacademies en het technisch onderwijs. Er was tijd en ruimte nodig voor leraren, met name in het basisonderwijs, om zich te professionaliseren. Wat kon minister Weyts daarin betekenen? Vandromme waarschuwde voor de versnippering van heel veel initiatieven en suggereerde alvast een gezamenlijke commissievergadering met de Commissie Economie over het nieuwe STEM-actieplan, nu dus STEM-Agenda genoemd. Voorzitter Karolien Grosemans zou dat aan het eind niet vergeten voor de regeling van de werkzaamheden. Drie interveniënten (Jo Brouns, Roosmarijn Beckers en Arnout Coel respectievelijk) voegden elk nog iets toe: quid met de regionale technologische centra (RTC’s)?; kleuters al warmmaken voor STEM en initiatieven als de PXL STEM Academy; de mogelijke rol pro STEM van de zomerscholen.

Inzake extra ademruimte in de klas verwees de minister opnieuw naar de +71 miljoen euro (begin vorig jaar). Het RTC-verhaal was bezig, gold ook voor het basisonderwijs, maar had nog wel wat voeten in de aarde. En bij de genoemde pilootprojecten zaten ook een twaalftal dossiers i.v.m. STEM voor het basisonderwijs.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over STEM in het basisonderwijs van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio