Dan opnieuw de lerarenopleidingen: een sector die ook helemaal verbonden is met die twee grote, actuele onderwijsdossiers in het basis- en secundair onderwijs, nl. nieuwe minimumdoelen basisonderwijs en het scenario naar een inclusiever basis- en secundair onderwijs (en uiteraard ook met het ruimere lerarenloopbaandebat annex onderwijskwaliteit). Onderwijscommissaris Koen Daniëls’ aandacht ging niet voor het eerst naar de lerarenopleidingen (N.B. ook af en toe van andere onderwijscommissarissen én bij diverse soorten debatthema’s; zeker mijn stukje van 28 september 2023 kan ik in het bijzonder aanbevelen), én wel, — dat mag ik gerust zeggen, denk ik —, mét een zekere kritische ingesteldheid, wat perfect mág, maar dan graag af en toe wel wat minder anekdotisch. Ging het hier om nogmaals een herhaling van dat verhaal of doken ook nieuwe elementen op in Daniëls’ insteek? Naast opnieuw enige anekdotiek waren de vragen vooral een zaak van ”wat is de stand van zaken bij diverse aspecten van de lerarenopleidingen, zoals die in de beleidsnota van minister Demir opgenomen waren?”.
Voor mijn part niet onverwacht bevatte het eerste antwoord van de minister geen nieuwe elementen, gelet ook op haar vermelding van dat extra kwaliteitskader voor de lerarenopleidingen kleuter- en lager onderwijs al in de commissievergadering van 5 juni 2025. En Daniëls’ vraag over de net voordien georganiseerde starttoetsen kwam inderdaad nog te vroeg, hoewel de reflectie (in het verleden ging het ook al weleens over de resultaten op die starttoetsen en de waarde daarbij van een diploma secundair onderwijs) die hij daaraan koppelde interessant bleef. Wat de zgn. Engagementsverklaring betrof, daarrond was het overleg blijkbaar wat stilgevallen, zoals ook die ochtend in de hoorzitting over de nieuwe minimumdoelen basisonderwijs te horen viel.
Voor het overige deed de bespreking (met nog andere tussenkomsten) mij erg terugdenken aan mijn eigen lerarenopleidingservaringen (voor het secundair onderwijs) van intussen lang geleden (1990-2002): opvallend hoe dezelfde zaken blijven klinken. Kern van de zaak voor mij blijft dat leraren (voor welk onderwijsniveau dan ook) opleiden, mits uiteraard voldoende constructieve randvoorwaarden, een kwestie van “samen opleiden” was, is en zal zijn, Engagementsverklaring of geen Engagementsverklaring. Dat is helemaal, ondanks actuele politieke onderwijsretoriek, echt niets nieuws. Dat er in dat “samen” misschien wat meer “wij” en wat minder “wij tegen zij” mag komen, dát lijkt mij wel zinvol én veel minder een kwestie van grote, Vlaamse engagementsverklaringen dan wel van lokale, persoonlijke, systematische samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen.
Minister Demir vulde haar eerste antwoord nog aan met de melding dat nog slechts de dag voordien er een contact was tussen lerarenopleidingen en haar kabinet. De lerarenopleidingen waren bezig met een herziening van hun curricula. Wat de starttoetsen betrof, koppelden hogescholen nu al op anonieme wijze terug naar de secundaire scholen over hoe hun ex-leerlingen het daar deden (cf. de vraag van Koen Daniëls). Binnen Katholiek Onderwijs Vlaanderen zullen wij trouwens op een ruimere schaal een initiatief nemen om zicht te krijgen op de doorstroming vanuit het gemoderniseerde secundair onderwijs naar het hele hoger onderwijs.
Het “slotwoord” van vragensteller Daniëls bevestigde nogmaals mijn “ongemakkelijke” gevoel bij anekdotiek en overdrijvingen, maar goed, ik wil enige politieke pret ook niet bederven.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de kwaliteit van de lerarenopleidingen van Koen Daniëls” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen