Veel interessanter als controlemiddel op het beleid van minister Weyts (dan haar voorgaande vraag om uitleg over geannuleerde schoolreizen) vond ik deze vraag van Hannelore Goeman over een thema dat al vaak aan bod gekomen was en nu ook stilaan vorderde in het legistieke circuit (cf. infra), waarover ook Katholiek Onderwijs Vlaanderen erg kritisch was. Recent had het thema ook “mijn” krant gehaald: op 2 februari en op 3 februari (telkens voor abonnees, maar cf. ook Agoria). Vragensteller Goeman wist dat aan de hangende decretale tekst in kwestie al enkele verbeteringen aangebracht waren, maar belangrijke knelpunten bleven bestaan, waarbij zij gedetailleerd heel wat zaken oplijstte. Met name daarbij zeker ook de extra handen die nodig waren in de centra leren & werken om voor een voltijds engagement te zorgen voortaan. Vragensteller Johan Danen had soortgelijke opmerkingen en vragen over de drempels voor het systeem van duaal leren, maar betrok er ook nog buitenlandse praktijk bij. We hadden de problemen al vaker gehoord in deze commissie, maar op dit moment waren de vragen des te relevanter, gelet op de vergevorderde decretale stand van zaken.
Minister Weyts erkende de tragere start van het hele duaallerenverhaal ondanks de vele nieuwe aanvragen van scholen. Hij wilde de zaak aanzwengelen op verschillende manieren, die hij toelichtte. De piste van “alleen een duaal traject” (zoals in het buitenland) volgde hij niet. Voor de financiering verwees hij naar het ontstaan van het stelsel leren & werken in 2008, en diverse financieringsbronnen (ook in Welzijn voor de zgn. NAFT’s). Door dat totaalplaatje zou er een omkadering zijn die vergelijkbaar was met het voltijds secundair onderwijs. Wat hij er wel vergat bij te zeggen, was dat de huidige leerlingen leren & werken net wél een ruimere omkadering vereisten dan het gewoon voltijds secundair onderwijs, zeker met het oog op het voltijdse engagement. De dag na deze commissievergadering zou het voorontwerp van decreet ter zake voor de tweede goedkeuring op de Vlaamse regering komen en de minister benadrukte dat inzake werkingsmiddelen er een gelijkschakeling met het voltijds secundair onderwijs zou komen, wat een verhoging met 50 procent zou betekenen t.o.v. nu. Op andere gedetailleerde vragen van vragensteller Goeman (over stageovereenkomsten en modulaire varianten in de bedoelde opleidingen) kon de minister bevestigend antwoorden.
De rest van de bespreking (incl. replieken van de vragenstellers en inbreng van interveniënten Loes Vandromme en Koen Daniëls) leverde vooral veel herhaling op (ook van eerdere commissievergaderingen). Minister Weyts voegde nog wel deze mogelijkheid (als uitzonderlijk vangnet) toe: een leerling die vanuit de zgn. aanloopfase niet kan overstappen naar duaal leren, kan een kwalificatietraject op maat volgen (onderwijskwalificatie VKS-niveau 2 mét enkele deelberoepskwalificaties). Er zou een communicatiecampagne gevoerd worden begin maart. Het bleef toch allemaal een moeilijk verhaal. Wellicht was het nogal ingegeven door deze simplistische redenering: wie arbeidsbereid en arbeidsrijp is, kan in duaal leren terecht, maar alle anderen moeten maar hun gading vinden in het voltijds secundair onderwijs, waar natuurlijk een groot deel van de huidige leren & werken-leerlingen net vandaan komen. Tja…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de inkanteling van het deeltijds beroepssecundair onderwijs in het stelsel duaal leren van Hannelore Goeman en over het wegwerken van de drempels tot duaal leren van Johan Danen” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen