Wat ook nog een probleem en zorg bleef ondanks enkele bijsturingen aan de regeling, was dit laatste thema van de commissievergadering, met ook hier talrijke precedenten en relatief recent nog een vraag om uitleg. De kalender voor de omzetting van het aanbod leren en werken naar duaal leren vind je hier. Minister Weyts had al beloofd met het Vlaams partnerschap duaal leren de regelgeving nog te finetunen. Hoever stonden de zaken nu en hoe ging de minister ervoor zorgen dat kwetsbare jongeren in het systeem van duaal leren toch de gepaste begeleiding op maat zouden krijgen zodat ze niet ongekwalificeerd zouden uitstromen? (vragensteller Loes Vandromme). Vragensteller Hannelore Goeman had daarnaast heel specifieke vragen over beroepskwalificaties en maakte politiek handig gebruik van wat een partijgenote van minister Weyts, Allessia Claes, diezelfde ochtend in de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie gezegd had over het thema. De bezorgdheden waren er dus wel degelijk. Tijdens haar vraagstelling voegde Goeman nog wat vragen toe (cf. toekomstig Vlor-advies; financiering van het project Ondersteuning Alternerend Leren (OAL)).
Minister Weyts legde vooral nog eens de hele regeling en de intussen gezette stappen uit. Daarna volgden ook de plannen om de RTC’s een rol bij duaal leren te geven. Maar ook dat wisten we al van eerdere besprekingen. Tot slot sprak de minister nieuwsberichten rond 8.000 leerlingen die uit de boot zouden vallen en rond de geldende timing voor de invoering expliciet tégen.
De vragenstellers waren niet gerustgesteld en herhaalden nog gedetailleerder de bestaande zorgen: rond de borging van de bestaande expertise binnen het dbso, rond het zgn. voltijdse engagement (en het financiële probleem daarbij), rond het actieplan tegen schooluitval (Vandromme) en Goeman vond geen antwoord te hebben gekregen op meerdere van haar vragen. Een tweede poging volgde dus. Goeman stelde ook nog voor om de Vlor zijn hangende advies te laten voorstellen in de Onderwijscommissie. Daarop vond interveniënt Koen Daniëls het nodig om in een redelijk lange tussenkomst de hele aanpak nogmaals te verdedigen, na alles wat de minister daarover al gezegd had. Zijn verwijzing naar het basisonderwijs, begreep ik wel, en zijn tweede element, namelijk een zgn. “versterking van de welzijnscomponent” bij de leerlingen in kwestie, was wellicht sneller gezegd dan gedaan.
Minister Weyts deed een nieuwe poging om enkele zaken te verduidelijken, maar niet tot tevredenheid van vragensteller Vandromme over de kwestie van het voltijdse engagement (met de nodige woordenwisseling) en evenmin tot tevredenheid van vragensteller Goeman, die een stijging van de ongekwalificeerde uitstroom bleef vrezen. Na hun slotwoorden nam minister Weyts eigenhandig toch het laatste woord: hij had over de kwestie van het voltijdse engagement gezegd dat zowel voor de omkadering als voor de werkingsmiddelen de centra deeltijds onderwijs hetzelfde als het voltijds onderwijs ontvingen, maar niet méér.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen