In onderstaand document vind je een uitgewerkt voorbeeld om te werken rond het leerplandoel: ‘De leerlingen doorlopen een onderzoekscyclus in samenhang met inhouden van specifieke eindtermen van de studierichting.'
Fase 1: oriëntatie
-Oriëntatie op het onderzoeksprobleem: media hebben een diepgaande invloed op ons dagelijks leven, zijn de leerlingen zich voldoende bewust van de impact ervan? Hoeveel tijd spenderen ze aan media, bijvoorbeeld streamingdiensten zoals Netflix en Disney+, en wat zijn de gevolgen voor hun dagelijkse gewoontes?
- hypotheses formuleren: bv. de leerlingen lijsten op van welke streamingdiensten ze gebruikmaken en hoeveel uren per dag ze er vermoedelijk aan spenderen. Ze stellen op basis hiervan een hypothese op: door mijn mediagebruik eet ik op niet-regelmatige tijdstippen, eet ik ongezonder, eet ik sneller, slaap ik onregelmatiger, is mijn eetpatroon anders in de vakantie dan tijdens het schooljaar, …
De leerlingen reflecteren in groepjes van 2, ze koppelen hun hypotheses klassikaal terug.
Fase 2: probleem(stelling) of onderzoeksvraag
- Onderzoeksvraag SMART formuleren
De leerlingen krijgen inzicht in het SMART formuleren van vragen. Bv. door modelleren en nadien voorbeeldvragen te bekijken en aan te passen aan het SMART-model.
Fase 3: onderzoeksmethodes
- Welke onderzoeksmethodes bestaan er?
Via brainstorm zoeken ze geschikte onderzoeksmethodes voor deze onderzoeksvraag. Bv. literatuuronderzoek, enquête, veldonderzoek, interviews, observatie …
- Opstellen van een onderzoeksplan
De leerlingen formuleren een duidelijke titel die past bij hun onderzoek. Ze omschrijven het onderzoeksprobleem en geven hieromtrent achtergrondinformatie (zie LP: “van allocutie naar consultatie”) . Ze kiezen een onderzoeksmethode, ze leggen m.a.w vast hoe ze de gegevens zullen verzamelen. De leerlingen bepalen een plan van aanpak met o.a. timing op basis van opgegeven, tussentijdse deadlines en eventueel een taakverdeling bij groepswerk. Ze bepalen de vorm waarin ze de resultaten van het onderzoek zullen voorstellen (bv. wetenschappelijke poster, infographic, pitch …).
Fase 4: gegevensverzameling, analyse en conclusie
- Kies je voor de volgende onderzoeksvraag “Wat is de relatie tussen mediagewoontes en de dagelijkse routine binnen mijn klas?”, dan laat je de leerlingen bijvoorbeeld een dagboek bijhouden waarin ze hun mediagewoontes en andere dagelijkse bezigheden gedetailleerd noteren. Die gegevens kunnen via een Googleformulier verzameld worden.
- De leerlingen verwerken de verzamelde data. Ze analyseren de gegevens op basis van de onderzoeksvraag zodat er concrete aantallen naar boven komen. Die gegevens beoordelen ze in een volgende fase. Ze krijgen tijdig de kans om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.
- De leerlingen trekken tussentijdse conclusies die ze aan elkaar voorleggen (bv. met een digitale tool zoals Flip) en vergelijken dit met een gelijkaardig onderzoek, cf. onderzoeken naar de relatie tussen tv-kijken en BMI*. Op basis van peerevaluatie sturen ze bij (bv. verder onderzoek nodig, verduidelijking, extra deelvragen …).
Fase 5: rapportering
De leerlingen stellen hun onderzoek voor op een mondelinge of schriftelijke manier zoals gekozen in hun onderzoeksplan. De leerling-onderzoeker rapporteert over het gehele proces, met aandacht voor het dynamische van dat proces (bv. hindernissen, succeservaringen, bijsturingen).
Ze formuleren een gepast en onderbouwd antwoord op hun onderzoeksvraag.
De leerlingen beoordelen het gelopen proces: ze geven een appreciatie aan het resultaat. Ze formuleren wat ze zullen veranderen indien ze een gelijkaardig project opnieuw doorlopen.
Algemeen:
Na elke fase is er ruimte voor reflectie, bv. via een logboek, exit-ticket, peerevaluatie, reflectiegesprek met de leraar of mentor. Mee te nemen in de evaluatie is het respecteren van het onderzoeksplan en de reflecterende houding van de leerling. Het gelopen proces is belangrijker dan het afgeleverde eindresultaat.
*TV viewing habits and body mass index among South Carolina head start children