Een katholieke dialoogschool is een inclusieve school die garant staat voor kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling. We gaan voor genereus ambitieus onderwijs, ook voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Dat is het werk van mensen met uiteenlopende achtergronden, allen met een groot engagement.
We laten maandelijks iemand aan het woord die vanuit deze visie werk maakt van inclusief onderwijs. Deze maand spreekt Jarne, een ondersteuner van Ondersteuningsnetwerk Limburg Vrij, met Niels*, een 17-jarige jongen die ondersteuning krijgt omwille van een spraak-taal-ontwikkelingsstoornis (STOS), en zijn mama, die zelf ondersteuner van beroep is.
Niels: Om aan te tonen dat ik ondanks mijn uitdagingen even ver kan komen als mijn leeftijdsgenoten. Als je hard werkt, dingen bespreekbaar maakt en met anderen samenwerkt, wordt veel mogelijk. Er zijn mogelijkheden voor iedereen, maar je moet er ook zelf in geloven.
De dingen bespreekbaar maken en benoemen zoals ze zijn helpt veel leerkrachten om de dingen anders te gaan zien en er even bij stil te staan.
Niels: In het derde jaar van het secundair onderwijs.
In het eerste en tweede middelbaar waren de leerkrachten erg begaan met mij, ze waren zorgzaam en volgden me goed op. Toch was het vragen naar aanpassingen niet altijd gemakkelijk, vooral bij de taalvakken. Wanneer ik vroeg om een tekst of beeldfragment op voorhand te mogen bekijken, werd hier soms lang over gediscussieerd en nagedacht. Bij de andere vakken ging zoiets vlotter.
Al van in de lagere school was duidelijk dat ik taalmoeilijkheden heb. Ik probeerde op de laptop met Sprint te werken, maar dat bleek voor mij geen goed hulpmiddel te zijn.
Mama: Ik botste op dingen die niet lukten. Ik volgde de schoolloopbaan met Niels heel kort op en vroeg ook naar aanpassingen op school. Uiteindelijk stuurde ik zo veel mails, dat ik zelf zoekend was naar mijn eigen rol. Ik wilde graag weer gewoon mama zijn.
Dit heeft ook meegespeeld in het aanvragen van ondersteuning. De ondersteuner kan de brug zijn tussen Niels, ons en de school. Dat is zeker niet altijd gemakkelijk voor een ondersteuner, maar het is wel heel helpend voor ons als ouders. Dat je weet dat er iemand is voor hem, die bepaalde moeilijkheden kan bespreken met de school en aanpassingen kan regelen, maakte dat wij bepaalde dingen konden loslaten en weer ademruimte kregen.
Niels: Het moet in ieder geval ‘een toffe’ zijn, iemand waarmee ik een goede klik heb. Dat is belangrijk. Hij moet een hulp zijn voor mij en ik moet er alles tegen kunnen zeggen. Dat vertrouwen is belangrijk, anders lukt het niet.
Mama: We merken dat thuis ook. Als Niels vertelt over wat er gebeurd is op school, volgt meteen daarop dat hij het met de ondersteuner geregeld heeft. Nu weten we zelfs niet meer alles, omdat zijn zelfstandigheid wordt gestimuleerd. Dat is leuk om te zien.
Hoe verloopt de communicatie tussen de ondersteuner en jullie als ouders?
Mama: Heel goed! We kunnen bellen of mailen als er iets is. Daardoor kunnen we moeilijkheden loslaten, wetende dat het opgenomen en besproken wordt. We krijgen hier ook achteraf feedback over.
Tijdens moeilijke oudercontacten is de ondersteuner ook aanwezig. Hij begrijpt alles en kan het beter verwoorden. Dat is een grote steun voor ons.
Hoe zou je aan leerkrachten het best duidelijk kunnen maken wat noodzakelijk is voor een leerling met een taalproblematiek? Hoe kunnen ze best met jou omgaan?
Niels: Binnen de spraak-taal-ontwikkelingsstoornissen (STOS) zijn er veel verschillen. Niet iedereen heeft dezelfde noden. Daarom is het belangrijk om te luisteren naar mij en naar mijn ondersteuner om te ontdekken wat die noden zijn.
Heb je het gevoel dat de leerkrachten openstaan voor maatregelen en je de kans geven je bezorgdheden te uiten?
Niels: Niet altijd. Er zijn leerkrachten die ervoor openstaan, maar niet allemaal. Vaak reageren ze met: “Oei, moet dat? Dat is nog een extra zorg”. Dan is het even slikken.
Mama: Voor leerkrachten is het vaak nieuw en dan reageren ze vanuit een bezorgdheid: “Als ik dit niet aanbied, komt hij er dan wel? Bereik ik dan mijn doelstellingen? Ben ik dan wel in orde?” Het is dan aan de school en de zorg in de school om deze leerkrachten mee op weg te nemen. Het zou fijn als dit binnen de visie van de school wordt opgenomen. Zo vinden leerkrachten rust, omdat ze weten dat redelijke aanpassingen mogen en kunnen. De ondersteuner heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat Niels de leesteksten vooraf mag doornemen.
Niels: De reactie van deze leraren komt vaak voort uit onwetendheid, niet uit onwil. Ze moeten zelf ook goed geholpen worden.
Niels: Een gewoon en gelukkig leven waar ik vooral zelf jongeren kan helpen bij hun persoonlijke groei en hen kan bijstaan waar het nodig is. Samen met hen op weg mogen gaan.
En dat ik nog iedere dag mag bijleren. Want ook door samen dingen te doen en op weg te gaan leer je heel veel.
* Niels is een schuilnaam.