6.45 uur: Ik ben geen ochtendmens maar als het licht ’s morgens al door de gordijnen gluurt, veer ik gemakkelijker uit mijn bed. Lente in aantocht. Heerlijk. Het is mijn favoriete seizoen. Het ochtendritueel gaat snel. Als ik vroeg vertrek zoals vandaag, heb ik geen tijd te verliezen. Mijn kleren hangen al klaar. Mijn eettasje paraat en het fruit al gekozen. Tof als ik nog 5 minuutjes over heb voor een mijmerend slokje koffie. Een kattebelletje schrijven voor mijn liefste, boekentas oppikken en hop!
7.30 uur: Google Maps reist altijd mee. Ik weet hoe laat ik moet vertrekken om op tijd te zijn. Ik vertrek voor een coaching in het centrum van Antwerpen. 45 km is niet zo gek ver maar file is een onvoorspelbaar gedrocht. Ik hou er niet van. Ze zorgt voor stress onderweg. Ik reken dus ruim. Dat geeft me meestal rust onderweg. Toch kwam ik al eens een kwartier te laat op een studiedag die ik begeleidde. Vreselijk. Slecht voor mijn hart. Gelukkig valt de tijd vaker mee dan tegen en heb ik leren leven met Murphy. Onderweg zijn probeer ik nu te zien als tijd die ik heb: radio Klara geeft me rust, een boeiende podcast laat me genieten.
8.40 uur: Ik kom aan. Meestal vind ik vlot een parkeerplek. 4411 en klaar is Kees. Toch besluipt me altijd even een wrang gevoel. Koning auto is niet mijn beste vriend. Mijn voetafdruk wringt dan in mijn figuurlijk ecologische schoen. Ook met de groene kleur in ons logo van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Ik wil dat het blijft wringen. Ik adem diep. Minstens vijf keer. Ik verplaats me in de schoenen van de school. Hoe is het er? Hoe gaat het er? Hoe zou het zijn met J die vorige keer vertelde over haar onmacht? Hoe zou het zijn met. Even inleven voor ik binnenstap. De deurbel zoomt. De directeur steekt haar hoofd om de hoek. Altijd een hartelijk onthaal hier. We overlopen de wijzigingen in de planning van de coachings.
9 uur: Klasbezoek en focusgesprek bij juf Ria en juf Kirsten voor de speeltijd. Juf Rachi en juf Klaartje na de speeltijd. Wiskunde in de kleuterklas. Het gaat over doelen en materialen, over zichtbaar maken en kansen grijpen, over de eenzijdige focus op tellen en te weinig op de hoeveelheden. Van ‘ja maar’ naar ‘dat ga ik doen’. Een proces dat in elke klas verschillend loopt met overal de drive om het goede te doen voor de kleuters. Fijn om te merken. Durven met kleine stapjes werken. Tijdens de speeltijd gaat het in de koffiekamer over collega M die flink afziet met corona. Wie dan die uitstap gaat regelen? Afspraken zijn er snel gemaakt. Super, al hoor ik ook even een kreun. We lossen het wel op. Ik loop nog even langs bij de directeur. Ik overloop kort de coachings. Ik beloof een kort verslag zodat ze er verder mee aan de slag kan op de studiedag in een schoolbrede aanpak. Sterk beleidsvoerend vermogen. Samenwerken aan versterken van wiskundig denken. Geeft me voldoening!
12 uur: Uitzondering maar vandaag wel: online vergadering in de auto. En nog wel voor dit Guimaarke. Tijdsefficiënt, dat wel maar verder geen aanrader. Dit beschouw ik meer als ‘hobby’ dan echt werk. Als is dat ook wel overdreven. Ik hou wel van het actief inzetten op verbinding in onze organisatie. Het is goed en nodig. Op welke manier dan ook.
13 uur: Aangekomen op Linkeroever. De zon straalt en het waait. Ik heb nog even tijd. Lekkere lunch. Eten in de auto is routine geworden. Mijn hoofd moet de voormiddag loslaten. Ik focus op het kernteam van de namiddag.
13.30 uur: We vergaderen in de containerklas. Al jaren tekort aan gebouwen. Banken worden verschoven, ramen open en maskers mogen af. Het wordt even luchten. Waarom er niet meer verder gewerkt is aan het schoolwerkplan. Dat waren wel de intenties. Alle begrip. De school heeft in overlevingsmodus gewerkt. Ze staan er nog. Ze staan er weer. Het kernteam is voltallig. Chapeau! We nemen het laatste verslag door. Het daagt weer voor de collega’s. Er wordt hard gewerkt. Taken verdeeld. De drive wordt ter plekke aangevuld. Het enthousiasme laait weer. De lat voor het volgende kernteam leggen ze samen. Hoog maar haalbaar, vinden ze.
15 uur: Ik moet door de konijnenpijp naar de volgende school. Deze tunnel kreeg niet voor niets zijn bijnaam. Het is al schuiven voor ik aan de tunnel ben. Dat belooft. Ik bel alvast de directeur van de volgende school. Toch een klein stress-momentje.
15.45 uur: Ik heb nog ruim 5’ als ik de straat binnenrijd. Slecht moment. De school is net uit. ’t Is er druk en natuurlijk geen parkeerplaats. Een extra blokje om et voilà. Op de speelplaats zie ik de directeur in gesprek met een ouder. Als ik aankom in de klas, zitten alle collega’s gezellig te keuvelen met elkaar. Als ik mijn boekentas heb uitgeladen, wordt het vanzelf stil. Time to go voor de personeelsvergadering over ‘Differentiatie in wiskunde in de lagere school.’ De IDP-resultaten waren niet goed. Collega’s hebben al veel geprobeerd. Tijd om samengedragen afspraken te maken op schoolniveau. Clusteren van leerstofgehelen en toch voldoende herhalen. Differentiatiegroepjes die flexibel zijn. Doelgericht en minder methodegericht. Er is veel gesprek. Ze zijn het niet altijd roerend eens met elkaar. Ik begeleid de gesprekken. Ik zorg voor spreekkansen voor iedereen. ‘Maar’ en ‘toch’ gaan heen en weer. ‘Ik-vind-schap’ dreigt het weleens te halen van ‘wetenschap’. Ik heb wat onderzoeksresultaten mee. Dat geeft rust in de discussie. We kunnen een aantal afspraken afkloppen. Ik blijf nog wat na bij de directeur. Ze is nieuw in haar job en neemt haar taak daadkrachtig op: warm, hartelijk en duidelijk, verwachtend. Ik geef haar een compliment over haar bijdrage tijdens de PV en hoe haar team een open gesprek kan voeren. Daar heeft de directeur zonder het zelf te weten verandering gebracht op korte tijd. Dat mag ze weten. Een compliment voor haar sterke werk!
18 uur: Een vlotte rit huiswaarts.
18.30 uur: Ik heb geluk en ik weet het: het eten staat op tafel. Tijd om bij te babbelen. Over onze schooldag. We kennen elkaars wel en wee. Zij haar toppers bij kinderen, klassen, groepen, ouders. Ik de mijne bij scholen, directies, teams, leraren, zorgco’s… Zij haar minder vanzelfsprekende trajecten. Ik de mijne. Nog een koffietje, de afwas en…
20 uur: Ik vlieg er nog even terug in. Na dinsdag volgt er steevast een studiedag op woensdag. Morgen over het volgen van de ontwikkeling bij kleuters. Nog even overlopen: Hoe had ik dat alweer voorbereid? Timing nakijken. Startuur ook. Kan ik met de trein? Wordt het auto? ’s Avonds beslis ik. Vanavond wil ik de grote lijnen voor de profs-sessie van volgende week bedenken. Even checken bij Vlaanderenbrede collega Ingrid. Een tip van haar zet me een eindje op weg. Komt goed. Is er nog een dringende mail of teamsbericht? Die beantwoord ik even. De rest is voor morgen.
21.30 uur: Deadline! Laptop dicht. Boekentas klaar. ’t Was een volle dinsdag. Boeiend. En vermoeiend. Ik duik in de zetel. Mijn favoriete boeken liggen klaar op de salontafel. Altijd een paar. Tijdens schoolweken is dat geen fictie. Die reserveer ik voor vakanties. Non-fictie kan altijd. Er ligt: ‘Ronduit’ van Caroline Pauwels, ‘Het verborgen leven van bomen’, ‘Botsen de beschavingen’ en ‘Stilte’. Ik ben in elk boek begonnen. Ik kies elke avond waarin ik verder lees. Ik lees een hoofdstuk, een paar bladzijden, een zin of een gedachte om vast te houden. Soms schrijf ik. Ook om vast te houden.
22.30 uur: Slaaptijd. De dag neerleggen, noemde iemand het ooit. Dat vind ik een mooi idee. We leggen onszelf erbij. En we houden vast. Elkaar. En alle moois van de dag.
Anne Loodts
Pedagogisch begeleider in regio Antwerpen
Dienst Curriculum & vorming ��� Team basisonderwijs