Zorg en onderwijsaanbod (= de onderwijscontext)

Het antwoord op de heterogeniteit binnen deze doelgroep is de mogelijkheid om verschillende onderwijs- of ontwikkelingstrajecten te volgen. De keuze is steeds een geïndividualiseerde keuze. Per leerling wordt de ondersteuningsnood bepaald en dit op verschillende levensdomeinen. Dit is voorwerp van een goede diagnostiek en een doorgedreven handelingsgerichte benadering.

We voeren hier een pleidooi voor een gedifferentieerd aanbod via verschillende onderwijstrajecten binnen één onderwijscontinuüm:

We kennen vandaag in Vlaanderen verschillende mogelijkheden binnen het gewoon onderwijs en/of binnen het buitengewoon onderwijs.

  • Het is goed dat overgangen mogelijk zijn op verschillende leeftijden.
  • Er zijn ook mogelijkheden om deeltijds les te volgen in beide onderwijsvormen.

In de school voor buitengewoon onderwijs het type 4

sla link op in klembord

Kopieer

Sommige leerlingen hebben permanent nood aan of maken een bewuste keuze voor het buitengewoon onderwijs.

In Vlaanderen hebben we scholen voor buitengewoon onderwijs Type 4. Bijna op al deze plaatsen is er een organisatorische samenwerking met een multifunctioneel centrum (MFC- welzijn)

Soms kiezen ouders voor een gespecialiseerde setting omdat ze bang zijn of al ervaren hebben dat hun kind niet weerbaar genoeg is in een groep leeftijdsgenootjes op de scholen voor gewoon onderwijs.

Soms nemen de medische en handicap specifieke vragen de bovenhand: ‘Hoe zal de motoriek van ons kind evolueren? Zal mijn kind kunnen lopen, zitten, praten …?’.
Vanuit de ouders ligt het accent dus niet steeds primair op de ontwikkeling van schoolse vaardigheden, wel op de aanpak van de motorische beperking. Dit kan meebepalen welke keuze de ouders voor de onderwijsloopbaan maken.

In een school voor buitengewoon onderwijs leeft het kind/de jongere met een lichamelijke handicap onder lotgenoten. Een dergelijke peergroep is voor sommige leerlingen met een handicap erg belangrijk in het proces van hun identiteitsontwikkeling.

De schoolomgeving in een school voor buitengewoon onderwijs is sterk aangepast:

  • er wordt gewerkt met een individueel aangepast curriculum (IAC);
  • de leerkrachten zijn lid van een multidisciplinair team (kine, ergo, logo, psycho …) en worden op deze manier heel adequaat ondersteund;
  • het onderwijs-, zorg- en therapieaanbod is complementair en geïntegreerd;
  • er zijn materiële en infrastructurele voorzieningen getroffen die de toegankelijkheid verbeteren en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid verhogen.

Binnen de scholen voor buitengewoon onderwijs van het type 4 is de groep leerlingen met meervoudige beperkingen (motorische én verstandelijke beperking …) toegenomen.

In een school voor gewoon onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

De grootste groep leerlingen starten hun onderwijsloopbaan in scholen voor gewoon onderwijs en volgen uitsluitend les in het gewoon onderwijs.

Een kleinere groep leerlingen met een motorische beperking loopt aanvankelijk school in het buitengewoon onderwijs en schakelt na een periode over naar het gewoon onderwijs.

Vanuit een inclusieve visie gaan we er graag vanuit dat het aantal kinderen en jongeren met een motorische beperking dat onderwijs volgt in scholen voor gewoon onderwijs blijft stijgen.

De redenen om dit te veronderstellen zijn:

  • De algemene evolutie naar inclusief onderwijs en hierbij de inzet op Universal Design for learning (UDL), redelijke aanpassingen en individuele aangepaste curricula (IAC).
  • De mogelijkheden van ondersteuning vanuit (specifiek) de leersteuncentra.
  • De mogelijkheden van gespecialiseerde begeleiding in het gewoon onderwijs vanuit de revalidatie- en zorgsector.
  • Er zijn voor leerlingen met een motorische beperking al heel wat mogelijkheden ontwikkeld dankzij de evoluties in de medische wetenschap en technische hulpmiddelen. Deze worden ook ingezet in het onderwijs.
  • Er worden steeds meer speciale onderwijsleermiddelen (SOL) ingezet in het gewoon onderwijs.
  • Er is steeds meer aandacht voor de algemene toegankelijkheid van de schoolgebouwen.
    • Voor een leidraad om de toegankelijkheid van scholen te verhogen, verwijzen we naar http///www.enervzw.be/assets/files/wenkenbladen/Toegankelijkheid scholen.pdf en www.toegankelijkgebouw.be
    • We verwijzen hierbij graag naar ‘Inter’, het Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid.
      https://vlaanderen.be/inter

Ondersteuning vanuit een (specifiek) leersteuncentrum

sla link op in klembord

Kopieer

De leersteuncentra voeren een beleid dat afgestemd is op het referentiekader voor kwaliteitsvolle leersteun. (decreet leersteun in het basis- en secundair onderwijs)

Doordat er meer leerlingen met een motorische beperking schoollopen in een school voor gewoon onderwijs, moet in sommige situaties de opgebouwde (ortho)didactiek, die werd ontwikkeld in de scholen voor buitengewoon onderwijs samen hertaald worden naar de nieuwe onderwijscontext. De leerondersteuners zetten hier volop op in en worden hierin geholpen door de schoolteams van de scholen voor type 4. Overleg en verbindende samenwerking in overleg met alle partijen zijn hierbij de sleutel tot succes.

Een ondersteuningsteam ondersteunt leerlingen in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. De ondersteuning richt zich zowel naar de leerling als naar de klasleraren, de ruimere schoolomgeving en de ouders.

Doel:

  • de leerling, de leerkrachten en het schoolteam sterker maken in het omgaan met de specifieke onderwijs en ondersteuningsbehoeften van een leerling met een motorische beperking;
  • inzetten van bijzondere knowhow en expertise om de motorische beperking en de impact ervan op het leren en de ontwikkeling van de leerling te begrijpen;
  • trainen van specifieke compenserende vaardigheden, alternatieve strategieën …
  • de school ondersteunen bij het inzetten en aanvragen van technologische en digitale hulpmiddelen;
  • samenwerken met het netwerk rond de leerling.

Onderwijs-, zorg en therapie-aanbod

sla link op in klembord

Kopieer

Heel vaak hebben kinderen en jongeren met een motorische beperking nood aan een complementair en een geïntegreerd onderwijs-, zorg- en therapie-aanbod.

Multidisciplinaire aanpak: Soms zijn er meerdere partners nodig voor diverse zorgvragen.
Zij werken samen in respect voor elkaars knowhow om te komen tot maximale leer- en ontwikkelingskansen.
 

  • Vaak is er een medische opvolging nodig (opvolging medicatie, voor of na chirurgische ingrepen …).
  • De kinesitherapeut zorgt voor de fysiotechniek, senso- en psychomotorische training, massage, ontspanning …
  • De logopedist wordt vaak ingeschakeld bij training van slik- en kauwbewegingen, gebruik van spraakorganen, taalstimulatie …  
  • Vaak is er nood aan psychotherapeutische hulpverlening, orthopedagogische gezin- en opvoedingsondersteuning, specifieke orthodidactiek en methodes …

Het multidisciplinaire team van de school voor buitengewoon onderwijs, al dan niet in samenwerking met een centrum voor ambulante revalidatie of een multifunctioneel centrum van de sector welzijn beschikt over een gamma van specifieke interventiemogelijkheden om onderwijs, opvoeding en revalidatie zo gedifferentieerd mogelijk aan te bieden.

Ook het leersteuncentra bestaat uit een multidisciplinair team, waardoor een interdisciplinaire aanpak mogelijk is.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio