Krachtlijn 4 - Leerplandoel 19 (D') - 17 (D) - 14+15 (D/A)


Domeinoverschrijdend 

Domeingebonden 

Dubbele finaliteit 

LPD 19 De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen. 
LPD 17       De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen.   
LPD 14 De leerlingen selecteren informatie uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden. 
 
LPD 15 De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen met betrekking tot de bestudeerde periodes en historische redeneerwijzen.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Alle bronnen met historische informatie verdienen de nodige aandacht in de geschiedenisles. 

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen lezen historische beeldvorming om een historische vraag te beantwoorden. 

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

In de eerste graad beperkte het leerplandoel zich tot historische kaarten en tijdlijnen. Nu is het doel meer algemeen geformuleerd zodat ook andere vormen van beeldvorming (zoals tabellen, grafieken, schema’s enz.) gebruikt kunnen worden. 

Merk op dat voor de leerlingen uit dubbele finaliteit een tussenstap (LPD 14) werd toegevoegd in het leerplan, op weg naar het finale doel, het beantwoorden van een historische vraag aan de hand van historische bronnen (LPD 15)

Zoals ook gesignaleerd in andere doelen kan het gaan om korte of meer uitgebreide beeldvorming: een tekst, een geluidsfragment (interview, podcast), een infografiek, een tekening of een videofragment. Het kan gaan om het werk van historici maar ook beeldvorming in de bredere historische cultuur (strips, films, games...) 

Overleg zeker met de collega aardrijkskunde over dit onderwerp. In dat vak wordt uitgebreid stilgestaan bij het leren werken met kaarten. Bekijk waar begrippen als legende, schaal of oriëntatie eerst aan bod komen. Dat leerproces goed afstemmen kan de efficiëntie alleen maar ten goede komen. Ook in het gemeenschappelijk funderend leerplan spelen doelen 21 en 23 in op deze competentie. 

Het leerplan legt geen gebruik van een historische atlas op. Dat blijft echter een waardevol instrument voor de historische vorming van leerlingen.  Online kunnen er zeker en vast kwaliteitsvolle historische kaarten gevonden worden. Probeer ook hier aandacht te hebben voor het niet-westers perspectief, dit is erg waardevol voor een diepgaand historisch bewustzijn van leerlingen.

De doelstelling houdt in dat leerlingen een historische beeldvorming krijgen. Ze moeten niet zelf op zoek gaan materiaal in een ruimer aanbod. Dat kan je doen, maar dat doel valt buiten het leerplan.

Probeer niet alleen punctuele informatie (een datum, gebeurtenis, plaats) te laten afleiden. Je kan kaarten en tijdlijnen ook meer inzichtelijk inzetten. 

  • Vraag waarom iets net op die plaats of dat moment gebeurt. Waarom is een veldslag net daar gestart en niet elders? Waarom dan en niet vroeger of later? Dat veronderstelt wel dat leerlingen ofwel voldoende achtergrondkennis hebben of dat de kaart of tijdlijn voldoende informatief is. 
  • Je kunt de opgezochte informatie koppelen aan historisch denken: informatie opzoeken met behulp van de tijdlijn of kaarten chronologisch laten ordenen (zie leerplandoel 3/3/3). 
  • Vraag ook naar het perspectief dat de kaart of tijdlijn omvat: voor welke gebieden geldt een tijdlijn, welk tijdsperspectief omvat een kaart? Welke maatschappelijke domeinen omvatten ze? Wie komt in beeld? Een kaart over de Portugese kolonisatie lijkt te suggereren dat de Portugezen in leeg gebied terechtkwamen doordat de eigenlijke bewoners van een gebied niet vermeld worden. Die aandacht voor het perspectief van een kaart of tijdlijn sluit aan bij het vorige leerplandoel en leunt ook heel sterk aan bij leerplandoel 3/3/3. Ook hier komt het historisch referentiekader dus goed van pas. 

Ook hier is de didactiek van explicit teaching aangewezen. Analyseer eerst samen met de leerlingen het materiaal. Leer hen standaard om zaken als de legende, de titel, de soort bron, jaartallen op een tijdlijn aan te duiden volgens een bepaalde methodiek.  Als vakgroep kan je hier bijvoorbeeld een stappenplan uitwerken, zodanig dat leerlingen zich hier een leerstrategie eigen maken. Dit sluit mooi aan bij doel 26 van het gemeenschappelijk funderend leerplan.  

Vraag leerlingen niet alleen naar hun antwoord maar laat hen ook hun zoekmethode verwoorden.  Ook dit sluit aan bij doel 26 van het gemeenschappelijk funderend leerplan.  

Bij dergelijke oefeningen gaat het vaak om het aandachtig, geconcentreerd en geduldig analyseren van materiaal. Leerlingen zijn echter flitsende beelden gewend. Als leerkracht moet je dan ook bewust didactische technieken inzetten om leerlingen grondig te leren kijken. 

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Voor deze doelstelling kan je gebruik maken van een stappenplan of modelvragen om tot een gedegen analyse te komen.  

Om leerlingen aandachtig naar historisch materiaal te leren kijken, kun je verschillende didactische werkvormen gebruiken. Enkele voorbeelden: 

  • Met ‘Beelden om te onthouden’ gebruik je een competitief element: leerlingen krijgen een bepaalde tijd een beeld te zien en moeten die nadien natekenen. Je kan groepjes maken die achteraan rond een bank werken. De leerlingen mogen om beurt naar voor lopen waar de afbeelding ligt en krijgen elk 15 seconden om te kijken, terug te lopen en de tekening aan te vullen of te verbeteren. 
  • Je kunt de leerlingen uitdagen door te vragen wie het eerst iets kan terugvinden op de kaart of tijdlijn: de letter Q, de stad Nineveh, de Kaspische Zee, enzovoort. Je kan zoiets een ludiek karakter geven door een kleine Wally te verstoppen op de kaart of tijdlijn die je projecteert.  

×
Kijkt als...
Niveau
Regio