Domeinoverschrijdend
Domeingebonden
Dubbele finaliteit
/
LPD 2 + De leerlingen situeren een historische vraag in het historisch referentiekader: tijd, ruimte en de maatschappelijke domeinen.
LPD 2 + De leerlingen situeren een historische vraag in het historisch referentiekader: tijd, ruimte en de maatschappelijke domeinen.
Historische vragen houden altijd een bepaald perspectief in. Je maakt immers een keuze over de periode, het gebied en één of meerdere domeinen van de maatschappelijke context die in beeld komen. Die keuze heeft gevolgen voor de bronnen die je zal raadplegen en de beeldvorming die je zal uitwerken. Andere perspectieven blijven immers buiten beeld. Door het perspectief van een historische vraag via het referentiekader in te schatten, kunnen leerlingen dit inzicht beginnen ontwikkelen.
Leerlingen duiden aan welke periode, gebied en maatschappelijke domein(en) een historische vraag omvat.
Om een perspectief te benoemen, hebben leerlingen inzicht in het historisch referentiekader nodig. Deze begrippen tonen aan dat het om meer gaat dan het vermelden van een chronologische of geografische aanduiding en het of de maatschappelijk domeinen. Het kan ook gaan over een meer kwalitatieve inschatting. Bijvoorbeeld: gaat het om een lokale of continentale ruimte of een korte of lange periode? Je kunt dat stapsgewijs opbouwen: beginnen bij de meer concrete chronologische, geografische en maatschappelijke situering en later in de graad meer kwalitatieve inschattingen verwachten.
Een historische vraag kan verschillende maatschappelijke domeinen omvatten. Het is belangrijk dat leerlingen oog leren hebben voor deze complexiteit.
Even belangrijk als het benoemen van het perspectief is het nadenken over wat buiten beeld blijft. Zo ontdekken de leerlingen dat historische vragen niet altijd onschuldig zijn.
Wanneer je je les/lessenreeks start vanuit een historische vraag is het belangrijk om bewust stil te staan bij waar in het historisch referentiekader deze vraag past.
Je kunt leerlingen foto’s, grafieken, teksten tonen. Samen met hen kun je hierrond historische vragen stellen, die zij dan in het referentiekader moeten kunnen plaatsen