De wereld is steeds in beweging en brengt kinderen uit alle windstreken naar de scholen van de scholengroep Arkorum uit Roeselare-Ardooie. Anderstalige nieuwkomers krijgen er een warm onthaal. Hoe de scholengroep inzet op onthaalonderwijs vanuit drie basisbehoeften licht pedagogisch coördinator Fanny Schoorens even toe.
Uit Fors editie december 2022
18 basisscholen in de regio Roeselare-Ardooie vormen samen de scholengroep Arkorum. Ook een school voor buitengewoon basisonderwijs maakt deel uit van het samenwerkingsverband. Anderstalige nieuwkomers krijgen er een warm onthaal want ze verrijken de scholen met hun taal en cultuur.
“Een andere moedertaal hebben is geen ‘achterstand’ die ‘weggewerkt’ moet worden. Nee, integendeel, meertaligheid is een troef. We benaderen het spreken van meerdere talen dan ook als een talent,” geeft pedagogisch coördinator Fanny Schoorens mee.
De scholengroep Arkorum zet sterk in op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen. We stellen ons de vraag wat een kind nodig heeft om zichzelf te ontplooien tot een volwaardig persoon en om te kunnen functioneren met anderen, aldus Fanny. Daarnaast focussen we ook op kennis, vaardigheden en houding om succes op school en in de maatschappij te faciliteren.”
Taaldiversiteit op school kan niet zonder dialoog en verbinding met het AN-team, de collega-scholen, de stad en externe partners. Om dit alles in goede banen te leiden, investeert de scholengroep bewust in een pedagogisch coördinator die nauw samenwerkt met de coördinator van het onthaalonderwijs. Naast het netwerken, helikopteren, coördineren, aansturen en coachen is het belangrijk om vanuit de visie van de scholengroep steeds je eigen werking in vraag te stellen en bij te sturen. Een optimale werking vandaag biedt immers geen garantie op succes morgen.
Als AN-leraar en klasleraar creëren we een veilig pedagogisch klimaat startend met een warm onthaal waar veiligheid en vertrouwen primeert,” schetst Fanny.
NT2-leren gebeurt niet enkel in specifieke taalmomenten maar vooral de hele dag door. Elke (tussentijdse) activiteit biedt kinderen de kans om taal te leren. Fanny verklaart zich nader: “We staan open voor de moedertaal en zetten in op de thuistaal. We tonen zichtbaar interesse in hun cultuur en meertaligheid. Taal leren vraagt een duurzame, doordachte en doelgerichte aanpak. We oriënteren de kinderen zo goed mogelijk op basis van een gedetailleerd intakegesprek en een brede monitoring. De stem van de ouders speelt hierbij een belangrijke rol. In de onthaaljaren wordt er prioritair gewerkt aan specifieke taaldoelen voor nieuwkomers. Die doelen uit het ZILL-leerplan zijn afgestemd op de beginsituatie van nieuwkomers. Elk kind wordt op zijn of haar tempo opgevolgd aan de hand van een opvolgrapport. Zodra het kan, stappen we over naar de gewone leerlijn. In de scholengroep Arkorum blijven we de meertalige kinderen opvolgen, ook nadat ze het statuut ‘nieuwkomer’ ontgroeid zijn.”
Elk schooljaar wordt een nieuwe structuur uitgerold met de aanwezige lestijden en middelen om tegemoet te komen aan de noden van de nieuwkomers en hun leraar.
Onder leiding van een enthousiast AN-team kiest Arkorum voor een dynamische semi-geïntegreerde aanpak die de voordelen van een wereldklas (= onthaalklas, taal- badklas) combineert met de meerwaarde van begeleiding in de leeftijdsklas. “Onze aanpak is ‘dynamisch’ omdat we frequent evalueren of de verhouding wereldklas/leeftijdsklas voor een leerling nog goed zit en passen we aan waar nodig. Zodra de kinderen er klaar voor zijn, sluiten ze aan bij het aanbod in de leeftijdsklas,” schetst Fanny.
In ideale omstandigheden starten kinderen met een uitgebreide begeleiding in de wereldklas (vb. halftijds) en volgen zij gaandeweg steeds meer lestijden in de leeftijdsklas.
Om het integratiedoel niet uit het oog te verliezen, werd sowieso een systeem uitgewerkt waarbij kinderen van bij het begin ook deel uitmaken van een leeftijdsklas. De leerlingen zitten nooit ‘volledig’ in de wereldklas.
In scholen met een beperkt aantal nieuwkomers worden kinderen geclusterd in taalgroepjes van twee tot zes leerlingen. Hierbij wordt rekening gehouden met hun leeftijd en taalnoden. Op die manier kan kinderen meerdere keren per week één tot anderhalf uur per dag taalondersteuning worden geboden.
Soms wordt de taalondersteuning ook aangeboden door de AN-leraar in de leeftijdsklas, in een vorm van co-teaching. Ook meertalige kinderen die niet voldoen aan de voorwaarden voor anderstalige nieuwkomers kunnen dan aansluiten.
In scholen met slechts één of twee nieuwkomers wordt de taalondersteuning geïntegreerd in de algemene zorg op de school. Het beperkte aantal lestijden onthaalonderwijs wordt dan toegevoegd aan het pakket zorguren op schoolniveau en aangeboden door een (zorg)leraar van de school. In dergelijke gevallen wordt de betrokken leraar gecoacht vanuit het AN-team.
Een andere optie is samenwerken met een andere school zodat een ‘enige’ nieuwkomer kan genieten van het uitgebreidere taalaanbod in een buurtschool.
“We blijven steeds zoeken naar meer zinvolle samenwerkingsmogelijkheden tussen scholen en vestigingen zodat we het aantal uren taalondersteuning per kind nog kunnen uitbreiden,” knipoogt de Roeselaarse pedagogisch coördinator.
Het AN-team blijft zich professionaliseren door vormingen te volgen en door op frequente tijdstippen samen te overleggen.
Naast het intensiever coachen van de startende AN-leraar is een sterkere interactie en samenwerking tussen de AN-leraar en de collega’s op school cruciaal. De eindverantwoordelijkheid van een nieuwkomer ligt nu te vaak bij de AN-leraar en zal verschuiven naar een grotere gedeelde zorg. Elk schoolteam moet elk kind sterk en rijk taalonderwijs aanbieden. Dit wil Arkorum zichtbaar maken door een expertisebestuiving: leraren laten hospiteren in een wereldklas, extra ondersteuning bieden op de klasvloer van een AN-expert, uitwisselen van klaservaringen, delen van info via het digitaal platform SharePoint, inspelen op de noden door fysieke ontmoetingen, gezamenlijke professionalisering, gemeenschappelijke thema’s bespreken, overleg omtrent sterke leermiddelen, een digitale startbox aanmaken met daarin de leerlijn onthaalonderwijs ingedeeld in leerperiodes en leergebieden met de nodige materialen.
“Dit alles doen we vooral om de (klas)leraar te ondersteunen!” aldus Fanny.
De pedagogisch coördinator voegt er nog aan toe: “De ouderbetrokkenheid is vaak niet optimaal. Daarom is de onderlinge verbinding ook een punt dat we meenemen in ons actieplan. Om ouderparticipatie te stimuleren, werken we - samen met het ‘netwerk onthaalonderwijs Roeselare’, de AN-leraren en brugfiguren - een digitale onthaalbox uit. We vormen een zachte brug door de ouders en de kinderen te informeren, door te dialogeren en te begeleiden.”
Ten slotte is het goed te beseffen dat de perfecte onthaalwerking niet bestaat. Elke nieuwkomer is anders en heeft een eigen rugzakje. Het onthaalonderwijs is een positieve uitdaging. Het vraagt steeds te reflecteren om zo te komen tot kwaliteitsvol onderwijs.