Sommige bepalingen van het koninklijk besluit over de interne dienst preventie en bescherming (IDPB) leggen op dat de werkgevers alvorens een beslissing te nemen het akkoord van het comité moet vragen. Andere bepalingen spreken over het vragen van een advies. Een advies veronderstelt niet noodzakelijk een gemeenschappelijk standpunt. Een akkoord is strikter en veronderstelt minstens een meerderheid.
Een werkgever vraagt aan zijn comité(s) voorafgaand advies over maatregelen inzake het beleid die te maken hebben met het welzijn van de werknemers. Vanuit deze optiek is het logisch om het comité te betrekken bij de voorstellen die een fusie met zich meebrengt. Een werkgever vraagt eveneens advies over de keuze van een externe dienst voor preventie en bescherming (EDPB) op het werk en over de wijze van samenstelling van de interne dienst.
Een werkgever vraagt het akkoord aan zijn comité(s) over de minimumduur van de prestaties en de aanstelling van de preventieadviseur(s) – ook van de interne preventieadviseurs psychosociale aspecten.
Comités hebben recht op informatie die het welzijn van de werknemers betreft. Die informatie kan wijzigen als gevolg van een fusie. We denken bijvoorbeeld aan aanwezigheid van bepaalde producten met gevaarlijke eigenschappen, emissiepunten met betrekking tot lucht- en waterverontreiniging, milieuvergunningen, bepaalde installaties die voor risico’s zouden kunnen zorgen, noodplannen, psychosociale risico’s, ....
Kort
De werkgever vraagt in aanlop naar een fusie voorafaandelijk advies aan zijn comité(s) over de zaken die ten gevolge van een fusie een impact kunnen hebben op het welzijn van de werknemers. Wij adviseren om het CPBW te informeren over de fusieplannen om zo het draagvlak voor het bestuurlijke optimalisering en schaalvergroting te vergroten.