Een individueel filosofieschrift nodigt de leerlingen uit tot betrokkenheid bij de leerinhouden en klasactiviteiten in de lessen filosofie en biedt hen de kans om zelf bewust te groeien als filosoof. Hier lees je hoe je zo een schrift kan gebruiken in de klas.
Als leerkracht of vakgroep filosofie kan je de leerlingen een filosofieschrift laten bijhouden, een schrift dat de leerlingen elke les filosofie bij zich hebben en waarin ze op tijd en stond filosofische vragen, ideeën en twijfels rond de leerinhouden en klasactiviteiten noteren. Het kan gaan om een eenvoudig schrift, maar je kan dit natuurlijk ook integreren in je cursus. Je houdt het in ieder geval best laagdrempelig, opdat het schrift regelmatig gebruikt zou worden.
Met het gebruik van een filosofieschrift kan je verschillende doelstellingen nastreven:
Als je de leerlingen systematisch in het schrift laat noteren, bijvoorbeeld kort tijdens of na elk filosofisch klasgesprek en/of op het einde van elke thematische lessenreeks, wordt het een logboek van het groeiproces van de leerling als filosoof. Je kan het gebruik van het filosofieschrift nauwkeurig afbakenen met vaste richtvragen die de leerlingen bij elke noteerbeurt beantwoorden, zoals:
Uiteraard kan je de vragen zo opstellen, dat de leerlingen tot een toekomstgerichte zelfevaluatie komen. Je kan hen ook het schrift laten gebruiken als vrijplaats voor het denken voor, tijdens en na de les, zonder sturende vragen; dat levert wellicht meer verrassende invalshoeken en ideeën op.
Het filosofieschrift, dat na enkele maanden reeds een arsenaal aan filosofische vragen en ideeën biedt, kan later, tijdens lessenreeksen over andere thema’s, bij volgende klasgesprekken of bij de voorbereiding van een eigen essay of betoog, dienen als inspiratiebron, waaruit de leerling zelf vrijelijk kan putten.
Je kan het schrift hanteren als basis voor een gesprek met de leerling over diens groei als filosoof of de leerlingen daar af en toe onderling over laten praten. Welke thema's en vragen komen steeds weer terug? Is het denken van de leerling daaromtrent veranderd gedurende de afgelopen maanden? Welke inhouden zorgen voor meer vragen en welke inhouden blijven onaangeroerd liggen in het denken van de leerling? Welke opdrachten zorgen voor moeilijkheden en welke gaan de leerling goed af en waaraan ligt dat dan? Waar kan de leerling ondertussen al wat nieuwe inzichten bij noteren?
Idealiter kan je hen dit schrift laten bijhouden over de leerjaren heen, zodat het in het zesde jaar bijvoorbeeld aanleiding kan geven tot een uitgebreide zelfreflectie, een terugblik op de afgelopen vier leerjaren filosofie en een onderbouwde vooruitblik naar het volgende groeiproces in het hoger onderwijs: welke inzichten en vaardigheden heb ik verworven en ontwikkeld en welke kansen bieden deze mij in de toekomst? Zo blijft wat geschreven staat.