De winter staat voor de deur. Door enkele kosteloze ingrepen kun je je energieverbruik en -kosten drukken. Hier vind je een aantal maatregelen die je meteen kunt toepassen in je eigen schoolgebouw.
Tijdens de schooluren stel je de vraagtemperatuur van je verwarmingsinstallatie in op 19°C. Door de temperatuur in je schoolgebouw met één graad te verlagen kan je energiefactuur op jaarbasis met 6 tot 7 % dalen. Hou wel rekening met de minimum luchttemperaturen zoals voorgeschreven door de “Codex welzijn op het werk”:
Buiten de schooluren stel je de vraagtemperatuur van je verwarmingsinstallatie in op minimaal 14°C. Ga niet onder 14°C want dan bestaat er risico op schimmelvorming en vochtproblemen.
Als de onderkant van je radiator warm is en de bovenkant koud, moet je de radiator ontluchten. Hoe doe je dat?
Dek je radiatoren nooit af, of plaats er nooit een voorwerp voor. Zo verklein je het verwarmingsoppervlak waardoor de efficiëntie van je verwarmingsinstallatie daalt.
Thermostatische kranen zijn een goede aanvulling op je klokthermostaat. De klokthermostaat bepaalt het moment waarop je verwarmingsinstallatie begint te werken of afslaat. De thermostatische kranen dienen om de temperatuur per lokaal nauwkeuriger te regelen. Installeer geen thermostatische kraan in de ruimte waar de klokthermostaat staat. Zij kunnen mekaars werking grondig verstoren.
Controleer of alle thermostatische kranen goed afgesteld staan:
Controleer de werking van de thermostaatkranen. Als in een zelfde klaslokaal één radiator koud aanvoelt en de andere warm, dan werken de kranen niet optimaal.
Controleer of alle binnenverlichting uitgeschakeld is na sluiting van het schoolgebouw.