Uit de actualiteit blijkt dat heel wat organisaties, denk maar aan Studio 100, Lego of Barbie, vandaag inspelen op herinneringen of memorabele ervaringen van hun doelgroepen. Nostalgie is als branding dan ook heel slim wat via deze concrete lessuggesties duidelijk wordt.
Dagelijks drinken we heel wat kopjes koffie: thuis, op het werk, op het station, op een terras, ... Op het werk is het kopje misschien gratis, thuis betalen we er wellicht minder dan één euro voor, bij Starbucks kost een kop net iets meer dan drie euro, op een terras 4,5 euro en op één van de beroemde pleinen in Venetië wel 10 euro. Niettemin zitten onze terrassen en ook de pleinen vol met koffie slurpende mensen, maar waarom... Waarom zijn we m.a.w. bereid om zo veel te betalen voor een kopje koffie?
Het antwoord is eenvoudig: niet de koffie is hier belangrijk, wel de beleving en de context. Wil je als PR-verantwoordelijke dan ook bouwen aan je imago, dan dien je ook na te denken over de gevoelens, belevenissen, memorabele ervaringen die aan het merk gekoppeld kunnen worden.
Deze herinneringen en emoties die bij het doelpubliek opkomen als ze aan een specifiek merk denken, noemen we branding of brandactivation. Bij brandactivation is het dus niet direct de bedoeling om een potentiële klant te laten overgaan tot actie, maar meer om een plekje in zijn hoofd te verwerven.
Bron: Communicatiehandboek, Wil Michels
Ongetwijfeld hebben heel wat bekende merken een plekje in het geheugen van de leerlingen veroverd. Als instap zou je hen enkele beroemde merken, zoals Starbucks, Barbie, Lego, Studio 100 of Plopsaland, kunnen voorleggen waarbij de leerlingen mogen noteren wanneer ze laatst met deze brands in contact kwamen en welk gevoel het merk bij hen oproept.
Hoogstwaarschijnlijk kwamen ze al enige tijd geleden met deze merken in contact, niettemin zullen ze er wellicht in slagen om de twee vragen te beantwoorden. Misschien roepen enkele merken ook positieve gevoelens op waardoor de leerlingen met heimwee terugdenken aan het spelen met Lego of Barbiepoppen, de uitstappen met de familie in Plopsaland, ... Nostalgie werkt en dat weten ook grote bedrijven en hun PR-medewerkers wat de volgende voorbeelden en video laten zien.
Zouden je leerlingen hier zelf de nostalgische toets kunnen achterhalen?
Het meest recente voorbeeld is uiteraard de reünie van K3. Toen dit nieuws bekendgemaakt werd, keken duizenden fans van het eerste uur uit naar de reünieconcerten. Het vervolg laat zich al raden: in een mum van tijd werden 300.000 tickets verkocht en 22 keer zullen Karen, Kristel en Kathleen in uitverkochte concertzalen in België en Nederland optreden. Dit opmerkelijke nieuws haalde dan ook de media.
Samen met je leerlingen zou je het volgende artikel kunnen lezen, waarna je enkele gerichte vragen zou kunnen stellen ...
Originele K3 verkoopt 14 keer het Sportpaleis uit: "Nostalgie is als branding gewoon heel slim"
Met de reünie van de drie originele K3-zangeressen speelt Studio 100 opnieuw in op de nostalgische snaar van een inmiddels volwassen publiek. “Het is een verlangen naar het bekende, omdat dat een gevoel van veiligheid geeft.”
“Doe het nog één keer zo Oya lélé”, zongen Karen, Kristel en Kathleen in 2009 voor het laatst met zijn drieën in de originele formatie van K3. Zestien jaar later, in oktober, zullen ze het liedje minstens veertien keer opnieuw zingen in het Sportpaleis. En een half jaar later weer, maar dan bij onze noorderburen in de Rotterdamse Ahoy. Ondertussen zijn alle shows al bijna volledig uitverkocht. De reünieconcerten vinden zowel ‘s middags (in het weekend) als ‘s avonds plaats. Hiermee mikt Studio 100 duidelijk zowel op kinderen als op een volwassen publiek.
Geruchten over een reünie deden al langer de ronde. De drie vrouwen zwengelden die nog aan door zondag op hun socials een aftelklok te plaatsen. Het hoort bij onze entertainmentsamenleving: om op te vallen tussen een continu verversend aanbod entertainment moet je buzz creëren bij de media en het publiek. Na deze aanloop lanceerde Studio 100 samen met de aankondiging ook de ticketverkoop.
De fans die als kind opgroeiden met de originele bezetting van K3 en inmiddels oud genoeg zijn om hun eigen kinderen te hebben, kunnen dus hun jeugd herbeleven met Karen, Kristel en Kathleen. Het is een duidelijke drang naar nostalgie, naar weer even kind zijn, een soort escapisme. “Die drang naar nostalgie is eigenlijk een copingmechanisme”, zo stelt Maarten Leyts, oprichter van jongerenbureau Trendwolves. “Veel mensen zien dat de wereld om hen heen verhardt en worstelen met volwassen worden. Teruggrijpen naar positieve aspecten uit je jeugd helpt die realiteit te ontvluchten. Het is een verlangen naar het bekende, omdat dat een gevoel van veiligheid geeft.”
Volgens Leyts past het in de bredere trend “kidulting”: een samenvoeging van ‘kids’ en ‘adulting’. Oftewel: volwassenen die een fenomeen uit hun jeugd weer eigen maken, als manier om het mentale welzijn te verbeteren.
Nostalgie als verbinder
Bedrijven spelen slim in op die trend: Lego promoot bijvoorbeeld bouwpakketten voor volwassenen, zoals boeketten of varianten van beroemde schilderijen in Lego-blokjes. Nintendo heeft zijn heruitgaves van games als Super Mario of The legend of Zelda.
Dat nostalgie verkoopt, weet Studio 100 als geen ander. Al een paar jaar organiseert het de Studio 100 SingAlong – een concertenreeks waar veteranen van de producent bij elkaar komen en opnieuw hun grootste hits uit de kast trekken. Jelle Cleymans zingt solo de hits van Spring!, de cast van Het huis Anubis brengt samen de titelsong, Gert Verhulst zingt met Samson, enzovoort. En dat allemaal voor een hoofdzakelijk volwassen publiek, want sommige van de shows hebben een minimumleeftijd van 16 jaar.
Bovendien, vertelt Leyts, is die nostalgie een goede intergenerationele verbinder, zeker in het geval van K3. “Voor Studio 100 is dit een slimme manier om zijn doelgroep te verbreden en relevantie te behouden. Nostalgie is als branding gewoon heel slim”, aldus Leyts. “Ouders die zijn opgegroeid met K3, zullen sneller bereid zijn om K3-merchandise voor hun kinderen te kopen, omdat ze daar zelf ook warme gevoelens bij hebben.”
De ticketverkoop, die nu al uitkomt op meer dan 200.000 tickets, is ongezien. Jan Van Esbroeck, directeur van het Sportpaleis: “Ik zit al bijna veertig jaar in dit vak, maar zo’n groot aantal in zo’n korte tijd heb ik nog nooit meegemaakt. We halen soms de kaap van 200.000, maar niet zo snel als nu.”
Bron: De Standaard, 24 maart 2025
Uit het artikel blijkt duidelijk dat de concerten zichzelf verkochten omdat nostalgie nu eenmaal werkt. Dit beseft ook het Brusselse restaurant Maison Vincent, waardoor het voor zijn 120-jarig bestaan een heel bijzonder evenement organiseert. Hier zou je de leerlingen kort kunnen laten speculeren: hoe zou het restaurant zijn jubileum willen vieren?
Wil je hen niet langer in spanning laten, dan kan je het volgende fragment uit een bericht van VRT Nieuws van 30 maart 2025 laten zien.
Op hun 120ste verjaardag wil het Brusselse restaurant de klanten dus hetzelfde menu voorschotelen aan dezelfde prijzen als in het begin van de vorige eeuw. Op die kaart stonden toen opmerkelijke gerechten. Kunnen de leerlingen achterhalen welke en vallen die, zoals haring, paling of gewoon eieren, bij hen in de smaak?
Aansluitend kan je als leraar toevoegen dat ook scholen, sport- of jeugdverenigingen vaak al lange tijd bestaan en dan ook een rijke traditie hebben. Een snelle surfopdracht leert ons bijvoorbeeld meteen dat verschillende Vlaamse scholen al in de negentiende eeuw opgericht en dus meer dan 200 jaar oud zijn. Om de leerlingen uit te dagen kan je hen laten opzoeken wanneer hun school, hun jeugdvereniging, ... gesticht werd.
Het vervolg van de les laat zich misschien al raden. Voor een volgende opdracht mogen de leerlingen aannemen dat hun school, hun jeugdvereniging, hun sportclub zijn of haar lange bestaan, zijn of haar traditie dit jaar in de verf wil zetten. Ze mogen dan ook een campagne voor een bijzonder jubileum (vb. “100 jaar school X”) uitwerken waarbij nostalgie centraal staat.
Ze bedenken een concept met aansluitend ...
Bij dit alles proberen ze de organisatie positief in beeld te brengen.