Kan een personeelslid, zoals een leraar, persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor wat hij of zij doet op school?
Personeelsleden willen graag begrijpen welke verantwoordelijkheid zij dragen bij de uitoefening van hun opdracht. We geven inzicht in welke vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid van toepassing kunnen zijn binnen een schoolomgeving. Deze aansprakelijkheid is erop gericht om veroorzaakte schade te vergoeden en heeft dus in essentie een vergoedend karakter.
Het basisprincipe is dat personeelsleden aansprakelijk zijn voor hun eigen gedrag. Je bent verantwoordelijk voor schade die je door je eigen fout aan een ander veroorzaakt. ‘potje breekt, potje betalen’. Maar de wetgeving perkte de aansprakelijkheid van werknemers in bij de uitoefening van hun opdracht. Daarover lees je hieronder meer.
Een fout kan bestaan uit het niet naleven van de algemene zorgvuldigheidsnorm of het overtreden van een wettelijke regel.
De algemene zorgvuldigheidsnorm vereist dat iedereen moet handelen zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden zou doen. Als iemand hierin tekortschiet, kan dit leiden tot aansprakelijkheid. De specifieke omstandigheden en context zullen altijd enorm belangrijk zijn. Ook de voorzienbaarheid van de schade speelt een cruciale rol. Het betekent dus niet dat je je moet gedragen als superman of -vrouw. Als de schade niet voorzienbaar is op het moment van het gestelde gedrag, zul je niet persoonlijk aansprakelijk zijn.
Een voorbeeld: een leraar vergeet scherven van een gebroken glas op te ruimen in het klaslokaal. Een kleuter snijdt zich aan het glas. De vergetelheid van de leerkracht is onzorgvuldig, want het is in deze omstandigheden voorzienbaar dat een kleuter in de klas zich aan het glas kan snijden.
Een schending van een wettelijke regel is steeds een fout. Bijvoorbeeld: een leerkracht laat leerlingen werken op een steiger die niet is voorzien van een stootplank. Er valt een pot verf op de schouder van een leerling.
Werknemers hebben een beperkte persoonlijke aansprakelijkheid. Dit betekent dat ze alleen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor specifieke soorten fouten:
Deze inperking geldt voor álle personeelsleden: zowel gesubsidieerde als niet-gesubsidieerde. Daarnaast genieten vrijwilligers via de vrijwilligerswet een soortelijke bescherming. Ook voor leerlingen-stagiairs is er een decretale basis om hun aansprakelijkheid te beperken, vergelijkbaar met die van een gewone werknemer.
De beperking van aansprakelijkheid geldt zowel tegenover derden (bijvoorbeeld ouders of leerlingen) als tegenover de werkgever zelf. Dit betekent dat een bestuur niet zomaar de schade kan verhalen op de werknemer, tenzij er sprake is van een zware fout, opzettelijke fout of gewoonlijk voorkomende lichte fout.
Als aanvulling op die wettelijke regels kun je de aansprakelijkheid van werknemers extra beschermen door in contracten met derden clausules over aansprakelijkheid op te nemen. Zo'n zogenaamde exoneratie- of bevrijdingsclausule kan dan extra zekerheid geven.
We stelden een modelclausule op die de tegenpartij én (het bestuur van) de onderwijsinstelling verbiedt om elkaars personeelsleden rechtstreeks aan te spreken als er iets misloopt. De modelclausule is wederkerig opgesteld: houd er dus rekening mee dat deze clausule ook je eigen aanspreekmogelijkheden inperkt.
Natuurlijk staat het je vrij om een andere exoneratieclausule op te nemen in je overeenkomst. Houd in dat geval wel rekening met de wettelijke grenzen van wat toelaatbaar is als exoneratie, zoals de regels over onrechtmatige bedingen. Neem in geval van twijfel zeker contact op.
Het bestuur van elke onderwijsinstelling is wettelijk verplicht om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (de zogenaamde schoolverzekering of soms ook de schoolpolis genoemd) en rechtsbijstand af te sluiten. De burgerlijke aansprakelijkheid van heel wat verzekerden is hierin gedekt. Denk onder andere aan leerlingen, vrijwilligers, bestuurders,...ook personeelsleden zijn verzekerd in deze polissen.
Als een verzekerde een schadevergoeding moet betalen omdat hij aansprakelijk is, wordt dit verzekerd binnen de schoolverzekering. De verzekering beschermt personeelsleden ook als ze betrokken raken bij een juridische procedure en zich moeten verdedigen in een juridische procedure. De advocaatkosten worden dan vergoed.
Als het bestuur geen verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand afsluit voor haar personeel, moet zij zelf de kosten dragen die een personeelslid oploopt als gevolg van het ontbreken van die verplichte verzekering, zoals schadevergoedingen en advocaatkosten.
In de meeste gevallen bevat de schoolverzekering een luik lichamelijke ongevallen. Deze verzekering dekt lichamelijke schade bij leerlingen tot een bepaald bedrag. Let op: als het gaat om lichamelijke ongevallen van personeelsleden, kijken we naar de arbeidsongevallenverzekering. Het gaat hier bijgevolg voornamelijk over lichamelijke ongevallen van leerlingen.
Verzekeringstechnisch speelt de aansprakelijkheidsvraag daarom heel vaak geen rol. Als de schade onder dit bedrag blijft, zal de verzekering de lichamelijke schade automatisch vergoeden. Het is pas bij heel zware schadeletsels - als de schade het gedekte bedrag in de verzekering voor lichamelijke ongevallen overschrijdt - dat de vraag naar aansprakelijkheid in het vizier komt.
Als aankoopcentrale biedt DOKO aan haar leden raamovereenkomsten aan met betrekking tot leveringen of diensten. Er is een lopende raamovereenkomst voor verzekeringen.
Zowel aansprakelijkheid als het verzekeringstechnische luik is steeds geval per geval toe te passen en wordt snel een complex verhaal. Als je hier specifieke vragen rond hebt, kan je ons steeds contacteren.