Aansprakelijkheid voor leerlingen

Wie is verantwoordelijk als een leerling, cursist of student schade berokkent aan iemand anders? Is de leerkracht aansprakelijk? Zijn ouders? Of toch de leerling zelf?

Aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen voor hun leerlingen

sla link op in klembord

Kopieer

Volgens het vernieuwde Burgerlijk Wetboek is een onderwijsinstelling aansprakelijk voor de schade die haar leerlingen, cursisten of studenten door hun fout veroorzaken aan derden terwijl zij onder haar toezicht staan. Opdat iemand een onderwijsinstelling aansprakelijk kan stellen, moet men aantonen dat:

  • een leerling een fout beging; 
  • hierdoor iemand anders schade heeft geleden; 
  • de leerling onder het toezicht van de onderwijsinstelling stond. 

Als men dat allemaal kan bewijzen, dan wordt een onderwijsinstelling vermoed aansprakelijk te zijn. Hier gaat het, net zoals bij de aansprakelijkheid van ouders, om een weerlegbaar vermoeden. Een onderwijsinstelling kan haar aansprakelijkheid weerleggen als zij kan bewijzen dat er geen fout werd gemaakt in het toezicht.​

Vermoeden van aansprakelijkheid weerleggen

sla link op in klembord

Kopieer

Zoals vermeld is het aansprakelijkheidsvermoeden van de onderwijsinstelling weerlegbaar. Haar aansprakelijkheid vervalt wanneer men bewijst dat men ondanks voldoende toezicht niet heeft kunnen beletten dat haar leerling, cursist of student schade heeft berokkend. Dit kan door aan te tonen dat men als een normaal zorgvuldige en vooruitziende onderwijsinstelling heeft gehandeld en op een adequate wijze toezicht heeft georganiseerd.

Bij het beoordelen of een onderwijsinstelling voldoende toezicht heeft georganiseerd zal er worden gekeken naar de feitelijke omstandigheden. Zo kan er rekening worden gehouden met de leeftijd en de maturiteit van de leerlingen, de grootte van de groep waarop toezicht wordt uitgeoefend, de aard en de plaats waar de schoolactiviteiten plaatsvinden, eerdere gedragingen zoals agressie of wegloopgedrag… Hoe ouder en verantwoordelijker leerlingen zijn, hoe minder toezicht er kan worden verwacht. Voor gevaarlijke activiteiten (bijvoorbeeld een practicum tijdens de les chemie) wordt er meer toezicht vereist. Ook voor leerlingen met fysieke of mentale beperkingen wordt er meer toezicht vereist.

Een bepalende factor is de mate van onvoorzienbaarheid van het gedrag van de leerling. Een onderwijsinstelling kan het aansprakelijkheidsvermoeden met succes weerleggen als men kan aantonen dat het schadeverwekkende gedrag zo onvoorzienbaar en plots was dat zij – zelfs bij een zeer doorgedreven toezicht – het gedrag onmogelijk had kunnen voorkomen.

Schade aan een derde

sla link op in klembord

Kopieer

Belangrijk om te vermelden is dat de aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling alleen maar in het gedrang kan komen wanneer een derde schade lijdt. Een derde is iemand anders dan de onderwijsinstelling of de schadeveroorzakende leerling zelf. Denk aan een toevallige voorbijganger of aan een medeleerling. 

Zo kan een leerling die tijdens de turnles valt en zich verwondt, de onderwijsinstelling niet aansprakelijk stellen op grond van het aansprakelijkheidsvermoeden van de onderwijsinstelling. Hij kan zich wél beroepen op de gewone aansprakelijkheidsregeling: in dat geval zal hij moeten aantonen dat de onderwijsinstelling en/of zijn personeelsleden een fout hebben gemaakt die bij hem of haar schade heeft veroorzaakt.

Het is ook mogelijk dat een onderwijsinstelling zelf schade lijdt als gevolg van het gedrag van een leerling onder haar toezicht. In dat geval kan zij ofwel die leerling persoonlijk aanspreken, ofwel zijn ouders of voogd(en), op grond van een aansprakelijkheidsvermoeden.

Verzekering

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer een onderwijsinstelling of een internaat aansprakelijk is en de schade moet vergoeden, zal de vraag worden gesteld of er geen verzekering is die haar aansprakelijkheid – en vooral de financiële gevolgen daarvan – dekt.

Lichamelijke ongevallen

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer er een leerling, interne, cursist of student schade lijdt - mogelijk door de fout van iemand anders - rijst de vraag of er geen verzekering is die de financiële gevolgen daarvan dekt.
In de meeste gevallen bevat de schoolverzekering (soms ook wel de school- of de uitbatingspolis genoemd) een luik lichamelijke ongevallen. Deze verzekering dekt lichamelijke schade bij leerlingen tot een bepaald bedrag. (Let op: als het gaat om lichamelijke ongevallen van personeelsleden, kijken we naar de arbeidsongevallenverzekering). Het gaat hier bijgevolg voornamelijk over lichamelijke ongevallen van leerlingen.

Verzekeringstechnisch speelt de aansprakelijkheidsvraag daarom heel vaak geen rol. Als de schade onder dit bedrag blijft, zal de verzekering de lichamelijke schade automatisch vergoeden.

Zware schadegevallen

sla link op in klembord

Kopieer

Het is pas bij heel zware schadeletsels - als de schade het gedekte bedrag in de verzekering voor lichamelijke ongevallen overschrijdt - dat de vraag naar aansprakelijkheid in het vizier komt. In dat geval zal - afhankelijk van de feiten omstandigheden, leeftijd betrokkenen,... - de schoolverzekering tussenkomen om de onderwijsinstelling te verdedigen in een juridische procedure en eventuele schadevergoedingen te betalen.
 
 Als aankoopcentrale biedt DOKO aan haar leden raamovereenkomsten aan met betrekking tot leveringen of diensten. Er is een lopende raamovereenkomst voor verzekeringen.
 
Zowel aansprakelijkheid als het verzekeringstechnische luik is steeds geval per geval toe te passen en wordt al snel een complex verhaal. Als je hier specifieke vragen rond hebt, kun je ons steeds contacteren.

Aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen

sla link op in klembord

Kopieer

Volgens het vernieuwde Burgerlijk Wetboek zijn ouders aansprakelijk voor de schade die hun minderjarige kinderen veroorzaken aan derden terwijl zij onder haar toezicht staan. Dit principe geldt niet alleen voor ouders, maar ook voor voogden, adoptanten en pleegzorgers. Opdat iemand een ouder aansprakelijk kan stellen, moet men wel aantonen dat:

  • een minderjarig kind een fout beging; 
  • hierdoor schade werd toegebracht; 
  • het minderjarige kind onder het gezag staat van een ouder, voogd, adoptant of pleegzorger.

Als men dat allemaal kan bewijzen, dan worden de ouders vermoed aansprakelijk te zijn. 

Vermoeden van aansprakelijkheid weerleggen

sla link op in klembord

Kopieer

Voor zover het gaat over een kind jonger dan 16 jaar, zijn de ouders automatisch en onweerlegbaar aansprakelijk voor de schade die hun kind aanricht.

Als het daarentegen gaat over een minderjarig kind ouder dan 16 jaar, gaat het om een weerlegbaar vermoeden, zoals bij de aansprakelijkheid van een onderwijsinstelling. In dat geval kunnen de ouders hun aansprakelijkheid weerleggen als zij kunnen bewijzen dat de schade niet het gevolg is van een gebrek aan toezicht van hun kant.​

Wanneer iemand ouder dan 18 jaar schade aanricht, dan kan de schadelijder zich niet richten tot de ouders om de schade te vergoeden. Wel kan hij de meerderjarige aanspreken op grond van diens persoonlijke aansprakelijkheid (of de onderwijsinstelling op grond van diens aansprakelijkheidsvermoeden).

In geval van externe aansprakelijkheid, is het de derde partij die een vordering tegen jou zal instellen.

Verzekering

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer ouders aansprakelijk zijn voor hun minderjarige kind en de aangerichte schade moeten vergoeden, zal de vraag worden gesteld of er geen verzekering is die hun aansprakelijkheid – en vooral de financiële gevolgen daarvan – dekt.

Er kan worden gedacht aan de familiale verzekering (soms ook wel een gezinspolis, verzekering privéleven of een “BA Familiale” genoemd). Deze vergoedt de schade aan derden waarvoor de verzekerde en alle personen die bij hem inwonen aansprakelijk zijn in hun privéleven. Deze verzekering dekt normaalgezien zowel de ouderlijke aansprakelijkheid als de persoonlijke aansprakelijkheid van het kind.

Hoewel een familiale verzekering bijzonder nuttig is, is ze niet wettelijk verplicht: niet alle ouders zullen dus kunnen terugvallen op een familiale verzekering om hun aansprakelijkheid te dekken wanneer hun minderjarig kind schade veroorzaakt. 

Aansprakelijkheid van leerlingen voor zichzelf 

sla link op in klembord

Kopieer

Volgens het vernieuwde Burgerlijk Wetboek is iedereen aansprakelijk voor de schade die hij of zij door een fout veroorzaakt aan iemand anders. Dat principe geldt ook voor leerlingen, internen, cursisten of studenten: vanaf 1 januari 2025 zijn zij persoonlijk aansprakelijk vanaf de leeftijd van 12 jaar. Opdat iemand aansprakelijk is, moet wel worden aangetoond dat:

  • die persoon een fout heeft gemaakt 
  • er schade bestaat; 
  • er een oorzakelijk verband bestaat tussen de fout en de schade.

Als men dat allemaal kan bewijzen, dan is een leerling, interne, cursist of student aansprakelijk en moet hij de veroorzaakte schade vergoeden 

Fout

sla link op in klembord

Kopieer

De schadelijder zal ten eerste moeten aantonen dat de leerling, interne, cursist of student een fout heeft gemaakt. Als fouten worden beschouwd elke schending van een wettelijke regel maar ook de overtreding van de algemene zorgvuldigheidsnorm​.

De algemene zorgvuldigheidsnorm vereist dat iedereen moet handelen zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden zou doen. Als iemand hierin tekortschiet, kan dit leiden tot aansprakelijkheid. De specifieke omstandigheden en context zullen altijd erg belangrijk zijn. Ook de voorzienbaarheid van de schade speelt een cruciale rol. Als de schade niet voorzienbaar is op het moment van het gestelde gedrag, zal een leerling, interne, cursist of student niet persoonlijk aansprakelijk zijn. De algemene zorgvuldigheidsnorm betekent dus niet dat men zich moet gedragen als een superman- of vrouw.

Een voorbeeld: tijdens de chemieles breekt een leerling een erlenmeyer maar laat hij na om de scherven op te ruimen. Een medeleerling snijdt zich nadien aan een glasscherf. De vergetelheid van de leerling is onzorgvuldig, want het is in deze omstandigheden voorzienbaar dat iemand zich kan snijden aan glasscherven.

Een schending van een wettelijke regel is altijd fout, zoals bijvoorbeeld wanneer een leerling tijdens een uit de hand gelopen ruzie een medeleerling fysiek aanvalt en verwondt. Zulk gedrag is natuulijk bij wet verboden.

Schade

sla link op in klembord

Kopieer

Ten tweede zal de schadelijder moeten bewijzen dat hij effectief schade heeft geleden. Schade is niet alleen het onmiddellijke nadeel dat iemand lijdt, maar ook elk toekomstig nadeel, voor zover dit al daadwerkelijk vaststaat. Louter hypothetische schade komt niet in aanmerking om te worden vergoed.

Oorzakelijk verband

sla link op in klembord

Kopieer

Tot slot zal een schadelijder moeten aantonen dat er een logisch causaal verband bestaat tussen de fout en de schade. De schade moet met andere woorden zijn veroorzaakt door de fout van de leerling, interne, cursist of student. Als de schade zich zonder die fout niet zou hebben voorgedaan, is er sprake van een oorzakelijk verband en dus van aansprakelijkheid. 

Leeftijdsgrens van 12 jaar

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf 1 januari 2025 zijn leerlingen, internen, cursisten en studenten persoonlijk aansprakelijk vanaf de leeftijd van 12 jaar. Een rechter kan weliswaar beslissen om de schadevergoeding die een minderjarige moet betalen, te beperken, dan wel helemaal te schrappen. Hij houdt daarbij rekening met de economische en financiële toestand van de minderjarige schadeveroorzaker en de schadelijder.

Als de aansprakelijkheid van de minderjarige gedekt is door een verzekering, kan de rechter niet beslissen om de schadevergoeding te beperken tot een bedrag dat lager is dan dat waarvoor de verzekering dekking verleent. Ook de schadevergoeding schrappen is dan niet mogelijk.

Belangrijk om op te merken is dat de leeftijdsgrens geen rekening houdt met de individuele schuldbekwaamheid van een minderjarige. Het maakt dus geen verschil wanneer het gaat om een minderjarige met een mentale beperking of een ernstige psychische problematiek.

Verzekering en bescherming

sla link op in klembord

Kopieer

Lichamelijke ongevallen

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer een leerling, interne, cursist of student aansprakelijk is en de aangerichte schade moet vergoeden, zal de vraag worden gesteld of er geen verzekering is die zijn aansprakelijkheid – en vooral de financiële gevolgen daarvan – dekt.

Zware schadegevallen

sla link op in klembord

Kopieer

Het is pas bij heel zware schadeletsels - als de schade het gedekte bedrag in de verzekering voor lichamelijke ongevallen overschrijdt - dat de vraag naar aansprakelijkheid in het vizier komt. In dat geval zal afhankelijk van de feiten omstandigheden, leeftijd betrokkenen ... de schoolverzekering nog tussenkomen om de aansprakelijke leerling te verdedigen in een juridische procedure en eventuele schadevergoedingen te voldoen.  
 
Als de schoolverzekering toch niet tussenkomst, kan de familiale verzekering (soms ook wel een gezinspolis, verzekering privéleven of een "BA Familiale" genoemd) een rol spelen. Deze verzekering vergoedt de schade aan derden waarvoor de verzekerde en alle personen die bij hem inwonen aansprakelijk zijn in hun privéleven. Deze verzekering dekt normaal gezien zowel de persoonlijke aansprakelijkheid van het minderjarige kind als de eventuele ouderlijke aansprakelijkheid.
Hoewel een familiale verzekering bijzonder nuttig is, is ze niet wettelijk verplicht: niet alle leerlingen, internen, cursisten of studenten zullen dus kunnen terugvallen op deze verzekering om hun persoonlijke aansprakelijkheid te dekken wanneer zij schade veroorzaken.

Als aankoopcentrale biedt DOKO aan haar leden raamovereenkomsten aan met betrekking tot leveringen of diensten. Er is een lopende raamovereenkomst voor verzekeringen.
 
Zowel aansprakelijkheid als het verzekeringstechnische luik is steeds geval per geval toe te passen en wordt al snel een complex verhaal. Als je hier specifieke vragen rond hebt, kun je ons steeds contacteren.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio