Vzw’s zijn verplicht om jaarlijks een begroting op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de Algemene Vergadering (art. 3:47, § 1, Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). Een belangrijk onderdeel van die begroting is een raming van het verwachte werkingsbudget.

Het werkingsbudget bestaat uit:

  • jaarlijks terugkerende werkingsbudgetten;
  • gekleurde, tijdelijke middelen die maar gedurende één of enkele jaren worden toegekend.

Gekleurde tijdelijke middelen maken geen deel uit van de rekenmodules.

Berekeningen

sla link op in klembord

Kopieer

Indexering

sla link op in klembord

Kopieer

In de raming is rekening gehouden met een volledige indexering aan de hand van de gezondheidsindex van januari 2023 voor het gewoon en buitengewoon basisonderwijs. Deze indexering verhoogt alle bedragen per leerling met 8,28%.

Voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs is rekening gehouden met een gedeeltelijke indexering: 60% in de plaats van de 100% die je normaal zou verwachten. Deze gedeeltelijke indexering doet de bedragen maar met 4,97% toenemen in plaats van met 8,28% zoals je normaal zou verwachten bij een inflatie van 8,28%.

We moeten hopen dat de inflatie in 2023 lager blijft dan 8,28% zodat wat van de achterstand die is ontstaan op gebied van koopkracht sinds de toename van de inflatie terug wat kan verminderen.

Leerlingenaantallen

sla link op in klembord

Kopieer

Wie de rekenmodules voor schooljaar 2023-2024 naast die van vorig schooljaar legt, zal vaststellen dat de geraamde stijgingen allemaal kleiner zijn dan de indexering laat verwachten. Dat komt door de evolutie van de leerlingenaantallen. Onderwijsniveaus met sterk stijgende leerlingenaantallen zien de bedragen per leerling verder aangetast doordat extra leerlingen Vlaanderenbreed maar voor 40% omgezet worden in werkingsbudget.

Bij de raming is een relatief lichte verdere stijging van de leerlingenaantallen ingecalculeerd in het gewoon secundair onderwijs en een relatief sterke stijging in het buitengewoon onderwijs, vooral in het buitengewoon secundair onderwijs.

Werkingsbudgetten op basis van schoolkenmerken

sla link op in klembord

Kopieer

De combinatie van indexering en evolutie van de leerlingenaantallen heeft tot volgende ramingen van de evolutie van de werkingsbudgetten op basis van schoolkenmerken per leerling geleid:

  • Gewoon basisonderwijs: + 7,86%;
  • Buitengewoon basisonderwijs: + 5,77%;
  • Gewoon secundair onderwijs: + 4,24%;
  • Buitengewoon secundair onderwijs: + 2,21%.

Deze stijgingspercentages moet je zetten tegenover een gemiddelde kostenstijging door de inflatie met 8,28%. De stijging van de bedragen maskeert een verdere daling van de koopkracht. De daling van de koopkracht is extremer in het buitengewoon onderwijs dat slachtoffer is van zijn succes.

Werkingsbudgetten op basis van leerlingenkenmerken

sla link op in klembord

Kopieer

Werkingsbudgetten op basis van leerlingenkenmerken ondervinden niet alleen de invloed van de volledige of onvolledige indexering en van de evolutie van de leerlingenaantallen Vlaanderenbreed maar ook van het aantal niet afgetopte aantikkende leerlingen.

Het aantal leerlingen dat aantikt op het leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’ blijft jaar na jaar toenemen. Het werkingsbudget van dit leerlingenkenmerk moet dus jaar na jaar worden verdeeld over een almaar groter aantal leerlingen. Evolutie in 9 jaar tijd (schooljaar 2021-2022 versus schooljaar 2012-2013):

  • Aantal leerlingen met leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’:
    • gewoon basisonderwijs: + 49%;
    • gewoon secundair onderwijs: + 88%.
  • Werkingsbudget per leerling voor leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’:
    • gewoon basisonderwijs: - 12%;
    • gewoon secundair onderwijs: - 42%.

Dit zijn nominale cijfers. Er is hier nog geen rekening gehouden met de vermindering van de koopkracht door de onvolledige indexering.

Voor schooljaar 2023-2024 is gerekend met een verdere daling met 2,0% op het werkingsbudget per leerling met leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’ in het gewoon secundair onderwijs. In het gewoon basisonderwijs is een stijging voorzien met 4,2%: ongeveer de helft van de kostenstijging door de inflatie.

De aangekondigde jaarlijkse 20 miljoen euro in het kader van schooljaar van het Nederlands zal dus meer dan welkom zijn.

Alleen voor het leerlingenkenmerk ‘schooltoeslag’ in het gewoon secundair onderwijs wordt er ook en kleinere toename per leerling verwacht dan de toename voor schoolkenmerken: + 2,94% in plaats van + 4,24%.

Timing

sla link op in klembord

Kopieer

De werkingsbudgetten worden in twee quasi gelijke schijven betaald in januari-februari en in juni-juli van het schooljaar waarop ze betrekking hebben. Je ontvangt dus ongeveer de helft van de middelen van schooljaar 2023-2024 in januari-februari 2024 en de andere helft in juni-juli 2024.

De werkingsbudgetten zijn doorgaans verworven op basis van de leerlingenaantallen op de eerste schooldag van februari 2023 (of uitzonderlijk op de eerste schooldag van oktober 2023).

Andere aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Schooljaar van het Nederlands

sla link op in klembord

Kopieer

Bij het begin van dit schooljaar heeft de minister van Onderwijs onder meer aangekondigd dat er jaarlijks vanaf dit schooljaar 20 miljoen euro extra voorzien wordt voor scholen die veel leerlingen met een andere thuistaal hebben. Concreet zou elke lagere en secundaire school waar meer dan de helft van de leerlingen een andere thuistaal heeft 250 euro extra krijgen voor elk van die leerlingen om hen te versterken voor Nederlands. In totaal zou die 250 euro extra er komen voor bijna 80 000 leerlingen.

Die extra middelen zijn nog niet voorzien in de rekenmodules. Het is nog niet duidelijk hoe ze verdeeld zullen worden over de scholen.

Onzekerheid ramingen secundair onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

De onderwijsstatistieken met betrekking tot de verdeling van de werkingsmiddelen van schooljaar 2022-2023 zijn nog niet gepubliceerd voor het gewoon en het buitengewoon secundair onderwijs. Hierdoor zijn meer eigen berekeningen moeten worden gemaakt. Dat maakt de resultaten voor het secundair onderwijs onzekerder.

Bronnen

sla link op in klembord

Kopieer

In de Septemberverklaring van de Vlaamse Regering zijn er helaas geen extra werkingsbudgetten aangekondigd voor het basis- en secundair onderwijs. Er is van uit gegaan dat de berekeningswijze van deze werkingsbudgetten niet wijzigt ten overstaan van wat al bij de start van de huidige legislatuur is aangekondigd. We gaan er van uit dat de onverwacht hoge inflatie sinds 2021 de Vlaamse Regering niet doet besluiten om de onverwacht forse besparingen die ze hierdoor realiseert op de werkingsbudgetten van het secundair onderwijs te milderen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio