Als schoolbestuur of school kom je vaker dan je zou verwachten in aanraking met de regelgeving rond auteursrechten en aanverwante rechten. Zowel bij creatief materiaal gemaakt door iemand van buiten de school als door personeelsleden of leerlingen moet je er immers rekening mee houden. Hoe ga je dan veilig aan de slag met dat materiaal dat door anderen werd ontwikkeld?
Creatief materiaal ontwikkeld door iemand van buiten de school mag je heel ruim opvatten. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen over een affiche of logo die een creatieve ouder voor jouw school heeft ontworpen. Het gaat ook over een foto op de website van de school of een afbeelding voor de affiche van de opendeurdag die je van het internet plukte. Hoe ga je veilig aan de slag met dat materiaal?
Als je niet onder één van de wettelijke uitzonderingen valt, kun je pas geldig het creatief werk van iemand anders gebruiken als je met de auteur of rechthebbende een auteurscontract afsluit. Via dat contract kan de auteur of rechthebbende:
Een auteurscontract voor zowel een overdracht als een licentie moet in ieder geval aan een aantal strikte voorwaarden voldoen.
De wetgeving legt een aantal regels op waaraan het auteurscontract moet voldoen om de auteur en zijn werk voldoende te beschermen. Het moet
Om geldig te zijn en voor de bewijswaarde moet het auteurscontract altijd schriftelijk worden opgemaakt.
De toegelaten exploitatiewijzen moeten duidelijk en exhaustief omschreven staan in het auteurscontract. Je mag dus geen algemene overeenkomst maken waarbij alle rechten als geheel worden overgedragen.
Hoe mag je het werk exploiteren? Dit moet heel duidelijk omschreven zijn; je kunt bijvoorbeeld in het auteurscontract vastleggen dat je het recht hebt om een foto op je website te plaatsen of een afbeelding mag gebruiken op je affiches.
Per toegelaten exploitatiewijze moet je een vergoeding bepalen. Er zijn geen wettelijke regels over de hoogte van de vergoeding. Je kunt hier dus volledig vrij in onderhandelen. De overdracht kan dus ook kosteloos zijn zolang dat je dat uitdrukkelijk opneemt in de overeenkomst.
De overeenkomst moet ook per toegelaten exploitatiewijze bepalen voor welk grondgebied de overdracht van de rechten geldt. Is het voor België, Europa, wereldwijd...?
Het auteurscontract moet ook de duur van de overdracht bepalen. Geldt de overdracht van de rechten voor een schooljaar, vijf jaar, tien jaar? Of voor de volledige duur van het auteursrecht?
Op bepaalde websites vind je werken ‘vrij van rechten’ of werken waar al een licentie aan verbonden is. Het kan bijvoorbeeld gaan om de Creative Commons-licenties. Dat betekent concreet dat je de werken vrij kunt gebruiken zonder eerst toestemming te moeten vragen.
Als je op zoek bent naar vrij bruikbare foto’s of liedjes, kan dat een handige oplossing zijn. Zo vind je veel rechtenvrije foto’s terug op Pixabay of Unsplash. Voor rechtenvrije muziek kun je onder andere terecht op royalty free music.
Kijk de licenties wel goed na. Ze dekken niet altijd elk gebruik. Zo kan bijvoorbeeld een foto wel vrij te gebruiken zijn voor ‘gewoon’ gebruik in de school, maar niet voor commercieel gebruik. Soms legt de licentie ook voorwaarden op zoals bijvoorbeeld naamsvermelding. Het is dan ook belangrijk om steeds de voorwaarden van de licentie goed na te lezen, zo vermijd je inbreuken.
Rechthebbenden kunnen het beheer van hun vermogensrechten aan een collectieve beheersvennootschap overdragen. Voorbeelden van dergelijke collectieve beheersvennootschappen zijn:
Door zich aan te sluiten bij een beheersvennootschap moeten rechthebbenden niet meer zelf instaan voor de controle op het gebruik van hun werk en het innen van de vergoedingen. Als gebruiker heb je alleen contact met de beheersvennootschap: je vraagt de toestemming en je betaalt de rechten rechtstreeks aan haar.
Welke vergoedingen je moet betalen aan welke beheersvennootschap vind je onder ‘vergoedingen’.
Ook personeelsleden kunnen creatieve werken maken en zijn dus ‘auteur’ volgens de wetgeving op auteursrechten. Denk maar aan een leraar die een eigen cursus maakt. Of een personeelslid dat een logo ontwerpt voor de school.
De wetgeving definieert een auteur als de persoon die het werk zelf heeft gemaakt. Dat betekent concreet dat je personeelslid de auteur is van zijn werken en niet jij als werkgever. Je personeelslid kan zijn rechten wel naar jou overdragen door een schriftelijke overeenkomst af te sluiten.
Denk er aan dat computerprogramma’s en databanken een uitzondering vormen op die regel rond eigenaarschap. De situatie is er juist omgekeerd. Daar geldt wettelijk gezien het vermoeden dat de auteursrechten automatisch aan de werkgever toekomen en niet aan de persoon die de databanken of computerprogramma’s ontwikkeld heeft.
Voor werken gemaakt in het kader van een arbeidsovereenkomst kun je met een vereenvoudigde overdracht werken. Je personeelslid draagt dan zijn vermogensrechten in hun geheel aan jou over. Concreet betekent het dat je niet verplicht bent om per gemaakt werk een auteurscontract af te sluiten met je personeelslid.
Aan een vereenvoudigde overdracht zijn drie voorwaarden verbonden:
In artikel 17octies Decreet Rechtspositie en het Algemeen Reglement maakt de regelgever gebruik van die mogelijkheid tot vereenvoudigde overdracht van materiaal gemaakt door onderwijspersoneel.
Die regelgeving bepaalt dat het personeelslid dat werken creëert "in uitvoering van zijn aanstelling" én ‘binnen het toepassingsgebied van zijn ambt of opdracht’:
Via die vereenvoudigde overdracht draagt je onderwijspersoneel dus zijn werken automatisch over aan jou als werkgever. Het schoolbestuur kán die werken vrij exploiteren, maar is niet verplicht om ze te exploiteren.
In de praktijk zorgt het criterium ‘in uitvoering van zijn aanstelling’ regelmatig voor discussie. Het lijkt evident dat cursussen, materiaal … dat een personeelslid thuis maakt om te gebruiken in de eigen klas ook onder dat criterium vallen. Soms ontstaat twijfel of ontwikkeld materiaal effectief ‘in uitvoering van zijn aanstelling’ gebeurt. Denk bijvoorbeeld aan materiaal gemaakt door een leerkracht, buiten zijn klasopdracht. Bijvoorbeeld een leerkracht is hobbyfotograaf en maakt op eigen initiatief foto's tijdens de opendeurdag. Als je die foto's later wil gebruiken of delen met derden kan discussie ontstaan aan wie de vermogensrechten toebehoren.
In geval van twijfel, regel je best de concrete overdracht van de vermogensrechten op die werken via een schriftelijke overeenkomst. Je kunt daarvoor gebruik maken van het modelcontract. Dat is dan de enige volledig sluitende juridische oplossing.
Ook leerlingen maken creatieve werken en zijn dan auteur van die werken. Denk maar aan een kunstwerk of ontwerp dat ze maakten in de les.
Als school ben je gebonden aan de normale regels van overdracht. Als je het werk van een leerling wilt gebruiken, moet je een auteurscontract afsluiten met de leerling. Dat auteurscontract voldoet aan alle wettelijke voorwaarden. Als het om een minderjarige leerling gaat, moet je het contract afsluiten met de ouders. Je kunt gebruik maken van het modelcontract.
Je kunt de overdracht niet als een automatisme opnemen in het schoolreglement. Een clausule in je schoolreglement op basis waarvan de vermogensrechten van leerlingen altijd zouden overgaan naar jou als schoolbestuur, is onwettig en ongeldig.
Tegenwoordig is het erg eenvoudig geworden om via een AI-systeem materiaal te genereren. Het kan dan gaan om artificieel gegenereerde afbeeldingen en tekst maar ook om muziek en film. Is zulk materiaal auteursrechtelijk beschermd? En mag je dat zomaar gebruiken?
De wetgeving definieert een auteur als de persoon die het materiaal zelf heeft gemaakt. Met het begrip persoon wordt echter alleen een zogenaamde "natuurlijke persoon" bedoeld, met andere woorden iemand van vlees en bloed. Dat is nu net wat een AI-systeem niet is. Om die reden kunnen AI-systemen geen auteurs zijn in de zin van de wet. AI-gegenereerd materiaal is op dit ogenblik dus niet auteursrechtelijk beschermd. Het valt af te wachten of de regelgeving in de toekomst zal veranderen.
AI-gegenereerd materiaal mag je in de klas gebruiken zonder problemen. Zo'n gebruik is immers afgedekt door wettelijke uitzonderingen, die bijvoorbeeld toelaten om materiaal te gebruiken "ter illustratie bij onderwijs".
De vraag of je AI-gegenereerd materiaal ook buiten de klas mag gebruiken, is minder eenduidig te beantwoorden. Hoewel AI-sytemen dus geen auteursrechten hebben op de door hen gegenereerde materialen, hebben de makers van die modellen wel voorwaarden gekoppeld aan het gebruik van hun AI-systeem en de content die eruit rolt. Het valt dus aan te raden om altijd na te gaan wat die algemene voorwaarden zeggen.
Zo bepalen de gebruiksvoorwaarden van OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT en DALL·E, dat de gebruiker eigenaar is van de gegenereerde content maar wel zelf verantwoordelijk blijft voor hoe hij die content gebruikt. Post je bijvoorbeeld een AI-gegenereerd tekenfilmfiguurtje dat wel heel erg dicht aanleunt bij een bekende Studio 100-figuur op de socialemediakanalen van je school om de eetdag te promoten? Dan loop je het risico dat dit zal worden beschouwd als een auteursrechtelijke inbreuk en kun je hiervoor alsnog aansprakelijk worden gesteld.
Als je bijvoorbeeld op de website van je school of op sociale media een beeldmateriaal plaatst waarop iemand herkenbaar wordt afgebeeld, moet je met twee zaken rekening houden:
Tegenwoordig delen leraren vaak heel wat materiaal via allerlei online kanalen. Ook dan mag je de wetgeving op de auteursrechten niet uit het oog verliezen. In principe mag je auteursrechtelijk beschermde werken niet zomaar delen zonder de toestemming van de maker.
De wet laat gelukkig wel enkele uitzonderingen toe. Eén van die uitzonderingen is het gebruik of delen van werken op een online beveiligd platform. Wanneer je als school beschermde werken deelt en ter beschikking stelt via beveiligde online platformen, hoef je geen toestemming te vragen aan de auteur en kan hij zich ook niet verzetten. Het delen van het materiaal moet wel altijd gebeuren "ter illustratie bij onderwijs".
Die uitzondering in de wet laat toe dat je leraren lesmateriaal delen via bijvoorbeeld Smartschool of intranet. Ook via Facebook en andere sociale netwerken kunnen ze werken delen met een gesloten groep leerlingen. Omgekeerd kunnen je leerlingen ook hun taken die mogelijk beschermde werken bevatten, opladen in het beveiligd systeem.
Om van die uitzondering te genieten, moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
Zodra je beschermde werken publiekelijk wil delen via sociale media of de (voor iedereen toegankelijke) website, moet je altijd eerst de toestemming vragen aan de auteur of zijn rechthebbende (vaak de uitgever). Zomaar delen, zonder voorafgaandelijke toestemming, is niet toegelaten.