• De leerlingen lopen stage in een residentiële setting waar logistieke taken worden uitgevoerd.
• Enkel stage lopen in een setting van horeca is niet mogelijk (federale regelgeving).

• De leerlingen lopen minimaal 16 graaduren stage in een residentiële setting waar logistieke taken worden uitgevoerd.
• Indien mogelijk lopen de leerlingen stage in de drie settings waarbinnen ze logistieke taken kunnen uitvoeren:
  • bij kinderen;
  • ouderen met een zorgbehoefte;
  • horeca.
• Indien dit niet mogelijk is (competenties (logistieke taken) staan centraal), maken leerlingen binnen de opleiding kennis met de mogelijke settings waarbinnen tewerkstelling mogelijk is. De mentor kan iemand zijn die de aan te leren taken uitoefent, maar niet noodzakelijk dezelfde functie (logistiek assistent of huishoudhulp) heeft in de organisatie. De mentor moet weten hoe taken op kwaliteitsvolle wijze worden uitgeoefend. 

• Component doelgroep kinderen:
  • Groepsopvang baby’s en peuters;
  • Dienst voor onthaalouders (o.w.v. ondersteuningskader: dus niet bij zelfstandige onthaalouders, wel als er omkadering is vanuit de organisatie);
  • Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (residentiële begeleiding);
  • Opmerking: andere settings zijn mogelijk, maar prioritair voorbehouden voor andere leerlingengroepen.
• Component ouderen met een zorgbehoefte:
  • Algemeen ziekenhuis;
  • Psychiatrisch ziekenhuis;
  • Universitair ziekenhuis;
  • Revalidatie ziekenhuis;
  • Voorzieningen in de ouderenzorg (woonzorgcentra, beschut wonen);
  • Voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg (psychiatrische verzorgingstehuizen);
  • Opmerking: andere settings zijn mogelijk maar prioritair voorbehouden voor andere leerlingengroepen. 
• Component buitenschoolse kinderopvang (3 – 12 jaar):
  • Deze settings zijn mogelijk, maar prioritair voorbehouden voor leerlingen uit de dubbele finaliteit of 7de leerjaar.
• Thuiscomponent’ in functie van huishoudhulp (facultatief):
  • Diensten voor gezinszorg;
  • Beschut wonen;
  • Begeleid wonen (o.a. assistentiewoningen);
  • Centra voor dagopvang;
  • Dagverzorgingscentra (centra voor kortverblijf);
  • Alles – onder – één- dak woon- en leefprojecten;
  • Herstel- en zorgverblijven.
• Component kamerdienst (facultatief):
  • Logiesverstrekkende organisatie;
  • Herstel- en zorgverblijven;
  • ... 

• Vanuit een focus op kwaliteitsvolle stages gaat de voorkeur uit naar een keuze voor blokstages.
• In een zorginstelling of organisatie lopen leerlingen uit verschillende studierichtingen en leerjaren stage. Het is voor een mentor niet evident om te onderscheiden welke (stage)doelen van toepassing zijn voor de verschillende leerlingen. Het is dan ook aangewezen om blijvend in overleg te gaan met de stageplaatsen en voor elke stageperiode duidelijk aan te geven aan welke leerdoelen de leerling moet werken en wat de wederzijdse verwachtingen zijn tussen school en stageplaats.

De activiteitenlijst is een verplicht onderdeel van de stageovereenkomst en dient in de eerste plaats om afspraken te maken tussen school, leerling en stagegever. Om tot een stageactiviteitenlijst te komen zien we drie stappen zoals beschreven in de leidraad stageactiviteitenlijsten.

Dit is een inspiratiedocument opgesteld door de pedagogische begeleiding (in samenwerking met de sector en verder doorvertaald conform het leerplan) op basis waarvan scholen verder aan de slag kunnen gaan om tot een individuele activiteitenlijst te komen die bijdraagt aan de realisatie van de leerplandoelen.

Het overzichtsdocument met de adviezen voor de verschillende studierichtingen kan je hier downloaden.

In de studierichting assistentie in wonen, zorg en welzijn duaal geldt een overeenkomst alternerende opleiding.

De werkplekcomponent omvat gemiddeld op jaarbasis minstens 20 opleidingsuren per week op de reële werkplek. Indien de werkplek in aanmerking komt voor de sociale maribel regeling kan er een deeltijdse arbeidsovereenkomst gesloten worden. Wanneer de jongere een deeltijdse arbeidsovereenkomst sluit moet de leerling 20 uur werkplekleren aanvullen met de lestijden op school; het totaal hoeft geen 38 opleidingsuren te zijn.

Gezien de verschillende contexten “wonen, zorg en welzijn” in deze duale opleiding dient de leerling zijn opleidingstraject te vervullen binnen één van deze contexten. Namelijk elke context waar je één van de beroepskwalificaties (zijnde BK logistiek assistent in de zorg of BK huishoudhulp zorg) kan behalen. Het is immers niet mogelijk om het BK logistiek assistent en/of het BK huishoudhulp zorg te behalen door enkel een traject te lopen in de horeca. Het is niet verplicht om in verschillende contexten werkervaring op te doen. De competenties die tijdens de werkplekcomponent niet aan bod komen, dienen voldoende aanbod te komen tijdens de lescomponent.

Je kan hier een sjabloon downloaden om het opleidingsplan van de leerling duaal vorm te geven.