Het ZIN-instrument (zelfevaluatie- instrument voor internaten) is een manier om systematisch en cyclisch zicht te krijgen en te houden of we met onze werking onze vooropgestelde doelen bereiken.
De ZIN-bevraging is een zelfevaluatie instrument voor internaten. Het bevat een zelfevaluatie voor personeel. We maakten ook een ZIN-bevraging op maat van jongere kinderen (ongeveer vanaf het vierde leerjaar) en een versie voor kinderen vanaf het secundair onderwijs.
In de ZIN-bevraging bestaan er twee grote luiken:
Primaire processen bevragen betekent alles wat te maken heeft met het werken met de internen. Hierin onderscheiden we onze vier ontwikkelingsdoelen van het pedagogisch kader voor internaten:
Secundaire processen bevragen betekent alles wat te maken heeft met de kwaliteit van de werking, je organisatie, het beleid dat je voert op verschillende vlakken.
Sinds de komst van het Referentiekader voor internaatskwaliteit van de onderwijsinspectie (RiK) kunnen we ook de relevante kwaliteitsverwachtingen (KV) uit dit document koppelen aan onze ZIN-bevraging. Je ziet dit doordat de KV zijn genoteerd in de visuele voorstelling. Kwaliteitsverwachtingen 1 tot en met 4 zijn resultaatsverbintenissen en komen eigenlijk in alle aspecten van de werking in één of andere vorm wel aan bod. Vandaar dat deze bovenaan staan.
KV 1-4 Primaire processen KV5-14 Bijdragen aan emotionele en fysieke veiligheid van de internen Bijdragen aan de persoonlijke ontplooing Bijdragen aan de sociale ontplooing Overdragen van waarden en normen
Secundaire processen KV 15-23
Kwaliteitsontwikkeling van de interne organisatie
Beroepshouding omgang met internen
Accomodatie, veiligheid, hygiëne en voeding
Informatiedoorstroom en communicatie, PR
Aansturen en welbevinden van personeel
Samenwerking met externe partners
Samenwerking met het bestuur
De bevragingen worden gedaan in contact met de pedagogische begeleider: daar kun je de linken en de rapporten krijgen. Blijf aandachtig voor het trekken van conclusies, daarvoor moeten voldoende mensen deelnemen aan de bevraging (de bevraging moet valide zijn).
Je kunt dus opteren om één van de peilers te onderzoeken: vb. we kiezen als focus een bevraging rondom het bijdragen en borgen van de emotionele en fysieke veiligheid van onze internen te doen, of je kunt alle aspecten gaan onderzoeken. Omdat het de bedoeling is om vanuit de resultaten van de bevraging te komen tot actiepunten die uiteindelijk geïmplementeerd moeten worden in de werking, adviseren we niet te veel hooi tegelijk op het vork te nemen. Doseren is ook hier de boodschap.
Nadat vooropgestelde doelen zijn uitgevoerd, kun je opnieuw een bevraging afnemen om na te gaan of de ervaring /beleving van onze internen, ouders, medewerkers verbeterd is rondom dit actiepunt. Als dat het geval is, beschouwen we ze als geïmplementeerd, en kunnen we verder gaan met een andere focus.
Zoals aangehaald kunnen ook internen, ouders, opvoeders en zelfs het bestuur worden meegenomen in de bevraging. Zo krijgen we een 360°-benadering.
Mail met vragen naar barbara.vrijdags@katholiekonderwijs.vlaanderen.