Het is belangrijk dat je als leraar de regels voor goede hygiëne praktijken (GHP) nastreeft in een les waar je met voedingsmiddelen werkt. Daarbij is het belangrijk dat je je leerlingen sensibiliseert voor het hygiënisch omgaan met voeding: scheiding van warm/koud, van vuil/proper en van nat/droog zijn daarbij basisprincipes van hygiënisch handelen
In de voedselverwerkende sector gelden regels en normen, de HACCP-regels, waar je je moet aan houden. Deze wetgeving is van toepassing voor iedereen die voedsel verstrekt aan derden.
Aangezien in de lessen techniek geen eten wordt bereid voor derden, vallen de projecten waarin we aan de slag gaan met voeding, niet onder deze wetgeving. Het is wel je plicht om je leerlingen tijdens deze lessen te sensibiliseren en hun aandacht te vestigen op veiligheid en hygiëne bij het omgaan met voedsel.
HACCP = hazard analysis critical control points (gevaren analyse en kritische controle punten) = een risico-inventarisatie voor productie en distributie van voedingsmiddelen. Dit controleproces, wil ervoor zorgen dat het productie- en distributieproces van alle voedingsmiddelen gepaard gaat met zo weinig mogelijk risico op besmetting. Het moet er toe bijdragen dat alle schakels in de voedselketen de voedselveiligheid waarborgt.
Het federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) controleert deze regelgeving.
De basisgedachte is dat de omstandigheden proper, droog en koud aangroei van micro-organismen afremmen.
Was eerst je handen alvorens met voeding aan de slag te gaan, doe eerst al het voorbereidende (vuile werk) zoals schoonmaken van groenten, uitpakken van ingrediënten … Reinig het werkoppervlak opnieuw en begin pas nu aan de bereiding.
De afwas doe je niet op dezelfde tafel waarop ook je klaar te maken ingrediënten zich bevinden. Rauwe voeding leg je tijdens de bereiding niet naast bereide voeding.
Wanneer er op school een keuken is, blijft dit uiteraard de meest aangewezen plaats Je kunt ook perfect in een technieklokaal een kleine kookles laten plaats vinden ook al staan er aan de zijkanten van de klas kolomboren en andere gereedschappen op voorwaarde dat je een hygiënische werkzone creëert.
Tijdens deze lessen breng je je leerlingen wel de regels van “Goede Hygiëne Praktijken”, kortweg GHP, bij.
Werken in je vertrouwd technieklokaal mag op voorwaarde dat je een hygiënisch werkvlak creëert. Plaats bijvoorbeeld een aantal tafels in het midden van het lokaal en reinig het werkvlak van deze tafels grondig. Je kunt het werkvlak ook met tafelpapier bedekken.
Verwijder al wat het eten kan bezoedelen van deze tafels (boormachines, spanschroeven, schoolagenda’s …). Kortom: het werkvlak moet vrij zijn van alle (didactische) middelen die niets te maken hebben met de les.
Je kunt dus perfect in een technieklokaal een kleine kookles geven ook al staan er aan de zijkanten van de klas kolomboren en andere gereedschappen. De gouden regel is: daar waar je gaat werken moet de werkvlakken proper zijn. Het voedsel en de gereedschappen om dat voedsel klaar te maken mag gewoon niet tussen het andere materiaal van techniek staan (denk aan andere werkstukken, kolomboor, schroevendraaiers …).
Voorzie een vaatzone in een andere ruimte of in eigen lokaal. Eventueel vervuild materiaal verzamel je in een bak en voer je regelmatig af naar een vaatzone. Zorg dat afgewassen, propere vaat de aanvoer van vuile vaat niet kruist en zorg ook in de vaatzone voor propere werkvlakken.
Leerlingen mogen vb. de zelfgebakken wafel meenemen naar huis. Besteed wel aandacht aan het hygiënisch verpakken ervan.
Wanneer je als leraar zelf voedingsmiddelen aankoopt, volg dan steeds de aankoopprocedure van je school.
Koop je als je als leraar toch zelf de gebruikte voedingsmiddelen? Hou dan best gedurende 6 maanden de aankoopbonnetjes bij, zodat steeds traceerbaar is waar de voedingsproducten vandaan komen.
Indien, ondanks het optimaal nastreven van de GHP, er toch een groep leerlingen zou ziek worden na het eten van de eigen bereide voeding: verwittig dan de preventieadviseur van jouw school.
Een medisch attest voedselveiligheid is niet meer nodig voor leerlingen die voedsel (leren) bereiden en daarna samen opeten. Ook voor onderwijspersoneel dat voedsel bewerkt, is geen medisch attest meer vereist.
Leraren techniek (A- en B-stroom) hebben dus geen attest nodig om een les met voeding te werken.
Bronnen: www.favv.be , in het bijzonder www.favv.be/professionelen/schoolkeukens.
Met dank aan mevrouw Ingrid Molein pedagogisch begeleider personenzorg – Katholiek Onderwijs Vlaanderen regio Oost-Vlaanderen.