Toelichting bij LPD 11 techniek A-stroom en LPD 9 techniek B-stroom, leerinhoud constructiesysteem

Ben je nog niet zo thuis in het leerplan techniek A- of B-stroom of heb je graag wat extra inspiratie voor het realiseren van een leerplandoel? Dan geven we hier wat extra informatie. Hieronder bespreken we LPD 10 A-stroom en LPD 8 B-stroom.

LPD 11 (A) LPD 9 (B) De leerlingen analyseren principes van de bouw van een constructiesysteem

sla link op in klembord

Kopieer

Wat wordt bedoeld met een "constructiesysteem"?

sla link op in klembord

Kopieer

Een constructiesysteem is een manier om onderdelen samen te voegen tot een stevig geheel dat een bepaalde functie vervult. Het gaat om de principes achter de bouw: hoe onderdelen verbonden zijn, welke krachten er spelen en waarom de constructie stabiel blijft.

Mogelijke toepassingen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Houtverbindingen (pen-en-gat, zwaluwstaart, schroeven, lijmen)
  • Metalen constructies (gelast, gebout, profielen)
  • Modulaire systemen (LEGO Technic, Fischertechnik, Meccano)
  • Bouwwerken (bruggen, torens, vakwerken, overspanningen)
  • Prefab en skeletbouw (houtskelet, metalen frames, sandwichpanelen)
  • Papier en karton (prototyping)
  • ...

Analyseren, wat kan dat zijn?

sla link op in klembord

Kopieer

Analyseren betekent dan weer: de leerlingen aan de hand van gegeven data (voorbeeld) laten ontdekken waarom een constructie werkt en hoe ze krachten afvoert of stabiliteit krijgt (druk, trek, torsie, knik, verbindingstechniek …).

Wat kan leerlingen leren?

sla link op in klembord

Kopieer

  • Inzicht in krachten: leerlingen analyseren, herkennen en benoemen basisbelastingen (trek, druk, buiging, knik, torsie). 
  • Verbindingsprincipes: leerlingen analyseren en zien hoe onderdelen worden verbonden (mechanisch: bouten, moeren, spijkers; niet-mechanisch: lijm, lassen). 
  • Vorm en stabiliteit: leerlingen kunnen uitleggen waarom een driehoek of vakwerk steviger is dan een vierkant. 
  • Analyse en toepassen: leerlingen kunnen een bestaand object/constructie onderzoeken (bv. stoel, brug, fietsframe) en beschrijven hoe het in elkaar zit en waarom het stevig genoeg is. 
  • Link naar de praktijk: De analyse kan leiden tot een eenvoudige eigen constructie of verbeteringsvoorstel. 

Didactisch aanpak

sla link op in klembord

Kopieer

  • Onderzoekend leren: laat leerlingen voorspellingen doen (welke brug kan meer gewicht dragen? waarom?).
  • Ontwerpend leren: na analyse een eigen constructie ontwerpen volgens een opdracht (vb. “Maak een overspanning van 50 cm die 2 kg kan dragen”).
  • Koppelen aan realiteit: analyseer een fietsframe, een stelling of een kast en bespreek waarom die stevig is.

Samengevat

sla link op in klembord

Kopieer

  • Werken aan constructiesystemen = leerlingen inzicht geven in hoe onderdelen samenwerken om stevige, functionele objecten te bouwen.
  • Belangrijk is analyseren (niet alleen maken) — dus krachten, verbindingen en materiaalkeuze leren herkennen en verklaren.
  • Inspiratie haal je uit eenvoudige modellen, proefjes en realistische voorbeelden waar leerlingen snel resultaat in herkennen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?