Als schoolbestuur heb je gebouwen nodig voor je scholen of internaten. In het katholiek onderwijs zijn de meeste schoolbesturen geen eigenaar van de gebouwen die ze gebruiken. Wie is dan wel eigenaar? En welke relatie bestaat er dan tussen die eigenaar en jou als schoolbestuur? Op die vragen gaan we hier verder in.

Zelf eigenaar van je schoolgebouw?

sla link op in klembord

Kopieer

Schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO) die zelf eigenaar zijn, zijn eerder uitzondering dan regel: in slechts 26% van de gevallen is een schoolbestuur ook zelf eigenaar van zijn schoolgebouwen. Dat is gebleken uit de resultaten van de Schoolgebouwenmonitor die AGION in 2013 liet uitvoeren. Het gemeenschapsonderwijs (GO!) is daarentegen voor 88% eigenaar van haar gebouwen. En in het officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO) is dat zelfs 93% .

Ander zakelijk recht?

sla link op in klembord

Kopieer

Schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs werken eerder met andere zakelijke rechten. In 69% van de gevallen zijn zij houder van een recht van erfpacht of opstal. In het GO! vertegenwoordigen die andere zakelijke rechten maar 7% van de gevallen. En in het officieel gesubsidieerd onderwijs zelfs maar 1% van de gevallen.

Huur?

sla link op in klembord

Kopieer

In 5% van de gevallen huren schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs hun schoolgebouwen. Bij het GO! en het officieel gesubsidieerd onderwijs vinden we respectievelijk 4% en 6% gehuurd onderwijspatrimonium.

Types eigenaars

sla link op in klembord

Kopieer

Als je een schoolbestuur van het vrij gesubsidieerd onderwijs bent, is de kans groot dat je zelf geen eigenaar bent van je school- of onderwijsgebouwen. Maar wie is dan wel de eigenaar? Meestal gaat het om een andere katholiek geïnspireerde vereniging. In uitzonderlijke gevallen gaat het om een partij die vreemd is aan de context van (katholiek) onderwijs zoals steden en gemeenten, privépersonen of commerciële vennootschappen.

Katholiek geïnspireerde verenigingen

sla link op in klembord

Kopieer

De groep van katholiek geïnspireerde verenigingen is divers. We onderscheiden verschillende categorieën.

Diocesane verenigingen

sla link op in klembord

Kopieer

Bijna elk bisdom beschikt over één of meer diocesane verenigingen voor het beheer van zijn onderwijspatrimonium. Het gaat om de volgende verenigingen:

Parochiale en dekenale verenigingen

sla link op in klembord

Kopieer

De parochiale en dekenale verenigingen schikken zich naar de richtlijnen die op diocesaan niveau worden uitgevaardigd. Die richtlijnen kunnen bijvoorbeeld bepalen hoe de eigenaar de cijnsvergoeding van een erfpacht moet berekenen.

Congregaties en congregationele verenigingen

sla link op in klembord

Kopieer

Sommige congregaties zijn nog steeds eigenaar van hun historische onderwijspatrimonium. Andere congregaties hebben hun schoolgebouwen ondergebracht in een speciaal daarvoor opgerichte congregationele vereniging. Op die manier kan de congregatie − de oorspronkelijke onderwijsinrichter − een oogje in het zeil houden en haar historische onderwijsproject blijven ondersteunen.

Congregaties en congregationele verenigingen zijn om historische redenen verbonden met één specifieke onderwijsverstrekker. Zij zijn niet onderworpen aan de diocesane richtlijnen die wel gelden voor parochiale, dekenale en diocesane verenigingen.

Patrimonium-vzw of -stichting

sla link op in klembord

Kopieer

Sommige schoolbesturen kiezen ervoor om hun patrimonium onder te brengen in een eigen patrimonium-vzw of -stichting. Die types van eigenaars vormen dan als het ware gewoon de patrimoniumpoot van een bestuur of van een ‘familie van besturen’. Zij staan steevast in een één-op-één-relatie met een schoolbestuur.

Uit elkaar groeien van eigenaar en schoolbestuur

sla link op in klembord

Kopieer

De meerderheid van de eigenaars van de schoolgebouwen in het vrij gesubsidieerd onderwijs zijn katholiek geïnspireerd. En toch stellen we de laatste jaren op enkele plaatsen een zorgwekkende evolutie vast in de relatie tussen eigenaar en schoolbestuur. De historische band tussen beide partijen verzwakt en de afstand tussen beiden neemt toe.

Enkele oorzaken zijn:

  • De schaalvergroting: de schaalvergrotingsprocessen, zowel aan de kant van de eigenaars als die van de schoolbesturen, maken dat de één-op-één-relatie tussen eigenaar en schoolbestuur verdwijnt.
  • De professionalisering: de noodzakelijke professionalisering van de werking aan beide zijden leidt tot een meer zakelijke benadering. Hierdoor bekijken de partijen mekaar met een andere bril. Wat zijn de kansen en wat zijn de risico’s?
  • De financiële problematiek: beide partijen krijgen het alsmaar moeilijker om een begroting in evenwicht te realiseren.
  • De eigen interne evoluties bij de eigenaar: de congregaties, parochies en dekenaten in Vlaanderen en Brussel maken een belangrijke demografische evolutie door.

Het gevolg hiervan is dat beide partijen steeds meer een eigen koers varen. Zo lopen zij het risico onvoldoende aandacht te hebben voor mekaars mogelijkheden, behoeftes en ambities. Een goede langetermijnrelatie wordt dan moeilijk. Langzaamaan vervreemden ze van elkaar.

Die vervreemding leidt vaak tot onrealistische verwachtingspatronen. Niet alleen de goede relatie tussen beide partijen, maar ook de realisatie van de doelstellingen van beide partijen komt zo in het gedrang. Voor de meeste eigenaars is het beheren van onderwijspatrimonium immers niet de enige doelstelling. Hoe verder die doelstellingen afliggen van het aanbieden en ondersteunen van (katholiek) onderwijs, hoe moeilijker de gelijkgerichtheid tussen eigenaar en schoolbestuur wordt.

Hoe gelijkgerichtheid met de eigenaar bewaken?

sla link op in klembord

Kopieer

Om te vermijden dat je als schoolbestuur van de eigenaar van je gebouwen vervreemdt, kun je best een goede relatie onderhouden met de eigenaar. Maar hoe pak je dit concreet aan? Wij geven graag enkele tips:

Informele contacten: zorg voor momenten om op een informele manier het contact met de eigenaar te onderhouden. Nodig de eigenaar bijvoorbeeld ook uit voor het schoolfeest of de opendeurdag en maak van die gelegenheid gebruik om een praatje te slaan en de persoonlijke band te verstevigen.

Georganiseerde overlegmomenten: organiseer regelmatig overlegmomenten tussen eigenaar en schoolbestuur. Op die manier kun je de eigenaar bijvoorbeeld mee laten nadenken over je infrastructureel masterplan of zijn advies vragen over geplande infrastructuurwerken aan de schoolgebouwen. Zo verzeker je je er als schoolbestuur van dat jouw infrastructurele plannen blijven stroken met de visie die de eigenaar heeft.

Verankering via algemene vergadering of bestuursorgaan: denk er misschien over na om de eigenaar te laten toetreden tot het bestuursorgaan of de algemene vergadering van het schoolbestuur. Zo ontstaat een nauw contact tussen beide partijen en blijft de eigenaar goed op de hoogte van alle beslissingen die het schoolbestuur wil nemen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio