De aangifte rechtspersonenbelasting moet uiterlijk worden ingediend tegen 9 oktober 2023 als het boekjaar afsluit op 31 december.
Van elke vzw wordt verwacht dat ze zelf initiatief neemt om de rechtspersonenbelasting (of de vennootschapsbelasting) aan te geven. Je ontvangt hiervoor geen verwittiging of uitnodiging.
Wanneer de vzw in het laatst afgesloten boekjaar (boekjaar 2022) geen inkomsten heeft verworven die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting en geen uitgaven heeft gedaan die moeten worden meegedeeld, dan moet je toch een nul-aangifte doen.
Een vzw die ophoudt te bestaan moet nog aangiftes blijven doen tot de vzw ontbonden is. Bij ontbinding zonder vereffening moet je nog een aangifte doen binnen de 6 maanden na de ontbinding. Wanneer een vzw wordt vereffend, moet er nog een aangifte gebeuren binnen de 6 maanden na de vereffening.
Onderwijsvzw’s zijn normaal gezien onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Alleen wanneer de vzw ook een relatief belangrijke nijverheids-, handels- of landbouwactiviteit uitoefent die niet enkel als doel heeft om de onderwijs-hoofdactiviteit te ondersteunen, valt de vzw onder de vennootschapsbelasting.
Het is de afsluitdatum van het boekjaar die bepalend is voor de uiterlijke datum van indiening. De datum van de goedkeuring van de jaarrekening door de Algemene Vergadering of de datum van de neerlegging van de jaarrekening zijn niet relevant.
Als het vorig boekjaar afgesloten is op 31 december 2022, is de uiterlijke indiendatum 9 oktober 2023. Als het boekjaar afgesloten is op een andere datum, kan voor de vzw een andere indiendatum van toepassing zijn. Een overzicht van de andere indiendata vind je op de website van de FOD Financiën.
De rechtspersonenbelasting moet elektronisch worden aangegeven via de applicatie BIZTAX.
Opgepast: Voor het gebruik van de applicatie Biztax raadt de FOD Financiën aan een recente versie te gebruiken van één van de volgende browsers: Mozilla Firefox, Google Chrome, Microsoft Edge of Safari. Het gebruik van Internet Explorer wordt niet langer ondersteund.
Alle onderwijsvzw’s die onder de rechtspersonenbelasting vallen , dienen dit mee te delen door in het veld “Aangifte” te kiezen voor de optie 'RPB'. Vervolgens krijg je de gelegenheid om de tabbladen Id, 276.5.A, 276.5.B en 274 APT-8 in te geven.
Alle onderwijsvzw’s moeten het tabblad Id ingeven, ook wanneer ze een nul-aangifte moeten doen.
In tabblad 276.5.A kunnen onder meer de volgende inkomsten en uitgaven worden aangegeven:
In dit vak vermeld je de inkomsten uit verhuurde onroerende goederen en bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een erfpacht of recht van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten.
Er zijn vrijstellingen. Er is geen rechtspersonenbelasting verschuldigd voor de inkomsten uit:
‘Andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen’ wordt momenteel ruim gedefinieerd.
Als er geen vrijstelling is, moet je op het aangifteformulier het brutobedrag van de huurprijs en de huurvoordelen vermelden en de aftrekbare kosten. De aftrekbare kosten bereken je als volgt:
Je moet ook het geïndexeerd kadastraal inkomen vermelden. De huurinkomsten zijn immers belastbaar voor het deel van het nettobedrag van de huurprijs en de huurvoordelen dat meer bedraagt dan het geïndexeerd kadastraal inkomen van de onroerende goederen (indexatiecoëfficiënt aanslagjaar 2023 = 1,9084).
Als het nettobedrag van de huurprijs en de huurvoordelen lager is dan het geïndexeerd kadastraal inkomen van een onroerend goed mag je de inkomsten ervan niet opnemen in de rubriek “Belgische inkomsten” op de aangifte. Deze inkomsten zijn immers niet belastbaar. Maar je moet wel de brutoprijs van de huurprijs en de huurvoordelen van dat onroerend goed meedelen in de bij te voegen bijlage.
In het geval dat er een gezamenlijke huurprijs bepaald is voor het onroerend goed en het meubilair, moet je in de aangifte de verhouding 60/40 hanteren. Dit heeft tot gevolg dat:
In dit vak moet je belastbare meerwaarden vermelden. Dit zijn:
Volgende inkomsten zijn belastbaar:
Doorgaans wordt de roerende voorheffing van inkomsten uit beleggingen ingehouden door de bank. Die inkomsten moet je niet nog een keer aangeven via de aangifte rechtspersonenbelasting.
Voor inkomsten waarvan de roerende voorheffing niet aan de bron werd ingehouden moet een aangifte in de roerende voorheffing ingediend worden binnen de 15 dagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de rentevergoeding op leningen aan verwante organisaties. Ter informatie vraagt de fiscus deze roerende inkomsten in de aangifte te vermelden om controles te kunnen uitoefenen.
Wanneer de roerende voorheffing niet binnen de 15 dagen is betaald, moet de betaling gebeuren naar aanleiding van de aangifte van de rechtspersonenbelasting.
Volgende inkomsten zijn belastbaar:
De belasting op deze inkomsten wordt geïnd door de roerende voorheffing. Wanneer de roerende voorheffing op deze inkomsten nog niet betaald is, moet de aangifte en de betaling gebeuren naar aanleiding van de aangifte rechtspersonenbelasting. Ter controle van de aangifte door de ontvanger van de inkomsten moeten de inkomsten vermeld worden in de aangifte rechtspersonenbelasting.
Niet verantwoorde kosten, voordelen van alle aard en inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten en financiële voordelen
Bedoeld zijn de kosten, voordelen alle aard, auteursrechten en naburige rechten die niet verantwoord zijn op individuele fiscale fiches en samenvattende opgaven, bijvoorbeeld de fiches 281.10.
Vermeld deze kosten op fiscale fiches zodat het schoolbestuur niet opdraait voor de duurdere rechtspersonenbelasting.
Het tabblad 276.5.B is bedoeld voor de toevoeging van de bijlagen. Wanneer bijlagen moeten worden opgeladen, dan moet dat gebeuren in PDF-formaat.
Volgens de website van de FOD Financiën met FAQ bij de aangifte van de rechtspersonenbelasting moet je het proces-verbaal van goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering opladen.
De jaarrekening bestaat uit de balans, resultatenrekening en toelichting.
Alleen vzw’s die het recht hebben om een jaarrekening op te stellen volgens het vereenvoudigd schema moeten ook de jaarrekening zelf als bijlage toevoegen in de aangifte. Vzw’s die verplicht zijn om een schema van de dubbele boekhouding te gebruiken en hun jaarrekening moeten neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank moeten hun jaarrekening niet als bijlage toevoegen in de aangifte. Vzw’s die op vrijwillige basis een schema van de dubbele boekhouding gebruiken terwijl ze recht hebben om een schema van de vereenvoudigde boekhouding te gebruiken, moeten hun jaarrekening wel als bijlage opladen.
Deze regels zijn ook van toepassing voor de vzw’s die een nul-aangifte moeten indienen. Het is dus mogelijk dat je het tabblad 276.5.A niet moet gebruiken omdat je geen inkomsten of uitgaven moet aangeven maar toch een exemplaar van de jaarrekening moet opladen in tabblad 276.5.B.
Als de inkomsten voortvloeien uit meer dan één onroerend goed of meer dan één verleend zakelijk recht, dan moet je een overzicht van de inkomsten per onroerend goed of verleend zakelijk recht als bijlage toevoegen. In het overzicht moet je de afzonderlijke berekeningen per onroerend goed vermelden. De samenvatting komt in de rubriek 'Onroerende inkomsten'.
Je moet in deze bijlage ook de inkomsten vermelden van onroerende goederen waarvan de netto-huurinkomsten lager liggen dan het geïndexeerd kadastraal inkomen en die je bijgevolg niet mag opnemen in het vak 'Belgische inkomsten' op de aangifte.
Een schema waarin je het aangegeven bedrag van de meerwaarde verantwoordt moet als bijlage worden opgeladen. Je vindt een voorbeeldschema op blz. 8 van de toelichting bij de aangifte van de rechtspersonenbelasting van aanslagjaar 2023 (inkomstenjaar 2022) voor onbebouwde onroerende goederen en op blz. 10 tot 11 voor bebouwde onroerende goederen.
Bij de aangifte van niet in fiscale fiches verantwoorde kosten, voordelen van alle aard, auteursrechten en naburige rechten
Een schema waarin je het aangegeven bedrag verantwoordt moet als bijlage worden opgeladen. Je vindt een voorbeeldschema op blz. 13 en 14 van de toelichting bij de aangifte van de rechtspersonenbelasting van aanslagjaar 2023 (inkomstenjaar 2022).
Het tabblad 274 APT-8 zul je vermoedelijk niet moeten invullen. Dit tabblad heeft betrekking op de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing in het kader van investeringen verricht in een inrichting gelegen in een steunzone.
Wanneer de verplichte tabbladen zijn aangevuld en de bijlagen zijn toegevoegd, moet de aangifte elektronisch worden bewaard en ondertekend en doorgestuurd naar de FOD Financiën.
De FOD Financiën levert de volgende ondersteuning bij de elektronische toepassing:
Vragen van inhoudelijke aard kun je ook stellen aan Bernadette Maertens (02/507 06 72) of Trui Vermeersch (02/507 06 56). Voor technische ondersteuning kun je terecht bij Philip Marchal (02/507 06 18).