Uit de omstandige vragen- en antwoordenronde haal ik kort (N.B. Let wel, de hele gedachtewisseling duurde toch wel weer 2 uur 28 minuten) deze elementen:- meerdere parlementsleden stelden terecht vast (ook spreker Wendy Luyckx zelf trouwens) dat de datawijzer (N.B. in het meervoud eigenlijk, want er is er één voor het basisonderwijs en één voor het secundair onderwijs; volgend schooljaar zou er ook één komen voor het buitengewoon onderwijs, aldus spreker Katja Petry haast helemaal aan het eind van de bespreking) een overweldigend aantal data bood (diverse variabelen, flow schoolse vordering, uitstroom, …), maar hoe zou daarmee concreet in de praktijk omgegaan worden (cf. ook bij doorlichtingen, infra) en hoe kon de informatie toch wat hapklaarder gemaakt worden voor de scholen? Scholen konden toch niet op al die vele elementen “springen”;
- direct daarop aansluitend legden meerdere parlementsleden het verband met de nood aan datageletterdheid en dus professionalisering op dat vlak; uit het verhaal kwam heel expliciet naar voor dat de diverse pedagogische begeleidingsdiensten (PBD’s), die blijkbaar al langer duidelijk betrokken waren bij de zaak, hier voor de ondersteuning zouden zorgen; onze eigen pedagogische begeleidingsdienst heeft inderdaad heel wat actie daarrond op stapel staan; de PBD’s geven eventueel ook bepaalde vragen en feedback door aan de Onderwijsinspectie, die zelf beschikbaar zou zijn ter gelegenheid van doorlichtingen; hier kwam ook weer de kwestie van de verschillende decretale rollen van Onderwijsinspectie en PBD’s aan de orde vanuit de ervaringen dat scholen ook “oplossingen van de Onderwijsinspectie verwachten”; ik hoorde hier een expliciete bevestiging van de zgn. kwaliteitsdriehoek en heel veel nadruk op de complementariteit tussen interne en externe kwaliteitszorg, tussen pedagogische begeleiding en inspectie (sámen, dus), wat zeker ook politiek een erg relevante vaststelling was; soms had ik wel de indruk dat de link tussen een concrete ingreep x (bv. als gevolg van bepaalde cijfers in de datawijzer en hun interpretatie) en een effect x’ nogal simplistisch voorgesteld werd alsof het een wiskundige bijectie betrof (een-op-een dus, gesteld al dat een effect zomaar aan een bepaalde ingreep toegeschreven zou kunnen worden); ik denk dat onderwijs en onderwijsbeleid heel vaak véél en véél complexer zijn op dat vlak; inzake opleiding in datageletterdheid hoorde ik in één tussenkomst (Loes Vandromme) nog een ruimere invulling, namelijk: wat daarmee in de initiële lerarenopleiding, moest ook daar geen vak statistiek aan bod komen?; het deed me denken aan een eerder pleidooi van Dirk Van Damme om statistiek veel meer belang te geven… in het secundair onderwijs, een idee dat ook ik erg kan appreciëren;
- heel logisch ook meerdere vragen over de relatie tussen de datawijzer (c.q. ook de toekomstige planlastcalculator en planlastradar, infra) en de doorlichting; de cijfers in de datawijzer waren geen oordeel; ze konden wel onderzoeksvragen opwerpen en moesten geïnterpreteerd worden via dialogale datagesprekken; het gevaar van toch een impliciete beoordeling en vervolgens een oneigenlijke “oplossing” voor het probleem werd mooi geïllustreerd door de casus van het aantal zittenblijvers; ik vond hier Wendy Luyckx (en later ook nog Katja Petry, infra) heel redelijk en realistisch klinken, helemaal conform de geest van Onderwijsinspectie 2.0, maar zou de houding van de doorsnee onderwijsinspecteur ook altijd wel zo zijn bij concrete doorlichtingen en aanverwante, vroeg ik me opnieuw af;
- de zgn. Vlaamse toetsen zouden later ook een plaats krijgen in de datawijzer;
- er was één vraag over de doorstroom naar vervolgonderwijs: was dat opgenomen in de datawijzer?; ja toch wel, maar niet op het individuele leerlingniveau en wel om privacyredenen; Koen Daniëls wilde de studieadviezen die de school zelf geeft, kunnen linken aan de latere studieresultaten van leerling x, maar dat ging dus niet via de datawijzer;
- er werd gevraagd of toch ook niet bijvoorbeeld parlementsleden toegang konden krijgen tot een en ander; Wim Verreycken zag voor overkoepelende dashboards (Vlaanderenbreed, regionaal) alvast technisch geen enkel probleem en wilde dat wel vastnemen;
- over planlast dan: het ging om een bevraging met 33 items; de eerste afname kon als een 0-meting gelden en het geplande onderzoeksrapport in mei 2023 als een Vlaanderenbrede 0-meting;
- de basis voor de planlastcalculator en de planlastradar (N.B. voor het onderscheid: zie slide 23 van de bovenvermelde powerpointpresentatie) was het zgn. “Referentiekader Alert voor Planlast” (N.B. Dit is ook een nuttige referentie voor diverse aspecten in deze gedachtewisseling, maar het eigenaardige is dat dat “Referentiekader Alert voor Planlast” nergens concreter toegelicht wordt, maar dat kan aan mijn gebrekkige opzoekvaardigheid liggen); ter info voeg ik hier nog graag het rapport van de Operatie TARRA van vorige legislatuur toe wegens nog altijd relevant, denk ik;
- de delicate interferentie tussen een eigen pedagogische keuze van een school en planlast werd geïllustreerd door nog een andere concrete casus van Koen Daniëls over erg gedetailleerde evaluatierapporten over leerlingen in een bepaalde school; wat kon de Onderwijsinspectie daarmee?;
- de al vroeger gesignaleerde juridisering (naast ook de impact van ICT-systemen zelf) als oorzaak van heel wat planlast kwam wel aan bod in de planlastradar, niet in de planlastcalculator, zo vernamen we;
- gericht delen van best practices wilde spreker Jeroen Lauwers wel doen (kort na de publicatie van het geplande rapport in mei 2023), maar daarvoor moest dan wel de definitie van best practices intern herdacht worden, want werkdruk was een relevant gegeven in dit verband; maar een echte stamp of approval geven aan een concrete school was voor hem een brug te ver en hij liet zoiets liever over aan andere actoren;
- als verder vervolg op deze planlastacties (en met het oog op adviezen aan diverse betrokkenen) wilde Jeroen verdiepende gesprekken over heel concrete zaken organiseren om zo doelgerichter te zijn;
- tenzij ik me vergis, werd tijdens de gedachtewisseling niet expliciet gezegd wanneer de planlastcalculator formeel gelanceerd zou worden;
- tot slot nog wat algemener, lichtte Katja Petry het systeem van het zgn. gedifferentieerd doorlichten (GDL) toe, waarmee ik het woord triangulatie bijleerde;
- en Lieven Viaene wees er nog op dat de Onderwijsinspectie haar communicatiestrategie zou aanpassen, in deze zin dat ook meer tussentijds gecommuniceerd zou worden i.p.v. één Onderwijsspiegel per jaar, zoals nu.