4 februari 2021 – Geschrapte graduaatsopleidingen van Karel de Grote Hogeschool

Met deze vraag om uitleg breide Hannelore Goeman een vervolg aan een eerdere vraag om uitleg van 3 december 2020. Intussen, zo bleek uit het antwoord van minister Weyts, was er inderdaad beweging gekomen in het dossier. Wel eigenaardig: net zoals op 3 december sprak vragensteller Goeman voor de tweede keer over “Bij de inkanteling van de graduaatsopleidingen van het secundair (nwvr: ook opnieuw mijn cursivering) onderwijs in het hoger onderwijs …”. Ze schetste nog eens kort het verhaal en had gelezen dat de betrokken studenten nu toch langer tijd kregen om hun graduaatsopleiding af te werken. De Karel de Grote Hogeschool had intussen ook de drie graduaatsopleidingen in kwestie opnieuw aangevraagd bij de Vlaamse overheid. In het arrest van het Grondwettelijk Hof stond natuurlijk wel iets anders en dus vroeg Goeman nu naar enige verduidelijking. Ook wat de studenten betrof, die pas dit academiejaar hun opleiding gestart waren.

Graag voeg ik hier in de marge nog zelf iets toe, want bij de vorige gelegenheid was er ook wat twijfel over alle concrete gevolgen van het arrest. Dat in het KdG-arrest een andere hogeschool in eenzelfde situatie, namelijk Howest, voorts niet genoemd werd, had wellicht er alleen mee te maken dat die voor klager-Hogeschool AP geen probleem vormde. Uit de manier waarop het Grondwettelijk Hof de tijdelijke regeling geformuleerd had, bleek dat hij het alleen gehad had over één graduaatsopleiding (van de drie die in het geding waren), namelijk Internet of Things en dus niet voorzien had in een tijdelijke regeling voor de andere graduaatsopleidingen die later van start gegaan waren. Maar dat had er dan weer eenvoudigweg mee te maken dat het vernietigingsberoep van AP alleen op die opleiding betrekking had, zelfs alleen daarop betrekking kón hebben: op de datum van het beroep (20 september 2019) waren de twee andere graduaatsopleidingen namelijk nog niet gestart, zelfs nog niet erkend als KdG-opleiding door de Vlaamse regering.

Minister Weyts kon melden dat in de schoot van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) een vergelijk gevonden was waar iedereen zich achter schaarde. Met de Karel de Grote Hogeschool, met de studenten en met de andere instellingen hoger onderwijs was afgesproken dat iedereen die gestart was met deze opleidingen die ook zou kunnen afwerken. Legistiek zou de minister met een decretaal ontwerp naar het Vlaams Parlement komen.

Vragensteller Goeman had blijkbaar een tweede keer niet zo goed opgelet, want ze vroeg de minister meteen naar wat hij net gezegd had. “Komt er een nieuwe juridische basis? Komt u met een nieuw decreet naar het parlement?” Haar tweede vraag was wel relevant: wat met studenten die langer over hun studies zouden doen? De tussenkomsten van de drie interveniënten, Johan Danen, Brecht Warnez en Koen Daniëls, bevestigden vooral hun tevredenheid over de aanpak van minister Weyts.

Die lichtte nog eens toe hoe het decretale vervolg er zou uitzien, alsook hoe de situatie in het algemeen verder zou verlopen. Vragensteller Goeman was daarmee tevreden.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio