Brecht Warnez was bezorgd over het ontstane onevenwicht (voor abonnees) tussen het aantal buitenlandse en Belgische doctorandi aan de vijf Vlaamse universiteiten. Hij kreeg daarvoor later steun bij Vlaams Belang en N-VA, maar Vooruit, bij monde van VUB-professor Katia Segers, vond de aanwezigheid van de vele buitenlandse doctorandi echt nodig. Die bleven trouwens vaak in België werken na het behalen van hun doctoraat.

Minister Demir ging gedetailleerd in op de bestaande procedure voor Chinese doctorandi. Finaal waren de universiteiten verantwoordelijk voor de begeleiding en integratie. De minister verwees naar de recent opgerichte Vlaamse werkgroep Kennisveiligheid.

Vragensteller Warnez verbond de casus met het bredere plaatje van het financieringsmechanisme van het hoger onderwijs, waarin ingrepen allanger op het programma stonden maar zonder verder gevolg voorlopig. We wisten van een eerdere commissievergadering dat het tijdperspectief daarvoor nu tegen de zomer van 2026 was.

Vanuit haar recente overleg vermeldde minister Demir de blijkbaar in internationaal vergelijkend opzicht hoge verhouding in de eerste geldstroom ten voordele van “onderzoek” (versus “onderwijs”; bij mijn weten 45 v. 55 procent). Daarover moest in het financieringsdebat zeker voortgesproken worden met de instellingen. Vragensteller Warnez besloot het gesprek met zijn herhaalde vraag naar evenwicht in het dossier van de doctorandi.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de toename van het aantal buitenlandse doctorandi aan Vlaamse universiteiten en de implicaties voor de toekomst van het onderzoek in Vlaanderen van Brecht Warnez” aan minister Zuhal Demir.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen