31 maart 2021 – Stijgend aantal vroegtijdige schoolverlaters

Op 31 maart werden er drie actuele vragen gesteld aan onderwijsminister Ben Weyts, maar … ik heb een goede raad voor jou, beste lezer: als je de voorbij weken en maanden de corona-activiteiten, zowel in de plenaire vergadering als in de Commissie voor Onderwijs, gelezen hebt in deze blog, weet je al 99% van wat hier vandaag in deze plenaire vergadering herhaald werd. Ik ga me dus voor de drie vragen, die haast een uur in beslag namen, dan ook beperken tot nog slechts een paar dingen en vooral ook enkele verwijzingen naar eerdere besprekingen. Niet exhaustief, maar illustratief. Als de plenaire vergadering (voor Onderwijs) moet dienen om nog maar eens te herhalen wat al, zelfs bij herhaling, in de Onderwijscommissie omstandig besproken werd, ja dan begrijp ik het niet meer. Overigens vond ik het ook straf dat de fractievoorzitter van Groen Björn Rzoska aan het begin van de vergadering de spoedbehandeling vroeg van een voorstel van resolutie over een thema waarover de dag nadien een van zijn fractiegenoten, Elisabeth Meuleman, een vraag om uitleg zou stellen, maar soit, dat zal aan mij liggen. Ik ga op die resolutiekwestie alleszins niet wachten om mijn stukjes op een christelijk uur in te dienen via de geëigende weg.

Misschien zou je kunnen tegenwerpen dat deze eerste actuele vraag van Jean-Jacques de Gucht toch geen “coronavraag” was. Op het eerste gezicht niet, nee, ware het niet dat de vragensteller wel (en overigens op zich terecht) de link legde tussen zijn thema (stijgend aantal vroegtijdige schoolverlaters) en de invloed van de coronacrisis. Maar bovendien: door de aard van de vraag, inclusief de talrijke uitweidingen van zes (!) interveniënten, kwam zowat elk denkbaar onderwijsbeleidsthema van belang opnieuw aan bod. Minister Weyts zelf deed trouwens dezelfde vaststelling (“het volledige spectrum …”). Zulks krijg je namelijk bij dit type vragen, dat in eerste instantie puur slaat op een “reactie op een bepaald probleem” maar vervolgens niet onverwacht uitwaaiert naar de “preventie van dat probleem”. Maar in Onderwijs betekent zoiets dan heel vaak dat aan een hele reeks elementen geraakt wordt, tja …

Over dat “reactieve deel” kort nog het volgende. De vraag luidde namelijk: “Welke concrete oplossingen via het volwassenenonderwijs (vwo) had de minister voor het stijgende aantal vroegtijdige schoolverlaters in het secundair onderwijs?”. De minister verwees naar zijn zogenaamd aanklampend beleid om zulke leerlingen naar het tweedekansonderwijs te begeleiden. Hij had het over de individuele begeleiding van de zogenaamde NEET’s, over de stijging van de deelnemers aan de Vlaamse Examencommissie en over de EVC-mogelijkheden. Trouwe volgers van het onderwijsbeleid zal dat alles zeker vertrouwd in de oren klinken. En passant in de bespreking werd verwezen naar allerlei, soms heel recente besprekingen in de Onderwijscommissie: over leerwinkels, over de kwestie van het stelsel leren en werken versus duaal leren, over het Lerarenloopbaanpact, over het taalbeleid en Nederlands, over leerachterstand, over GOK, zelfs over … de nieuwe eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs … “Moet er nog zand zijn?…Dag moeder, dag moeder!”…

Lees de bespreking van de “Actuele vraag over het stijgend aantal vroegtijdige schoolverlaters van Jean-Jacques De Gucht” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio