Te midden van een (aanvankelijk) wel heel beperkte opkomst, -- drie onderwijscommissarissen (van de vijftien) en minister Weyts --, door wellicht meerdere ‘stoorzenders’ (fileleed door (onverwachte) wegwerkzaamheden, buitenlandse missie, en andere) stelde Jan Laeremans een vraag om uitleg waarmee hij leek aan te geven dat de minister in het inderdaad problematische onderwerp ervan meer sturend zou moeten optreden. Om een of andere reden zat deze vraag niet in de oorspronkelijke lijst van vragen voor deze week, maar ze stond alleszins wel ineens op de agenda van de Onderwijscommissie. Waarover ging het? Over de problematische wachttijden in de centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS) om kinderen te laten diagnosticeren op een ontwikkelingsstoornis: een probleem met een onderwijs-, maar vooral een welzijnsdimensie. Er waren blijkbaar ook grote verschillen inzake diagnosticering tussen de vier bestaande COS. De door vragensteller Laeremans gewenste uniformisering van de rapportage van die verschillende COS zat er (nog) niet meteen aan te komen. En die toestand had ook een negatieve impact op kleuterleerkrachten (stress, soms ziekte en burn-out). Vond ook minister Weyts dat de wachttijden korter moesten, dat er een nauwkeurige en eenvormige registratie, zowel van wachtlijsten als van gestelde diagnoses, moest komen, hoe verliep de samenwerking tussen het CLB en het COS wat kleuters betrof en zou hij overleggen met minister van Welzijn Hilde Crevits?
Minister Weyts wist van een samenwerkingsovereenkomst tussen de CLB’s en COS vanaf 2015, maar die bevatte geen afspraken over doorlooptijden. Er werd wel jaarlijks overleg gepleegd en sommige CLB’s en COS hadden nog meer specifieke samenwerkingsafspraken. De minister zelf kreeg geen zorgwekkende signalen over die samenwerking, maar wel over de wachttijden. Hij wilde daarom zeker inzetten op overleg met de CLB’s én met Welzijn.
Vragensteller Laeremans was niet helemaal voldaan met dat antwoord en onderbouwde zijn zaak vervolgens met een wat concretere voorstelling van zaken uit de praktijk om een reactie over die problematische wachttijden van de minister te krijgen. CLB’s zouden soms de zaken niet ernstig nemen, aldus Laeremans. De minister kon alleen maar herhalen wat hij al gezegd had.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de samenwerking tussen kleuterscholen, de centra voor leerlingenbegeleiding en de centra voor ontwikkelingsstoornissen van Jan Laeremans” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen