27 mei 2021 – Nieuwe organisatiestructuur van Nederlands-Vlaamse  Accreditatieorganisatie

Het voordeel van sommige parlementsleden is dat hun zelfbeheersing bij geclusterde (om niet te zeggen, identieke) vragen om uitleg zo groot is dat ze genoegen nemen met heel kort hun vraag te stellen en niet zomaar alles zitten te herhalen wat een voorgaande vragensteller al gezegd had. Tom Ongena was daarvan een perfect voorbeeld. Hopelijk krijgt hij wat meer navolging. Vragensteller Katia Segers, -- en daarmee hadden we eigenlijk twee ongebruikelijke vragenstellers in de Onderwijscommissie --, had vóór Ongena inderdaad de zaak meer dan voldoende uitgelegd. Ik vond haar eerste zin wel opvallend, als zou de NVAO de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen moeten waarborgen. De NVAO is inderdaad wel een kwaliteitstoezichtsinstrument, maar onderwijskwaliteit lijkt mij nog altijd in eerste instantie gerealiseerd te worden door hogeronderwijsinstellingen zelf. Maar goed. Er bewoog dus een en ander in Den Haag: getuige daarvan, een brief (N.B. Elders werd die een ‘kattenbelletje’ genoemd, cf. infra) van de Nederlandse minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer: “Het Comité van Ministers heeft de opdracht aan de Nederlandse en Vlaamse departementen verstrekt om een toekomstbestendig organisatiemodel voor de NVAO uit te werken dat een grotere zelfstandigheid bevat voor Nederland en Vlaanderen, zonder de bestaande meerwaarde voor samenwerking en de goede reputatie van de NVAO te verliezen.” Hoe zat dat, minister Weyts, en waarom was zo’n nieuwe organisatiestructuur nodig? Ook vragensteller Ongena was bezorgd en polste eveneens naar de geplande hervorming.

Minister Weyts lichtte de voorgeschiedenis van de bewuste brief van 20 april 2021 toe. Blijkbaar lag aan de basis van de zaak het voornemen om de NVAO te versterken, maar gelijk wel bepaalde problemen en inefficiënties op te lossen, aldus minister Weyts. Een voorstel ter zake aan Vlaamse kant was in wording. Zodra dat bekend zou zijn, zou de minister daarover de vertegenwoordigers van het hoger onderwijs en het Vlaams Parlement informeren.

Niet onverwacht vond vragensteller Segers het antwoord van de minister nogal kort en vaag. Over welke inefficiënties ging het dan? Vragensteller Ongena had blijkbaar wel andere informatie die de behoefte aan een vernieuwing ondersteunde, maar dan wel met behoud van de internationale samenwerking. Kon minister Weyts daarvoor garanties geven? Interveniënt Loes Vandromme wist van een bespreking over dit thema op de Vlaamse regering van 15 januari 2021 en had eigenlijk dezelfde zorg als vragensteller Ongena. Interveniënt Koen Daniëls las die zorg niet in de brief en hij citeerde eruit. Hij verwees nog naar het Regeerakkoord en Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) en vroeg om ook andere vormen van samenwerking met Nederland te bekijken.

In de tweede ronde werd minister Weyts dan een ietsje concreter: het ging om verschillen in bestuurscultuur, discussie over begrotingen en over andere keuzes inzake de uitwerking van de kwaliteitszorgstelsels en het aantal beoordelingen. Vragensteller Segers was enigszins gerustgesteld, maar wees toch op de vermindering van de Vlaams-Nederlandse samenwerking op diverse terreinen sinds vorige legislatuur. Voor het hoger onderwijs zou ze zelfs nog meer Europees willen handelen. Vragensteller Ongena was geruster in de zaak en keek uit naar de presentatie van de nieuwe NVAO-structuur in het Vlaams Parlement. Diezelfde dag verscheen in ScienceGuide al een stuk over wat zich in het Vlaams Parlement afgespeeld had.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio