27 februari 2025 – Hoorzitting over de studie 'De in- en uitstroom in het lerarenberoep vanuit vergelijkend perspectief. Tweede deelrapportage omtrent de in- en uitstroom van zijinstromers met een lerarendiploma in het lerarenberoep.': een bondig commentaar

Deze hoorzitting was het rechtstreekse gevolg van de suggestie van minister Demir bij vragen om uitleg van Loes Vandromme en Jan Laeremans op 6 februari 2025. Hoewel bij de aanvang van de vergadering nu de deelname van de onderwijscommissarissen beschamend laag was, verbeterde hun aantal gelukkig in de loop van de vergadering.

Op 6 februari 2025 hadden we in het antwoord van minister Demir inderdaad al gehoord over het bewuste tweede deelrapport in een onderzoeksproject over instroom en uitstroom in het lerarenberoep vanuit vergelijkend perspectief. Wel, hier lag het voor, in aanwezigheid van (een deel van) de onderzoekers zelf. In hun toelichting grepen zij ook kort terug naar het eerste deelrapport.

De externe (en boeiende) sprekers in deze hoorzitting waren concreet: prof. dr. Kristof De Witte (gewoon hoogleraar Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven) en prof. dr. Mike Smet (hoofddocent Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven). Zeker van zo iemand als professor De Witte zou ik heel graag les gekregen hebben, met zo’n enthousiasme voor zijn zaak en wat een dynamiek!

Dankzij de toevoeging van de gebruikte powerpointpresentatie (cf. hyperlink hierboven) en de andere online documenten, waarmee de inhoud van de twee sprekers wel duidelijk wordt, kan ik mijn commentaar en bijkomend nieuws hier beperken tot slechts enkele zaken:

  • Ondanks de doorgaans alarmerende berichten over het lerarentekort leek de onderwijssector, in vergelijking met andere sectoren van de arbeidsmarkt, mij in dit verhaal, dat gebruik kon maken van heel uitgebreide data, als een sterke sector naar voor te komen, met een hoge zgn. “blijfkans” en allerlei ander positief nieuws over werken in het onderwijs; let wel, het aantal onderwijsvacatures blijft hoog en belangrijk daarbij was de opmerking van professor De Witte dat de piek in het basisonderwijs bijna voorbij was, en dat die zich dus zou verplaatsen naar het secundair en het hoger onderwijs; een verwittigd man enz. enz.;
  • De doorstroom vanuit de lerarenopleidingen naar het onderwijs was goed en was gestegen in de laatste jaren (van de scope van het onderzoek); de kloof inzake retentie tussen zijinstromers en niet-zijinstromers verkleinde, waarbij als bepalende factor voor retentie een stabiele opdracht naar voor kwam en daarmee eigenlijk de anekdotiek bevestigde; slide 27 vatte een en ander mooi samen;
  • Over loonverschillen tussen onderwijs en andere sectoren: terwijl we al wisten dat er een update van de zgn. HAY-loonstudie zou komen, hadden de onderzoekers hier uitsluitend gewerkt met het brutodagloon (dus zonder extralegale voordelen (of zaken als pensioen en vakantieregeling) en ook zonder de recentere ingreep inzake anciënniteit voor zijinstromers, want dat laatste viel buiten het tijdperspectief van dit onderzoek); we vernamen dat voor de actualisering van de HAY-studie een offerte uitgeschreven was die al op korte termijn gegund zou worden en zelfs al in juni 2025 opgeleverd zou moeten worden; wat de oorspronkelijke HAY-studie betrof, putte Koen Daniëls uit zijn geheugen en zei dat het toen toch wel wat voeten in de aarde gehad had om aan de consultants uit te leggen hoe onderwijs in elkaar zat, en dat een heel lijstje van inderdaad belangrijke aspecten van een lerarenbaan ook toen moeilijk tot niet kwantificeerbaar was;
  • Bij de aanbevelingen (slides 33-35) maakte professor De Witte, niet onverwacht, gretig gebruik van het rapport (met bv. de schoolopdracht, die makkelijker de nodige professionalisering zou kunnen integreren, en het plan van meteen een vaste aanstelling (lees: geen vaste benoeming) voor starters), dat onder de huidige Onderwijsminister wat uit de aandacht verdwenen was, van… de Commissie van Wijzen, waarvan ook professor De Witte een lid was; en dus kwam in de vragenronde ook weer o.a. de kwestie van de zgn. cherry picking weer terug, waarover ik destijds relativerend schreef; om een bepaalde samenhang in dat rapport te illustreren had de professor wel gelijk om te spreken van “meerdere ballen in de lucht houden”, ja, maar daarom niet per se álle ballen uit het rapport, vond ik toen en vind ik nu nog; ik kon bovendien Koen Daniëls geen ongelijk geven, toen hij over de zgn. “gesprokkelde opdracht” (aan het begin van de loopbaan) zei dat zoiets eenvoudiger klonk dan het in de praktijk was…;
  • In de vragenronde werden overigens nog vele andere elementen bevraagd, die we in de intussen rijke, parlementaire geschiedenis van het lerarentekort/lerarenloopbaanpact/onderwijskwaliteit al gehoord hadden: het punt van de recente anciënniteitsverhoging (en daarmee de allanger levende vraag naar de grootte van de groep zijinstromers die nu (nog) uit de boot viel) viel wel buiten de scope van het voorliggende onderzoek;
  • Ook nog interessant was het nieuws over vervolgonderzoek, in twee richtingen zelfs: (i) Line De Witte, Jan Laeremans en Koen Daniëls hadden gevraagd naar kwalitatief vervolgonderzoek in de vorm van een enquête over het waarom leraren eruitstappen (uit deze specifieke school, uit het onderwijs tout court); zij werden op hun wenken bediend, want professor Mike Smet lichtte nog iets gedetailleerder dan zijn collega De Witte voordien toe dat een survey op dat stuk bij schooldirecteurs bijna klaar was, dat interviews met directeurs over hr-beleid (ook aanvangsbegeleiding, waarvan professor De Witte het belang sterk benadrukte; goed mentorschap, waarvoor nu te weinig middelen waren, kon ook een element zijn in het doorbreken van de vlakke loopbaan) nog liepen en dat er nadien ook nog een survey bij leraren (bij álle leraren dan (niet alleen bij startende leraren, zoals in het voorliggende onderzoek) en ook gestopte leraren, maar dat bleek toch veel moeilijker) zou volgen; allerlei analyses daarop zouden in november 2025 klaar zijn; (ii) maar professor De Witte sprak ook zelf van nog ander, mogelijk vervolgonderzoek, waarbij koppelingen gemaakt zouden kunnen worden met concrete lerarenopleidingen, zodat de impact van verschillen tussen lerarenopleidingen (cf. begeleiding, stage, vakdidactiek, …) nagegaan zou kunnen worden. Je ziet, beste lezer, dit was zeker niet de laatste keer dat hierover gesproken zou worden.

Ik verwijs ten slotte nog graag naar de video [vanaf 10:57] van de bespreking in afwachting van het formele parlementaire verslag.

Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wifried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio