Tot mijn verrassing (nwvr: ik had het laatste deel van de commissievergadering niet meer live kunnen volgen) dook ineens een vraag om uitleg van Hannelore Goeman over eindtermen op, die niet in de bundel van schriftelijk ingediende vragen stond. Ik was wel enigszins benieuwd naar het waarom, wat en hoe van haar vraag, gelet op het recente actuadebat van 18 januari 2023 (nwvr: naar nog ander werk van Tim Surma had ik ook al verwezen op 22 december 2022 en niet langer geleden dan 12 januari 2023 was er de gedachtewisseling over de Vlaamse toetsen).
Vanuit dat actuadebat echter was het voor Hannelore Goeman nog niet duidelijk wat de stand van zaken was rond de eindtermen basisonderwijs en eerste graad secundair onderwijs. Vandaar blijkbaar dus nu haar vraag om uitleg over de werkwijze en de precieze timing daarvan. Plus ook een vraag naar een reactie van minister Weyts op de uitspraak van professor Janssen dat er nood was aan een diagnose op systeemniveau, wat de gedaalde onderwijsprestaties betrof. Op dat laatste heb ik overigens geen reactie gehoord in de video-opname, maar dat terzijde.
Zonder het expliciet zo te noemen verwees minister Weyts naar de conceptnota van 23 september 2022 (afspraken met de onderwijsverstrekkers, die tot stand gekomen waren in de vakantiemaanden 2022 en waar de minister positief over sprak), -- een publiek beschikbaar document overigens --, waarin heel het scenario stond voor alle aspecten rond eindtermen die toen te doen waren na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 juni 2022. Als ik me niet vergis, waren die afspraken al eens eerder aan bod gekomen, maar goed. De uitvoering daarvan was nu bezig, aldus de minister, en hij overliep enkele elementen. Voor de nieuwe eindtermen basisonderwijs kon hij geen timing geven noch voor de eerste graad secundair onderwijs. Het proces voor het meest dringende werk (eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs, waarvoor hij al een niet-traditioneel parlementair parcours aankondigde, gelet op de tijdsdruk (doel: tegen eind maart)) verliep redelijk goed, nog steeds volgens de minister. Maar daarmee was de kous nog lang niet af voor enkele onderwijscommissarissen… uiteraard niet.
Ik probeer samen te vatten, want de meeste stemmen klonken mij heel bekend in de oren. Hoewel vragensteller Goeman het nut van een “overkoepelende commissie” beaamde, was ze erg kritisch voor wat zij hoorde over de werking van de actuele overkoepelende commissie m.b.t. de eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs. De politici moesten toch bepalen waar de inhoudelijke lat lag, niet de onderwijsverstrekkers.
Bij monde van interveniënt Koen Daniëls dook vervolgens de N-VA-Vooruit-coalitie in dezen opnieuw op, incl. een kleurrijke uitweiding over hoe een en ander volgens hem wél in zijn werk had moeten gaan. Én hij voegde daar zijn gekende redenering over “de vrijheid werkt niet (meer)” aan toe, maar keek gelijk nu uit naar “de lakmoesproef voor de mensen van de koepels, die daar zitten om te bewijzen dat ze het ofwel goed voorhebben met onderwijskwaliteit en dus met andere woorden de ambitie voor duidelijke en concrete kennis, of dat ze blijven hangen in dat verhaal van vrijheid, dat dan vaagheid wordt.” In zijn intonatie en lichaamstaal was de ironie tastbaar…
Interveniënt Loes Vandromme liet wel opnieuw haar geloof in de vrijheid van onderwijs noteren, terwijl interveniënt Gwendolyn Rutten zich zorgen maakte en zich aansloot bij Koen Daniëls. Een Paars-N-VA-coalitie intussen dus…
In zijn repliek schetste minister Weyts nog wat gedetailleerder hoe het eraan toeging in de procedure met de overkoepelende commissie, de ontwikkelcommissies en de valideringscommissie. Die werkwijze zou ook worden toegepast voor de eindtermen eerste graad secundair onderwijs en basisonderwijs.
Zoals gebruikelijk, kreeg de vragensteller het laatste woord, wat men hier wel bezwaarlijk een slotwoord kon noemen. Het kwam erop neer dat het Vlaams Parlement het laatste woord moest hebben over eindtermen. Uiteraard, dacht ik, en het Vlaams Parlement zál ook het laatste woord hebben, maar eerlijk? Heeft die terechte juridische realiteit ooit betekend dat politici de facto en eigenhandig eindtermen voor het onderwijs opmaakten of zou die dat nu ineens gaan betekenen? Kom nou… finaal lijkt dat hele eindtermenwerk mij trouwens een heel collectieve aangelegenheid, waarin de expertise van heel wat mensen een inbreng heeft. En het democratische laatste woord is … aan de Vlaams Parlementsleden. Inderdaad.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de ontwikkeling van de nieuwe eindtermen basisonderwijs en de herziening van de eindtermen eerste graad secundair onderwijs van Hannelore Goeman” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen