Loes Vandromme had het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) over programmatieaanvragen duaal leren in het secundair onderwijs gelezen. Er was wel een stevig duaal aanbod in de arbeidsmarktfinaliteit, maar minder goed nieuws was dat het aanbod in opleidingen met dubbele finaliteit en in Se-n-Se klein was en dat het aantal programmatieaanvragen nog verder afnam. De SERV riep ook op tot een dringend overleg tussen onderwijs- en werkpartners om het huidige aanbod duaal leren in het secundair onderwijs onder de loep te nemen en bij te sturen waar nodig. Wat was de visie van minister Weyts op die situatie en wat waren zijn plannen?
De minister begon met een duidelijk woord van dank aan al diegenen die hun advies gaven over de programmaties duaal leren. Het ging om een enorme taakbelasting. Het onderwijsaanbod in kwestie was wel, zoals steeds, een zaak van de autonomie van schoolbesturen. Meerdere factoren konden een invloed hebben op het al dan niet aanvragen van bepaalde opleidingen (o.a. ook de coronacrisis). Tegelijk erkende de minister dat ook in het al bestaande aanbod duaal leren de zaken niet altijd probleemloos verliepen. Voor een echte analyse van bepaalde standaardtrajecten leek het de minister echter nog te vroeg. Duaal leren was inderdaad nog een prille aangelegenheid. Hij bleef voorstander van een programmatieprocedure voor duale trajecten die afgestemd was op de programmatieprocedure van het niet-duale voltijdse onderwijs. Voor de duale opleidingen was er daarnaast ook wel de nuttige afstemming binnen het provinciaal overlegforum. Wat het overleg Onderwijs-Werk betrof, dat was er wel degelijk: met name, in het Vlaams Partnerschap Duaal Leren en in de gezamenlijke beleidsraad Onderwijs-Werk. In dit dossier van de duale structuuronderdelen werd ook de transitie van leren en werken in het achterhoofd gehouden, een thema waarover het ook al enkele keren ging in de Onderwijscommissie.
Vragensteller Vandromme vroeg nog naar de stand van zaken, wat de invoering van duaal leren in het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs betrof. Ze pikte ook expliciet in op de moeilijke kwestie van leren en werken, die de minister in dit debat betrokken had. Ook interveniënt Koen Daniëls deed dat en hij hernam in een bondige schets het verhaal van de aanloopfase, duaal leren en andere vervolgtrajecten, afhankelijk van de diverse leerlingenprofielen. De inkanteling van leren en werken was een thema dat ook interveniënt Hannelore Goeman erg interesseerde en ze vroeg opnieuw naar verduidelijking daarover.
Over dat laatste was de discussie nog volop bezig. Dus daarover wilde de minister nu niet uitweiden. Voor duaal leren in het volwassenenonderwijs (N.B. Over het hoger onderwijs zei de minister niets.) was de voorbereiding bezig. Het was ook opgenomen in het kader van Edusprong. De implementatie was gepland vanaf september 2021. Voor vragensteller Vandromme ging het toch wel om duaal leren én de aanloopfase samen (N.B. Het was niet voor niets één en hetzelfde decreet.). Voor iedereen moest er een aanbod zijn, gericht op een kwalificatie. Ze zou de diverse aspecten van het thema blijven opvolgen en als toemaatje verwees ze ten slotte nog naar de stagebonus van minister Crevits.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de nieuwe programmatieaanvragen Duaal Leren in het secundair onderwijs van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen